ECLI:NL:RBMNE:2021:5023

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
27 september 2021
Publicatiedatum
18 oktober 2021
Zaaknummer
UTR 20/3432
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen besluit van de Raad van bestuur van de Sociale Verzekeringsbank inzake termijnoverschrijding bezwaarschrift

Op 27 september 2021 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen eiser en de Raad van bestuur van de Sociale Verzekeringsbank. Eiser had beroep aangetekend tegen een besluit van verweerder, dat op 7 september 2020 was genomen. De rechtbank heeft in deze uitspraak overwogen dat partijen niet voor een zitting werden uitgenodigd, omdat dit in deze zaak niet nodig was volgens artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Eiser had zijn bezwaarschrift te laat ingediend, namelijk op 23 augustus 2020, terwijl de termijn voor indiening op 11 oktober 2012 was verstreken. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser geen geldige redenen heeft aangevoerd voor de termijnoverschrijding en dat de termijn voor het indienen van een bezwaarschrift een fatale termijn van openbare orde is. Hierdoor kon het bezwaar niet inhoudelijk worden behandeld en werd het niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. S.G.M. van Veen, rechter, en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 20/3432

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 27 september 2021 in de zaak tussen

[eiser] , te [woonplaats] , eiser,

en

de Raad van bestuur van de Sociale Verzekeringsbank, verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep van eiser tegen het besluit van verweerder van
7 september 2020.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is (artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)). Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. Een bezwaarschrift moet worden ingediend binnen zes weken nadat het besluit bekend is gemaakt (artikelen 6:7 en 6:8 van de Awb).
3. In artikel 3:41 van de Awb staat hoe dat bekendmaken gebeurt. In dit geval is het besluit bekendgemaakt op 30 augustus 2012. Het bezwaarschrift had dus uiterlijk op 11 oktober 2012 door verweerder ontvangen moeten zijn. Verweerder heeft het bezwaarschrift ontvangen op 23 augustus 2020. Dat is dus te laat. De hoofdregel is dan dat verweerder het bezwaar niet inhoudelijk mag behandelen. Soms is dat anders. Dan is er een geldige reden waarom het bezwaarschrift te laat is ingediend. Het gaat dan om omstandigheden waar eiser niets aan kan doen.
4. Eiser heeft in bezwaar aangegeven dat zijn bezwaarschrift te laat was, omdat hij vindt dat er sprake is van onrecht en er aandacht moet komen voor het door voorgelegde probleem. Eiser heeft in zijn beroepschrift geen andere redenen gegeven waarom zijn bezwaarschrift te laat was en waarom sprake zou zijn van een verschoonbare termijnoverschrijding.
5. Hoewel de rechtbank begrip heeft voor eisers situatie, overweegt de rechtbank dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat er een geldige reden is waarom eiser zijn bezwaarschrift te laat heeft ingediend. Verder overweegt de rechtbank dat de termijn voor het indienen van een bezwaarschrift een fatale termijn van openbare orde is, die moet worden beoordeeld. Dit betekent dat de duur van die termijn niet kan worden gewijzigd en dat het bezwaar zonder verschoonbare omstandigheden, zoals in dit geval, niet-ontvankelijk moet worden verklaard.
6. Verweerder heeft dus terecht het bezwaar niet-ontvankelijk verklaard. Het beroep is daarom kennelijk ongegrond.
7. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.G.M. van Veen, rechter, in aanwezigheid van
J. Fagel, griffier. De beslissing is uitgesproken op 27 september 2021 en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl.
De griffier is verhinderd deze
uitspraak te ondertekenenrechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.