4.3Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen
De verklaring van verdachte ter terechtzitting:
Ik heb gedeald in cocaïne, hasj en wiet in de periode januari 2020 tot en met mijn aanhouding op 7 juni 2020. Na die aanhouding ben ik weer begonnen met het dealen van cocaïne tot aan mijn aanhouding op 13 november 2020. Ik bracht de drugs rond. Die drugs kreeg ik van iemand. Ik werkte voor iemand. Ik was gebruiker van de iPhone 7 met telefoonnummer eindigend op [telefoonnummer] . De in de bosjes aangetroffen iPhone 8+ is van mij. [bijnaam] is mijn bijnaam. Ik hield in de notities van de telefoon de bedragen bij wat kopers mij nog schuldig waren voor het leveren van drugs. Ik kwam regelmatig in de woning aan de [adres] te [woonplaats] . Ik heb de sleutel van die woning gekregen. Ik sliep ook in de woning.
Telefoonnummer [telefoonnummer]
Uit een
proces-verbaal van bevindingen betreffende onderzoek naar de iPhone 8+blijkt onder meer het volgende:
Ik heb onderzoek gedaan naar de gegevens op de in beslag genomen telefoon iPhone 8+ (…). Deze iPhone 8+ werd tijdens de staandehouding van [verdachte] aangetroffen in de bosschages.
De gebruiker gebruikte in whatsapp communicatie de naam ' [contactnaam 1] '. Ik zag dat bij alle gesprekken sprake was van korte gesprekken op diverse data, waarin door de personen en door ‘ [contactnaam 1] ' werd afgesproken op diverse locaties in Mijdrecht, Vinkeveen.
Ik zag dat op 29 februari 2020 een SMS bericht binnen kwam van [contactnaam 2] :
'Can bring me half to th par aktelbros please'
Ik zag dat [contactnaam 2] op 31 mei 2020 stuurde:
'Bro this stuff is werry bad'
'I don't feel my noise'
'Burning'
Ik zag in chat [contactnaam 3] dat tussen 30 april 2020 en 7 juni 2020 511 whatsapp berichten zijn uitgewisseld en dat er dagelijks berichtenverkeer was. Ik zag dat [contactnaam 3] op 5 mei 2020 het volgende bericht stuurde:
'Maat me schuur is open!. Legt 150 onder blauwe bakkie kan je daar 2 kl of 1 gr
neerleggen. Niet appen goed ik zie hem wel liggen strax'
Ik zag dat [contactnaam 1] antwoordde: 'top'
Ik zag dat in de chat van [contactnaam 3] , deze [contactnaam 3] veelvuldig vroeg om iets af te leveren bij hem thuis. Ik zag dat [contactnaam 1] hierop bevestigend reageerde.
Het is mij bekend dat hoeveelheden cocaïne vaak worden aangeduid met hele of halve of kleine (kl) of grote (gr).
Telefoonnummer [telefoonnummer]
Uit
een proces-verbaal van bevindingen betreffende een eind PV van een telefoontapblijkt onder meer het volgende:
Vanaf 8 oktober 2020 tot en met 5 november 2020 is een bevel gegeven voor het opnemen, afluisteren en op schrift stellen van de telefoongesprekken gevoerd met of via het telefoonnummer [telefoonnummer] . Uit de tap is gebleken dat het telefoonnummer gebruikt wordt door een persoon die [verdachte] genoemd word.
Tapgesprek 10-10-2020 11:15
Beller en gebelde: [telefoonnummer] BUM [telefoonnummer]
krijgt een nummer van [telefoonnummer] die hij moet bellen. [telefoonnummer] wordt [verdachte] genoemd
Tevens is er uit de tap gebleken dat er gesprekken zijn met het telefoonnummer [telefoonnummer] . In deze gesprekken word de gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer] moeder genoemd. Telefoonnummer [telefoonnummer] staat volgens een CIOT bevraging op naam van [A] .[A] staat ingeschreven op het adres [adres] te [woonplaats] . Dit betreft het zelfde adres als waar [verdachte] staat ingeschreven. Tevens is uit de gemeentelijke basis administratie gebleken dat [A] de moeder is van verdachte [verdachte] .
