ECLI:NL:RBMNE:2021:5029
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroepen wegens niet-betaling griffierecht en niet-ondertekenen beroepschrift
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, op 27 september 2021, zijn de beroepen van eiser tegen de besluiten van het Zilveren Kruis Zorgkantoor van 17 september 2020 aan de orde. De rechtbank heeft besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat het griffierecht niet door eiser is betaald. Volgens artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is het verplicht om griffierecht te betalen bij het indienen van een beroep. In dit geval bedraagt het griffierecht € 48,-. De rechtbank heeft eiser op 20 december 2020 een aangetekende brief gestuurd met de mededeling dat het griffierecht binnen vier weken betaald moest worden, maar het bedrag is niet ontvangen. Eiser heeft geen geldige reden opgegeven voor het niet betalen van het griffierecht.
Daarnaast heeft de rechtbank vastgesteld dat het beroepschrift niet ondertekend was, wat ook in strijd is met artikel 6:5 van de Awb. Eiser is herhaaldelijk door de rechtbank verzocht om een ondertekend beroepschrift in te dienen, maar heeft hierop niet gereageerd. De rechtbank heeft op verschillende momenten brieven gestuurd, maar eiser heeft geen enkele keer gereageerd. Hierdoor voldoet het beroepschrift niet aan de wettelijke eisen, wat leidt tot de conclusie dat de beroepen niet inhoudelijk behandeld kunnen worden.
De rechtbank heeft uiteindelijk geoordeeld dat de beroepen kennelijk niet-ontvankelijk zijn en heeft geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak is gedaan door mr. J.G. Nicholson, rechter, en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.