ECLI:NL:RBMNE:2021:5012

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
14 september 2021
Publicatiedatum
18 oktober 2021
Zaaknummer
UTR 20/3710
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens gebrek aan beroepsgronden

In deze zaak heeft eiser op 1 september 2020 beroep ingesteld tegen een besluit van de Belastingdienst/Toeslagen, dat op 21 juli 2020 was genomen. De rechtbank heeft in haar uitspraak van 14 september 2021 geoordeeld dat het beroepschrift niet voldoet aan de wettelijke eisen zoals gesteld in de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank heeft partijen niet uitgenodigd voor een zitting, omdat dit in deze specifieke zaak niet noodzakelijk werd geacht.

De rechtbank heeft eiser in eerdere correspondentie, op 23 april 2021 en 7 juli 2021, verzocht om binnen vier weken aan te geven waarom hij het niet eens was met het besluit van de Belastingdienst. De tweede brief, die aangetekend was verzonden, kwam retour als onbestelbaar. Desondanks heeft eiser niet gereageerd op de verzoeken van de rechtbank.

Aangezien eiser niet heeft voldaan aan de vereisten om zijn beroep te onderbouwen, heeft de rechtbank geoordeeld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. De rechtbank heeft ook geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. B. Fijnheer, rechter, en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 20/3710

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 14 september 2021 in de zaak tussen

[eiser] , te [woonplaats] , eiser,

en

de Belastingdienst/Toeslagen, verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep dat eiser heeft ingediend op 1 september 2020 tegen het besluit van verweerder van 21 juli 2020.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is (artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)). Het beroepschrift voldoet niet aan de wettelijke eisen, waardoor de rechtbank de zaak niet inhoudelijk kan behandelen. Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. Iemand die in beroep gaat moet zeggen waarom hij het niet eens is met het besluit en dit ook uitleggen. Dit staat in artikel 6:5 van de Awb. Als dat niet gebeurt, dan kan de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk verklaren. In die situatie zal het beroep niet inhoudelijk wordt behandeld.
3. De rechtbank heeft eiser op 23 april 2021 en 7 juli 2021 een brief gestuurd, waarin staat dat hij binnen vier weken moet aangeven waarom hij het niet eens is met het besluit. De brief van 7 juli 2021 is aangetekend verzonden. Deze brief is onbestelbaar retour gekomen bij de rechtbank. De rechtbank heeft de brief op 27 juli 2021 per gewone post nog een keer aan eiser gestuurd. Eiser heeft niet gereageerd op deze brief.
4. Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk.
5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B. Fijnheer, rechter, in aanwezigheid van
J. Fagel, griffier. De beslissing is uitgesproken op 14 september 2021 en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl.
De griffier is verhinderd rechter
deze uitspraak te ondertekenen.
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.