Uit alle bovenstaande informatie kan gesteld worden dat de gebruiker van het telefoonnummer
[telefoonnummer] betreft verdachte: [verdachte] , geboren [1999] te [geboorteplaats] .
Uit
een proces-verbaal van bevindingenblijkt onder meer het volgende:
In de periode tussen 4 september 2020 en 29 september 2020 zijn er tussen de telefoonnummers [telefoonnummer] en [telefoonnummer] in totaal 45 contact momenten geweest. Dit contact ging voornamelijk over het afnemen van verdovende middelen of het afspreken op een locatie.
Een van die gesprekken luidt als volgt:
[NNm 1] BUM [NNm 2] Sessie 744
[NNm 1] Kan je bij bankje die wiet leggen daar bij [B] de flat
Telefoonnummer [telefoonnummer]
Uit een
proces-verbaal van bevindingen betreffende onderzoek naar de iPhone 7blijkt onder meer het volgende:
De iPhone 7 werd op 13 november 2020 onder [medeverdachte 1] in beslag genomen. In de uitgelezen chatgegevens van de telefoon is te zien dat de telefoon te koppelen is aan telefoonnummer [telefoonnummer] .Ik zag dat veel gesprekken gingen over het maken van afspraken op verschillende tijdstippen en locaties.
Gesprek tussen: + [telefoonnummer] en [telefoonnummer]
8-11-2020 12:55:12 (UTC+0)
kan je ff halfe opschrijfe tot morgen??
Gesprek tussen: + [telefoonnummer] (met naam: [contactnaam 1] ) en [telefoonnummer] (met naam: [contactnaam 3] )
Startdatum: 11-10-2020, einddatum 13-11-2020.
[telefoonnummer] 5-11-2020 01:27:47 (UTC+0)
Kan je er 1 droppen
[telefoonnummer] 5-11-2020 18:09:13 (UTC+0)
Maat kan je er 1 droppen nog
+ [telefoonnummer] 5-11 -2020 18:10:43 (UTC+0)
ja 10 min
Ik zag dat er in de uitgelezen telefoon 2 notities stonden. Uit deze notities is op te maken dat het administratie betreft van wat mensen nog moeten betalen. Enkele namen komen ook overeen met de namen die worden benoemd in de chatgesprekken.
Uit een
proces-verbaal van bevindingen betreffende motivatie aansluiting tap [telefoonnummer]blijkt onder meer het volgende:
Ik hoorde dat de stem van telefoonnummer [telefoonnummer] een mannenstem betrof en dat deze stem overeenkomt met de stem van telefoonnummers [telefoonnummer] en [telefoonnummer] .
De gebruiker van telefoonnummer [telefoonnummer] zegt dat het incident met de scooter is gebeurd bij “ [straat] , bij mij om de hoek”. [verdachte] staat in de gemeentelijke basisadministratie nog steeds ingeschreven op de [adres] in [woonplaats] . De straat [straat] is inderdaad gevestigd bij het genoemd adres.
Uit een
proces-verbaal van bevindingen betreffende een eind pv van de telefoontap op het telefoonnummer [telefoonnummer]blijkt onder meer het volgende:
Uit onderzoek is gebleken dat het telefoonnummer [telefoonnummer] in gebruik is bij onder andere verdachte [verdachte] . (…) Tijdens het uitluisteren van de tap werd duidelijk middels verschil in stem dat het telefoonnummer [telefoonnummer] bij meerdere personen in gebruik was. Hieruit werd de stem van verdachte [medeverdachte 1] herkend als zijnde de gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer] . Ook werd uit gesprekken duidelijk dat het telefoonnummer [telefoonnummer] door meerdere personen gebruikt wordt.
