ECLI:NL:RBMNE:2021:5011
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens niet-betaling griffierecht
Op 14 september 2021 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak met zaaknummer UTR 21/1106. Deze uitspraak betreft het beroep van eiser, ingediend op 9 maart 2021, tegen een onbekend besluit. De rechtbank heeft besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat dit in deze zaak niet noodzakelijk werd geacht. Dit is gebaseerd op artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), aangezien eiser het griffierecht niet heeft betaald.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het griffierecht voor deze zaak € 181,- bedraagt en dat eiser op 22 april 2021 een aangetekende brief heeft ontvangen waarin hem werd verzocht het griffierecht binnen vier weken te betalen. Aangezien de rechtbank geen betaling heeft ontvangen en eiser geen geldige reden heeft opgegeven voor het uitblijven van de betaling, kon de rechtbank de zaak niet inhoudelijk behandelen.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, wat betekent dat er geen inhoudelijke uitspraak over de zaak zal worden gedaan. Er is ook geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De beslissing is genomen door mr. B. Fijnheer, rechter, en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl. Eiser heeft de mogelijkheid om binnen zes weken na verzending van de uitspraak een verzetschrift in te dienen als hij het niet eens is met deze beslissing.