ECLI:NL:RBMNE:2021:5029

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
27 september 2021
Publicatiedatum
18 oktober 2021
Zaaknummer
UTR 20/3569; UTR 20/3571
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroepen wegens niet-betaling griffierecht en niet-ondertekenen beroepschrift

In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, op 27 september 2021, zijn de beroepen van eiser tegen de besluiten van het Zilveren Kruis Zorgkantoor van 17 september 2020 aan de orde. De rechtbank heeft besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat het griffierecht niet door eiser is betaald. Volgens artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is het verplicht om griffierecht te betalen bij het indienen van een beroep. In dit geval bedraagt het griffierecht € 48,-. De rechtbank heeft eiser op 20 december 2020 een aangetekende brief gestuurd met de mededeling dat het griffierecht binnen vier weken betaald moest worden, maar het bedrag is niet ontvangen. Eiser heeft geen geldige reden opgegeven voor het niet betalen van het griffierecht.

Daarnaast heeft de rechtbank vastgesteld dat het beroepschrift niet ondertekend was, wat ook in strijd is met artikel 6:5 van de Awb. Eiser is herhaaldelijk door de rechtbank verzocht om een ondertekend beroepschrift in te dienen, maar heeft hierop niet gereageerd. De rechtbank heeft op verschillende momenten brieven gestuurd, maar eiser heeft geen enkele keer gereageerd. Hierdoor voldoet het beroepschrift niet aan de wettelijke eisen, wat leidt tot de conclusie dat de beroepen niet inhoudelijk behandeld kunnen worden.

De rechtbank heeft uiteindelijk geoordeeld dat de beroepen kennelijk niet-ontvankelijk zijn en heeft geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak is gedaan door mr. J.G. Nicholson, rechter, en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummers: UTR 20/3569 en 20/3571

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 27 september 2021 in de zaak tussen

[eiser], te [woonplaats], eiser,

en

het Zilveren Kruis Zorgkantoor, verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over de beroepen van eiser tegen de besluiten van verweerder van
17 september 2020.

Overwegingen

Ten aanzien van de zaak UTR 20/3571
1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is (artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)). Eiser heeft namelijk het griffierecht niet betaald, waardoor de rechtbank de zaak niet inhoudelijk kan behandelen. Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. Iemand die in beroep gaat, moet griffierecht betalen. Dit staat in artikel 8:41, eerste lid, van de Awb. In dit geval is het griffierecht € 48,-.
3. Als het griffierecht niet (op tijd) wordt betaald, is de hoofdregel dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk mag behandelen. Soms is dat anders. Dan is er een geldige reden waarom het griffierecht niet door de rechtbank is ontvangen. Het gaat dan om omstandigheden waar eiser niets aan kan doen.
4. De rechtbank heeft eiser op 20 december 2020 een aangetekende brief gestuurd, waarin staat dat eiser het griffierecht binnen vier weken moet betalen aan de rechtbank.
5. De rechtbank heeft het bedrag niet ontvangen. Eiser heeft daar geen geldige reden voor gegeven.
Ten aanzien van de zaak UTR 20/3569
6. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet
nodig is (artikel 8:54 van de Awb). Het beroepschrift voldoet niet aan de wettelijke eisen, waardoor de rechtbank de zaak niet inhoudelijk kan behandelen. Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
7. Iemand die in beroep gaat, moet het beroepschrift dat hij/zij heeft ingediend,
ondertekenen. Dit staat in artikel 6:5 van de Awb. Als dat niet gebeurt, is de hoofdregel dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk mag behandelen. Soms is dat anders. Dan is er een geldige reden waarom iemand zijn/haar beroepschrift niet heeft ondertekend. Het gaat dan om omstandigheden waar eiser niets aan kan doen.
8. De rechtbank heeft eiser op 13 oktober 2020 een brief gestuurd, waarin staat dat
eiser binnen vier weken een ondertekend beroepschrift moet opsturen. Eiser heeft niet gereageerd op deze brief. Daarop heeft de rechtbank eiser op 1 december 2020 nogmaals een brief gestuurd, waarin staat dat eiser binnen vier weken een ondertekend beroepschrift moet opsturen. Eiser heeft niet gereageerd op deze brief. Daarop heeft de rechtbank eiser op 2 februari 2021 een aangetekende brief gestuurd, waarin staat dat eiser binnen vier weken een ondertekend beroepschrift moet opsturen. Eiser heeft niet gereageerd op deze brief. Daarop heeft de rechtbank eiser tenslotte op 2 juli 2021 een aangetekende brief gestuurd, waarin staat dat eiser binnen vier weken een ondertekend beroepschrift moet opsturen. Ook op deze brief heeft eiser niet gereageerd.
Ten aanzien van de zaken UTR 20/3571 en UTR 20/3569
9. De beroepen zullen niet inhoudelijk worden behandeld en de rechtbank zal geen
uitspraak over de beroepen doen. De beroepen zijn kennelijk niet-ontvankelijk.
10. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart de beroepen niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.G. Nicholson, rechter, in aanwezigheid van
J. Fagel, griffier. De beslissing is uitgesproken op 27 september 2021 en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.