Tapgesprek, 06-11-2020, 13:07
Beller en gebelde: [telefoonnummer] BUM [telefoonnummer]
vraagt waar ben jij
[telefoonnummer] zegt ik ben nu in Mijdrecht, is die kleine er niet
[telefoonnummer] zegt Mijdrecht
[telefoonnummer] zegt Ja is die kleine er niet
[telefoonnummer] vraagt wat
[telefoonnummer] zegt O is die kleine weg
[telefoonnummer] zegt Nee, ja
Tapgesprek, 06-11-2020, 15:53
Beller en gebelde: [telefoonnummer] BUM [telefoonnummer]
wil weten waar die andere is. * [telefoonnummer] laat hem bellen als hij hem ziet
Tapgesprek, 06-11-2020, 16:10
Beller en gebelde: [telefoonnummer] BUM [telefoonnummer]
Hé gozer
[telefoonnummer] Hé alles goed
[telefoonnummer] zegt O een andere stem ben jij die andere gozer weer, ja wel
[telefoonnummer] zegt Ja ja ja ja
Op vrijdag 13 november 2020 werd [medeverdachte 1] aangehouden op verdenking van de handel in verdovende middelen. [medeverdachte 1] had op het moment van de aanhouding 3 telefoons bij zich, waaronder een iPhone 7 voorzien van IMEI nummer [IMEI nummer] . Dit betreft het IMEI nummer waarin het telefoon nummer [telefoonnummer] werd gebruikt.
Gezien het bovenstaande kan geconcludeerd worden dat [verdachte] en [medeverdachte 1] de
gebruikers zijn van het telefoonnummer [telefoonnummer] .
Telefoonnummer [telefoonnummer]
Uit een
proces-verbaal van bevindingen betreffende een analyse van de telefoontap op het telefoonnummer [telefoonnummer] ( [telefoonnummer] )blijkt onder meer het volgende:
Op 1 augustus 2020 werd er met het telefoonnummer [telefoonnummer] , in combinatie met IMEI
nummer [IMEI nummer] , gebeld naar de politie. De gebruiker van het telefoonnummer
[telefoonnummer] geeft op te zijn: [medeverdachte 1] , geboren [1985] . Op 19 augustus 2020 om 21.08 uur wordt er door de gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer] eten besteld op het adres [adres] . Dit betreft het adres van verdachte [medeverdachte 1] .Uit de tap is gebleken dat de gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer] veel contact heeft met de gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer] .Uit de tap is gebleken dat de gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer] contact heeft met de gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer] . De stem van de gebruiker van [telefoonnummer] werd herkend als zijnde de stem van verdachte [verdachte] .
Uit een
proces-verbaal van bevindingen betreffende een onderzoek naar de iPhone 6sblijkt onder meer het volgende:
Deze iPhone 6s werd op 13 november 2020 onder [medeverdachte 1] in beslag genomen. Het mobiele telefoonnummer is volgens de toestelgegevens + [telefoonnummer] .
Gesprek tussen: + [telefoonnummer] (met naam: [contactnaam 4] ) en [telefoonnummer] (met naam: [contactnaam 5] )
Startdatum: 18-09-2020
[telefoonnummer] (18-9-2020 18:40:22(UTC+0):
Bro hoe laat komt je collega?
+ [telefoonnummer] 18-9-2020 18:43:23(UTC+0)
1. min sorry vriend
Gesprek tussen: + [telefoonnummer] (met naam: [contactnaam 4] ) en [telefoonnummer] ( [contactnaam 6] ).
Startdatum: 27-07-2020
+ [telefoonnummer] 5-9-2020 20:32:13 (UTC+0)
Ik stuur iemand na jou goed
+ [telefoonnummer] 5-9-2020 20:32:54 (UTC+0)
Ze belt als ze er is
+ [telefoonnummer] 29-9-2020 21:24:15 (UTC+0)
[telefoonnummer]
+ [telefoonnummer] 29-9-2020 21:24:20 (UTC+0)
Is me neefje
+ [telefoonnummer] 29-9-2020 21:24:26 (UTC+0)
Bel hem
Gesprek tussen: + [telefoonnummer] (met naam: [contactnaam 4] ) en [telefoonnummer] ( [contactnaam 7] ).
