ECLI:NL:RBMNE:2021:5014
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens niet-betaling griffierecht
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, op 14 september 2021, wordt het beroep van eiser tegen een besluit van de Belastingdienst/Toeslagen behandeld. Eiser had beroep aangetekend tegen een besluit van de verweerder, dat op 11 mei 2021 was genomen. De rechtbank heeft echter besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat eiser het griffierecht niet had betaald. Dit is in strijd met artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), waarin staat dat iemand die in beroep gaat, griffierecht moet betalen. In dit geval was het griffierecht vastgesteld op € 49,-.
De rechtbank heeft eiser op 11 juli 2021 een aangetekende brief gestuurd, waarin hij werd geïnformeerd dat het griffierecht binnen vier weken moest worden betaald. Aangezien de rechtbank het bedrag niet had ontvangen en eiser geen geldige reden had gegeven voor de niet-betaling, kon de rechtbank de zaak niet inhoudelijk behandelen. De hoofdregel is dat als het griffierecht niet op tijd wordt betaald, de rechtbank het beroep niet inhoudelijk mag behandelen, tenzij er bijzondere omstandigheden zijn.
Uiteindelijk heeft de rechtbank geoordeeld dat het beroep niet-ontvankelijk is, wat betekent dat er geen inhoudelijke uitspraak over de zaak zal worden gedaan. Er is ook geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De beslissing is genomen door mr. B. Fijnheer, rechter, en de griffier J. Fagel was aanwezig. De uitspraak is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens zijn met deze uitspraak.