ECLI:NL:RBMNE:2021:5022
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens niet-betaling griffierecht
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 27 september 2021 uitspraak gedaan in het beroep van eiser tegen een besluit van de Raad van bestuur van de Sociale Verzekeringsbank, genomen op 3 maart 2021. De rechtbank heeft besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat dit in deze specifieke zaak niet noodzakelijk werd geacht. Dit is gebaseerd op artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), aangezien eiser het griffierecht niet had betaald.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser het griffierecht van € 49,- niet tijdig heeft voldaan. Eiser ontving op 24 april 2021 een brief van de rechtbank waarin hem werd verzocht het griffierecht binnen vier weken te betalen. Aangezien eiser niet binnen deze termijn heeft betaald, heeft de rechtbank op 23 mei 2021 een herinnering gestuurd. Eiser heeft echter niet gereageerd op deze herinnering en heeft geen geldige reden opgegeven voor het niet betalen van het griffierecht.
Gelet op het feit dat het griffierecht niet is ontvangen en er geen geldige reden is opgegeven, heeft de rechtbank geoordeeld dat het beroep niet inhoudelijk kan worden behandeld. De rechtbank heeft het beroep dan ook kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. S.G.M. van Veen, rechter, en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.