Startdatum: 10-07-2020
[telefoonnummer] 22-9-2020 20:23:24(UTC+0)
Kan je misschien iemand langs sturen
+ [telefoonnummer] 22-9-2020 20:25:23(UTC+0)
Me neefje [verdachte] goed
Ik zag dat er in de telefoon 2146 contacten waren uitgelezen. Ik zag dat bij veel van deze contacten alleen een telefoonnummer stond en geen naam. Daarnaast zag ik dat er bij veel personen een plaatsnaam in de naam verwerkt was.
Een van de contacten betrof [contactnaam 8] met telefoonnummer [telefoonnummer] .
Uit onderzoek blijkt dat dit een dealertelefoonnummer is. Daarnaast is bij de aanhouding van [medeverdachte 1] een telefoon aangetroffen die gekoppeld stond aan dit telefoonnummer.
Telefoonnummer [telefoonnummer]
Uit een
proces-verbaal van bevindingen betreffende een analyse van de tap op het telefoonnummer [telefoonnummer] ( [telefoonnummer] ) in het toestel met als IMEI nummer [IMEI nummer]blijkt onder meer het volgende:
Gebruikers dealerlijn:
Tijdens het analyseren van de tapgesprekken werd duidelijk dat de dealers die dealerlijn
[telefoonnummer] gebruiken, handelen in vermoedelijk verdovende middelen. Dit blijkt uit gesprekken en of sms berichten waarin gesproken word over het afnemen van producten onder de benaming halve, kleine en aantallen van hoeveel ze willen. Tevens wordt er gesproken over betalingen die nog openstaan.
Tapgesprek 25-09-2020, 23:33
Beller en gebelde: [telefoonnummer] BUM [telefoonnummer]
wil er graag nog een halve bij. Afspraak in Waverveen
[telefoonnummer] Vrouw
Tapgesprek 01-11-2020, 12:42
Beller en gebelde [telefoonnummer] BUM [telefoonnummer]
Afspraak bij [naam] , [telefoonnummer] komt er aan
[telefoonnummer] zegt ik moet er effe 2 hebben
[telefoonnummer] zegt is goed
[telefoonnummer] Man
Tapgesprek 11-09-2020 14:37
Beller en gebelde: [telefoonnummer] BUM [telefoonnummer]
Afspraak op een parkeerplaats bij Cuilensmeer te Vinkeveen.
[telefoonnummer] wil weten of [telefoonnummer] er 2 heeft. [telefoonnummer] zegt er 2 te hebben.
[telefoonnummer] Vrouw
Verder werd het duidelijk dat meerdere personen gebruik maken van de dealerlijn. Op 4 september 2020 werd door het observatieteam een IMSI scan uitgevoerd. Hieruit kwam dealerlijn [telefoonnummer] naar boven. De scan werd uitgevoerd op een persoon genaamd [medeverdachte 2] . [medeverdachte 2] kwam op dat moment uit het appartementencomplex gelopen aan de [straat] te [woonplaats] . Dit betreft het appartementencomplex waar verdachte [medeverdachte 1] woonachtig is.
Op de tap is met regelmaat een vrouwenstem te horen, als gebruiker van de dealerlijn. Opvallend is dat de vrouwenstem, horende bij [medeverdachte 2] , voornamelijk de dealerlijn op de vrijdagen en zaterdagen in gebruik heeft.
Ook zijn er op tap 2 mannenstemmen te horen. In dit proces-verbaal zal ik de mannenstemmen benoemen onder mannenstem 1 en mannenstem 2.
