ECLI:NL:RBMNE:2021:5015
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens niet-betaling griffierecht
Op 14 september 2021 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen eiseres en een onbekende verweerder, met zaaknummer UTR 21/1972. Eiseres had op 20 april 2021 beroep aangetekend tegen een onbekend besluit. De rechtbank heeft besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat dit in deze zaak niet nodig was. Eiseres had het griffierecht van € 49,- niet betaald, waardoor de rechtbank de zaak niet inhoudelijk kon behandelen. Dit is in overeenstemming met artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De rechtbank heeft eiseres op 20 juni 2021 een aangetekende brief gestuurd met het verzoek het griffierecht binnen vier weken te betalen. Eiseres heeft echter niet gereageerd op deze brief, die onbestelbaar retour kwam omdat de zending niet is afgehaald. Op 13 juli 2021 is de brief opnieuw per gewone post verzonden, maar ook hierop heeft eiseres geen geldige reden gegeven voor het niet betalen van het griffierecht.
Gelet op het feit dat het griffierecht niet op tijd is betaald en er geen geldige reden is opgegeven, heeft de rechtbank geoordeeld dat het beroep niet inhoudelijk kan worden behandeld. De rechtbank heeft het beroep dan ook kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. B. Fijnheer, rechter, in aanwezigheid van J. Fagel, griffier, en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.