ECLI:NL:RBMNE:2021:5020

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
24 september 2021
Publicatiedatum
18 oktober 2021
Zaaknummer
UTR 21/2032
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens niet-betaling griffierecht

In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedateerd 24 september 2021, wordt het beroep van eiser tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht behandeld. Eiser had beroep aangetekend tegen een besluit dat op 18 maart 2021 was genomen. De rechtbank heeft echter besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat eiser het griffierecht niet had betaald. Dit is in strijd met artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), waarin staat dat iemand die in beroep gaat, griffierecht moet betalen. In dit geval bedroeg het griffierecht € 49,-.

De rechtbank heeft eiser op 29 mei 2021 een brief gestuurd met de mededeling dat hij binnen vier weken het griffierecht moest betalen. Aangezien eiser niet binnen deze termijn had betaald, heeft de rechtbank op 27 juni 2021 een herinnering gestuurd. Eiser heeft echter niet gereageerd op deze herinnering en het griffierecht is niet ontvangen door de rechtbank. De rechtbank concludeert dat er geen geldige reden is gegeven voor het niet betalen van het griffierecht.

Daarom heeft de rechtbank besloten het beroep niet inhoudelijk te behandelen en het beroep als kennelijk niet-ontvankelijk te verklaren. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. S.G.M. van Veen, rechter, en zal openbaar worden gemaakt op rechtspraak.nl. Eiser heeft de mogelijkheid om binnen zes weken na de uitspraak een verzetschrift in te dienen als hij het niet eens is met deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 21/2032

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 24 september 2021 in de zaak tussen

[eiser] , te [woonplaats] , eiser,

en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht, verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep van eiser tegen het besluit van verweerder van
18 maart 2021.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is (artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)). Eiser heeft namelijk het griffierecht niet betaald, waardoor de rechtbank de zaak niet inhoudelijk kan behandelen. Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. Iemand die in beroep gaat moet griffierecht betalen. Dit staat in artikel 8:41, eerste lid, van de Awb. In dit geval is het griffierecht € 49,-.
3. Als het griffierecht niet (op tijd) wordt betaald, is de hoofdregel dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk mag behandelen. Soms is dat anders. Dan is er een geldige reden waarom het griffierecht niet door de rechtbank is ontvangen. Het gaat dan om omstandigheden waar eiser niets aan kan doen.
4. De rechtbank heeft eiser op 29 mei 2021 een brief gestuurd waarin staat dat hij binnen vier weken het griffierecht moet betalen aan de rechtbank. Omdat eiser niet binnen deze termijn heeft betaald, heeft de rechtbank op 27 juni 2021 per aangetekende brief een herinnering gestuurd, waarin staat dat eiser het griffierecht binnen vier weken moet betalen aan de rechtbank. Eiser heeft niet gereageerd op deze brief.
5. De rechtbank heeft het bedrag niet ontvangen. Eiser heeft daar geen geldige reden voor gegeven.
6. Het beroep zal niet inhoudelijk worden behandeld en de rechtbank zal geen uitspraak over het beroep doen. Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk.
7. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.G.M. van Veen, rechter, in aanwezigheid van
J. Fagel, griffier. De beslissing is uitgesproken op 24 september 2021 en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl.
De griffier is verhinderd dezerechter
uitspraak te ondertekenen
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.