Mannenstem 1:
Opvallend aan deze gebruiker is dat er veel afspraken gemaakt worden op het thuis adres van de gebruiker van de dealerlijn. De afnemers krijgen de opdracht om naar de voordeur te komen of ze spreken in de straat af op een bepaalde locatie. Het adres wat opgeven wordt is [adres] .
Tapgesprek 11-09-2020 18:49
Beller en gebelde: [telefoonnummer] BUM [telefoonnummer]
vraagt hoe de straat heet. [telefoonnummer] antwoord met [straat]
[telefoonnummer] Vrouw
De vrouwenstem, [medeverdachte 2] , maakt ook afspraken op dit adres.
Op het adres [adres] te [woonplaats] is woonachtig verdachte [medeverdachte 1] . Mannenstem 1 werd door wijkagent [verbalisant 1] herkend als zijnde de stem van verdachte [medeverdachte 1] .
Mannenstem 2:
Door de bovengenoemde wijkagent werd mannenstem 2 herkend als zijnde verdachte [verdachte]
. Het is ambtshalve bekend dat [verdachte] de neef van [medeverdachte 1] betreft en als bijnaam de naam kleine draagt. Over de tap is te horen dat mannenstem aangeeft de neef van die andere te zijn en noemt zichzelf kleine.
Tapgesprek 28-10-2020, 19:44
Beller en gebelde: [telefoonnummer] BUM [telefoonnummer]
zegt jij bent een andere of niet
[telefoonnummer] zegt Ja man, ik ben die kleine
[telefoonnummer] Man
Tapgesprek 30-09-2020 16:41
Beller en gebelde: [telefoonnummer] BUM [telefoonnummer]
zegt dat hij even weg moest en dat [telefoonnummer] de neef van hem is.
[telefoonnummer] man of vrouw
Uit bovenstaande informatie kan geconcludeerd worden dat de gebruikers van dealerlijn
[telefoonnummer] zijn:
• [medeverdachte 1]
• [verdachte]
• [medeverdachte 2]
Uit analyse is gebleken dat het werkgebied van de dealers voornamelijk de regio West-Utrecht
betreft. In de volgende plaatsen vinden veel afspraken en/of ontmoetingen plaats:
• Mijdrecht
• Vinkeveen
Uit de tapgesprekken en de sms berichten bleek dat er benamingen gebruikt worden waarvan het ambtshalve bekend is dat hiermee verdovende middelen bedoeld kunnen worden. De volgende benamingen worden gebruikt:
• Hele
• Halve
• Kleine
Telefoonnummer [telefoonnummer]
Uit een
proces-verbaal van bevindingen betreffende een analyse van de tap op het telefoonnummer [telefoonnummer] ( [telefoonnummer] )blijkt onder meer het volgende:
Gebruiker telefoonnummer [telefoonnummer] :
Het bovengenoemde telefoonnummer is in gebruik van verdachte [medeverdachte 2] .
Tapgesprek 01-09-2020 09:25
Beller en gebelde: [telefoonnummer] BUM [telefoonnummer] I
[telefoonnummer] meld zich af op school. Noemt zichzelf [medeverdachte 2] , geboren op [1997] .
Uit de tap is gebleken dat verdachte [medeverdachte 2] contact heeft met verdachte [medeverdachte 1] . Dit blijkt uit gesprekken en sms berichten naar het telefoonnummer [telefoonnummer] . Het contact tussen [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] gaat voornamelijk over de tijd en plaats waar afgesproken wordt.
Tapgesprek 25-09-2020 17:34
Beller en gebelde: [telefoonnummer] BUM [telefoonnummer]
wordt door [telefoonnummer] aangestuurd naar Kruytvat te gaan naar die rooie. Ze moet appen
als ze er bijna is.
Uit een
proces-verbaal van bevindingen betreffende het onderzoek naar een iPhone 11blijkt onder meer het volgende:
Het toestel werd tijdens de aanhouding op 13 november 2020 onder [medeverdachte 2] aangetroffen. Uit onderzoek is gebleken dat het telefoonnummer + [telefoonnummer] in gebruik is bij [medeverdachte 2] .
