Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
2.De beoordeling
3.De beslissing
[naam] ,
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 9 februari 2021 uitspraak gedaan in een verzoek tot faillietverklaring van SHORT LEASE NEDERLAND B.V. De verzoekster, vertegenwoordigd door advocaat mr. E.T. van den Hout, heeft op 13 oktober 2020 een verzoekschrift tot faillietverklaring ingediend tegen de heer [verweerder]. De rechtbank heeft de behandeling van het verzoek tot faillietverklaring telefonisch gehouden, waarbij de verweerder en de advocaat van verzoekster zijn gehoord. De verweerder heeft verzocht om aanhouding van het faillissementsverzoek op grond van de Tijdelijke wet COVID-19, maar de rechtbank heeft geoordeeld dat de verweerder onvoldoende inzicht heeft gegeven in zijn financiële positie. Hierdoor kon niet worden vastgesteld of de coronamaatregelen invloed hebben gehad op zijn bedrijf. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verweerder in de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen en heeft het verzoek tot aanhouding afgewezen. De rechtbank heeft vervolgens het verzoek tot faillietverklaring toegewezen en de verweerder in staat van faillissement verklaard. Mr. P.A.M. Penders is benoemd tot rechter-commissaris en mr. R.J.C. Florijn is aangesteld als curator. Het vonnis is openbaar uitgesproken op 9 februari 2021.