ECLI:NL:RBMNE:2021:5028

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
27 september 2021
Publicatiedatum
18 oktober 2021
Zaaknummer
UTR 20/1239
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens ontbreken besluit in bestuursrechtelijke procedure

Op 27 september 2021 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen eiser en een onbekende verweerder, geregistreerd onder zaaknummer UTR 20/1239. Deze uitspraak betreft het beroep van eiser tegen een onbekend besluit van verweerder. De rechtbank heeft besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat dit in deze zaak niet noodzakelijk werd geacht, conform artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

Eiser was verplicht om een kopie van het besluit waartegen hij in beroep ging in te dienen, zoals voorgeschreven in artikel 6:5 van de Awb. De rechtbank heeft eiser op 8 juni 2020 een aangetekende brief gestuurd met het verzoek om binnen vier weken een kopie van het besluit te overleggen. Eiser heeft echter geantwoord dat er geen besluit is genomen.

Gezien deze reactie heeft de rechtbank geconcludeerd dat eiser geen besluit heeft overgelegd, waardoor het beroep niet inhoudelijk kon worden behandeld. De rechtbank heeft het beroep dan ook kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. J.G. Nicholson, rechter, en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl. Eiser is geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen indien hij het niet eens is met deze uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 20/1239

1.a

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 27 september 2021 in de zaak tussen

[eiser], te [woonplaats], eiser,

en

onbekende verweerder, verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep van eiser tegen een onbekend besluit van verweerder.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is (artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)). Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. Iemand die in beroep gaat moet een kopie van het besluit indienen waar hij het niet mee eens. Dit staat in artikel 6:5 van de Awb. Als dat niet gebeurt, is de hoofdregel dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk mag behandelen. Soms is dat anders. Dan is er een geldige reden waarom het besluit niet is ingediend. Het gaat dan om omstandigheden waar eiser niets aan kan doen.
3. De rechtbank heeft eiser op 8 juni 2020 een aangetekende brief gestuurd, waarin staat dat eiser binnen vier weken een kopie moet opsturen van het besluit waar hij het niet mee eens is.
4. Eiser heeft gereageerd op deze brief met de mededeling dat er inderdaad geen besluit is.
5. Gelet op eisers reactie overweegt de rechtbank dat eiser geen besluit heeft overgelegd aan de rechtbank. Het beroep kan daarom niet inhoudelijk worden behandeld en de rechtbank zal geen uitspraak over het beroep doen. Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk.
6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.G. Nicholson, rechter, in aanwezigheid van
J. Fagel, griffier. De beslissing is uitgesproken op 27 september 2021 en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl.
De rechter is verhinderd
deze uitspraak te
ondertekenen.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.