Gesprek tussen: + [telefoonnummer] en + [telefoonnummer]
Startdatum: 16-04-2020, einddatum 11-11-2020
Ik zag dat er in de gesprek 2089 berichten stonden. Uit onderzoek is gebleken dat het telefoonnummer + [telefoonnummer] in gebruik is bij [medeverdachte 1] .
+ [telefoonnummer] 18-6-2020 18:22:41 (UTC+2)
Waar zie ik je
+ [telefoonnummer] 18-6-2020 18:25:52(UTC+2)
Ben in Mijdrecht app alsje na Mijdrecht rijd
+ [telefoonnummer] 18-6-2020 18:27:12(UTC+2)
Moet ik naar Mijdrecht komen?
+ [telefoonnummer] 18-6-2020 18:31:02(UTC+2)
Ja
+ [telefoonnummer] 20-6-2020 12:38:46(UTC+2)
Kanje naar Mijdrecht gaan nu
+ [telefoonnummer] 20-6-2020 12:39:22(UTC+2)
Even langs gaan bedoel je
+ [telefoonnummer] 20-6-2020 12:39:50(UTC+2)
Of wil je dat ik nu kom ben net wakker
+ [telefoonnummer] 20-6-2020 12:39:50(UTC+2)
Ja
+ [telefoonnummer] 20-6-2020 12:40:00(UTC+2)
Welke van de twee
+ [telefoonnummer] 20-6-2020 12:40:10(UTC+2)
Die ding brengen
+ [telefoonnummer] 20-6-2020 12:56:03(UTC+2)
App me alsje er bent dan loopt hij na je toe
+ [telefoonnummer] 20-6-2020 13:04:52(UTC+2)
Ik ben er
+ [telefoonnummer] 20-6-2020 13:09:39(UTC+2)
Ga naar binnen
Uit
een proces-verbaal van bevindingen betreffende stemherkenningenblijkt onder meer het volgende:
Op 28 oktober 2020 heb ik, [verbalisant 2] samen met wijkagent [verbalisant 1] tapgesprekken beluisterd. Ik heb hem de onderstaande tapgesprekken laten beluisteren.
Taplijn 002 IMEI [IMEI nummer]
Taplijn 009 Telefoonnummer [telefoonnummer]
Taplijn 013 Telefoonnummer [telefoonnummer]
Taplijn 014 Telefoonnummer [telefoonnummer]
Stemherkenning # [IMEI nummer] (
opm. rb: telefoonnummer [telefoonnummer])
De stem van IMEI nummer [IMEI nummer] herkende ik, [verbalisant 1] , als die van [medeverdachte 1] .
Stemherkenning # [IMEI nummer] (
opm. rb: telefoonnummer [telefoonnummer])
De stemmen van IMEI nummer [IMEI nummer] herkende ik, [verbalisant 1] , als die van [medeverdachte 1] en [verdachte] .
Stemherkenning * [telefoonnummer]
De stem van telefoonnummer [telefoonnummer] herkende ik, [verbalisant 1] , als die van [medeverdachte 1] .
Stemherkenning * [telefoonnummer]
De stem van telefoonnummer herkende ik, [verbalisant 1] , als die van [verdachte] .
Uit
een proces-verbaal van bevindingenblijkt onder meer het volgende:
Op 7 juni 2020zag ik een grotere gripzak in de boxershort van verdachte [verdachte] zitten. Ik zag dat de gripzak gevuld was met meerdere kleine gevouwen envelopjes. Het is mij ambtshalve bekend dat deze envelopjes zijn genaamd "Ponypacks" en door drugsdealers worden gebruik om harddrugs te vervoeren en verhandelen.
