ECLI:NL:RBMNE:2021:5018

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
14 september 2021
Publicatiedatum
18 oktober 2021
Zaaknummer
UTR 20/4612
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen besluit van de Belastingdienst/Toeslagen inzake indienen bezwaarschrift

In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, op 14 september 2021, wordt het beroep van eiseres tegen het besluit van de Belastingdienst/Toeslagen van 5 november 2020 behandeld. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen een besluit dat op 19 juli 2019 bekend is gemaakt, maar het bezwaarschrift is pas op 7 oktober 2020 door de Belastingdienst ontvangen. De rechtbank stelt vast dat het bezwaarschrift te laat is ingediend, aangezien dit uiterlijk op 30 augustus 2019 had moeten gebeuren. Eiseres beweert dat zij het bezwaarschrift op 31 juli 2020 heeft ingediend, maar de rechtbank oordeelt dat, zelfs als deze stelling wordt gevolgd, het bezwaarschrift nog steeds te laat is. De rechtbank benadrukt dat de termijn voor het indienen van een bezwaarschrift een fatale termijn van openbare orde is, wat betekent dat deze niet kan worden gewijzigd. Hierdoor verklaart de rechtbank het bezwaar van eiseres niet-ontvankelijk en het beroep kennelijk ongegrond. De rechtbank wijst ook op het ontbreken van aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. B. Fijnheer, rechter, en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 20/4612

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 14 september 2021 in de zaak tussen

[eiseres] , te [woonplaats] , eiseres,

en

de Belastingdienst/Toeslagen, verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep van eiseres tegen het besluit van verweerder van
5 november 2020.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is (artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)). Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. Een bezwaarschrift moet worden ingediend binnen zes weken nadat het besluit bekend is gemaakt (artikelen 6:7 en 6:8 van de Awb). In artikel 3:41 van de Awb staat hoe dat bekendmaken gebeurt. In dit geval is het besluit bekendgemaakt op 19 juli 2019. Het bezwaarschrift had dus uiterlijk op 30 augustus 2019 door verweerder ontvangen moeten zijn. Verweerder heeft het bezwaarschrift ontvangen op 7 oktober 2020. Dat is dus te laat. De hoofdregel is dan dat verweerder het bezwaar niet inhoudelijk mag behandelen. Soms is dat anders. Dan is er een geldige reden waarom het bezwaarschrift te laat is ingediend. Het gaat dan om omstandigheden waar eiseres niets aan kan doen.
3. Eiseres stelt dat zij haar bezwaarschrift tijdig heeft ingediend. Eiseres zegt namelijk dat zij niet op 7 oktober 2020, maar op 31 juli 2020 het bezwaarschrift heeft ingediend.
4. De rechtbank overweegt dat eiseres het bezwaarschrift niet tijdig heeft ingediend, nu eiseres uiterlijk op 30 augustus 2019 het bezwaarschrift bij verweerder moest indienen. Ook wanneer de stelling van eiseres dat zij het bezwaarschrift reeds op 31 juli 2020 heeft ingediend, wordt gevolgd, is het bezwaarschrift van eiseres te laat ingediend. Verder overweegt de rechtbank dat de termijn voor het indienen van een bezwaarschrift een fatale termijn van openbare orde is, die moet worden beoordeeld. Dit betekent dat de duur van die termijn niet kan worden gewijzigd en dat het bezwaar zonder verschoonbare omstandigheden, zoals in dit geval, niet-ontvankelijk moet worden verklaard.
5. Verweerder heeft dus terecht het bezwaar niet-ontvankelijk verklaard. Het beroep is daarom kennelijk ongegrond.
6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B. Fijnheer, rechter, in aanwezigheid van
J. Fagel, griffier. De beslissing is uitgesproken op 14 september 2021 en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl.
De griffier is verhinderd rechter
deze uitspraak te ondertekenen.
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.