Uit
een kennisgeving van inbeslagnemingblijkt onder meer het volgende:
Inbeslagneming Plaats Ringdijk, Wilnis, binnen de gemeente De Ronde Venen
Goed(eren): PL0900-2020178005-2640298, medicamenten/hulpmiddelen, verdovende mid (Cocaine Crack), 14 stuks (zak papier), kleur wit, Nederland, bijzonderheden waarde zak nr: r3517292.
Uit
een proces-verbaal onderzoek verdovende middelenblijkt onder meer het volgende:
Sporendrager:
Goednummer: PL0900-2020178005-2640298
SIN: AANR0657NL
Relatie met SIN: AAOA0100NL (monster A)
12 wikkels met wit poeder en brokjes 9,07 gram
Een NFI-rapport van 11 juni 2020:
Kenmerk AAOA0100NL, poeder en brokjes, wit, uit 9,07 gram
Conclusie: bevat cocaïne
Uit
een proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagnemingblijkt onder meer het volgende:
Op 13 november 2020 werd voor een doorzoeking ter inbeslagneming binnengetreden in een woning, [adres] te [woonplaats] .Op de lijst van inbeslaggenomen goederen staan onder meer, de volgende goederen vermeld:
Zak wiet, aangetroffen op plank in keukenkast
Schaal met wiet, aangetroffen in kast 1, 2e plank in keuken
Wit brok in sealzak van Albert Heijn, aangetroffen in broodbak in keuken.
Schaal met wit poeder, aangetroffen in broodbak in keuken.
Aardappelschilmes. Aangetroffen in boordbak, waar tevens wit poeder in is aangetroffen.
Brok hasj, aangetroffen in de linkerjaszak, die hing over een stoel aan de eettafel.
1. plastic bakje met wit poeder, aangetroffen in paarse plastic tas in kast naast de keuken.
Bruin blok met daarin mogelijk cocaine, aangetroffen in witte geldkist in een zijkast naast de keuken.
Uit
een proces-verbaal van bevindingen betreffende het aantreffen van goederen bij insluitingsfouilleringblijkt onder meer het volgende:
Tijdens de insluitingsfouillering van [verdachte] op 13 november 2020 te Mijdrecht trof ik in zijn schoudertas die hij met zich droeg, een doorzichtige sealbag. Ik zag dat er in deze sealbag meerdere ponypacks zaten. Daarnaast trof ik onder hem 3 sleutelbossen aan.
Uit
een proces-verbaal van bevindingen betreffende sleutels aangetroffen onder VE [verdachte] en VE [medeverdachte 1]blijkt onder meer het volgende:
Uit de fouillering van verdachte [verdachte] kwamen in totaal 3 sleutelbossen. Deze sleutels zijn door mij gecontroleerd op de woning met als adres [adres] te [woonplaats] . Ik zag dat de sleutels passend waren voor, de voordeur, berging en de meterkast. Tevens werd er in de woning een kleine kluisje aangetroffen. In deze kluis werd een blok van omstreeks 1KG vermoedelijk cocaïne aangetroffen. Aan de sleutelbos, aangetroffen onder verdachte [verdachte] , zat een sleutel die passend was op het kluisje.
Uit de
kennisgeving van inbeslagnameblijkt dat de volgende goederen in beslag zijn genomen:
PLO900-2020116878-2733924: Blok met vermoedelijk cocaïne
PL0900-2020116878-2733927: Schaaltje met wit poeder
PL0900-2020116878-2733931: Wit brok
PL0900-2020116878-2733937: Bakje wit poeder
PL0900-2020116878-2733938: Ponypack
Overzicht inbeslaggenomen goederen [adres] in [woonplaats] :
Broodbak keuken Aardappelschilmesje goednummer: 2733942
Uit
een proces-verbaal onderzoek verdovende middelenblijkt onder meer het volgende:
Goednummer: PL0900-2020116878-2733938
Sporendrager: SIN AANQ9198NL
Relatie met SIN AANZ6037NL (monster A)
Wikkel met wit poeder, 0,06 gram
Goednummer : PLO900-2020116878-2733785
Sporendrager: SIN AANQ9200NL
Relatie met SIN AANZ6038NL(monster J)
Papieren wikkels (48), 24,92 gram wit poeder
Goednummer: PL0900-2020116878-2733927
Sporendrager: SIN AANR5440NL
Relatie met SIN AANW6522NL(monster A)
Kom met wit poeder 47,81 gram
Goednummer: PL0900-2020116878-2733937
Sporendrager: SIN AANR5442NL
Relatie met SIN AANW6523NL (monster B)
Diepvriesbakje met wit poeder en brokjes 117,67 gram
Goednummer: PL0900-2020116878-2733931
Sporendrager: SIN AANR5441NL
Relatie met SIN AANW6524NL(monster C)
Witte brokken omwikkeld met folie 171,0 gram
Goednummer: PLO900-2020116878-2733924
Sporendrager: SIN AANR5439NL
Relatie met SIN AANW6525NL (monster D)
Blok geperst wit poeder 986,3 gram
Goednummer: PL0900-2020116878-2733942
Sporendrager: SIN AANR5443NL
Relatie met SIN AANW6526NL(monster E)
Resten wit poeder op mes 0,01 gram
De inbeslaggenomen drugs zijn onderzocht door het NFI. Zij hebben de volgende rapportages opgesteld:
Een NFI-rapport van 25 november 2020:
Kenmerk AANZ6037NL: poeder, wit, uit 0,06 gram
Conclusie: bevat cocaïne
Een NFI-rapport van 25 november 2020:
Kenmerk AANZ6038NL: poeder, wit, uit 24,92 gram
Conclusie: bevat cocaïne
Een NFI-rapport van 4 december 2020:
Kenmerk AANW6522NL, poeder, wit, uit 47,81 gram
Conclusie: bevat cocaïne
Een NFI-rapport van 4 december 2020:
Kenmerk AANW6523NL, poeder en brokjes, wit, uit 117,67 gram
Conclusie: bevat cocaïne
Een NFI-rapport van 4 december 2020:
Kenmerk AANW6524NL, brok, wit, uit 171,0 gram
Conclusie: bevat cocaïne
Een NFI-rapport van 4 december 2020:
Kenmerk AANW6525NL, brok, wit, uit 986,3 gram
Conclusie: bevat cocaïne
Een NFI-rapport van 3 december 2020:
Kenmerk AANW6526NL, poeder, wit, uit 0,01 gram
Conclusie: bevat cocaïne
Uit een
proces-verbaal van bevindingenblijkt onder meer het volgende:
Ik onderzocht een in de woning van verdachte [verdachte] , [adres] in [woonplaats] , aangetroffen hoeveelheid qua kleur en samenstelling op hennep gelijkende stof.
Ik zag aan de kleur en de uiterlijke kenmerken van de aangetroffen drugs dat deze afkomstige zijn van een hennepplant. Tevens rook ik, dat de geur die de aangetroffen drugs verspreidden, overeenkwam met de kenmerkende geur van hennepplanten. Ik zag en voelde dat het een hoeveelheid droge hennep betrof. De restanten van hennepplanten, het blokje hash was verpakt in 1 gripzakje. Ik zag, dat tijdens het testen een duidelijke kleurreactie optrad. Deze reactie gaf een positieve indicatie op de aanwezigheid van hennep. Uit de determinatie en de drugstest mag gesteld worden, dat de inbeslaggenomen drugs resthennepplanten waren van het geslacht Cannabis.
Nettogewicht hash 0,0151 x 1000 = 15,1 gram
Ik zag aan de kleur en de uiterlijke kenmerken van de aangetroffen drugs dat deze afkomstige zijn van een hennepplant. Tevens rook ik, dat de geur die de aangetroffen drugs verspreidden, overeenkwam met de kenmerkende geur van hennepplanten. Ik zag en voelde dat het een hoeveelheid droge hennep betrof. De restanten van hennepplanten waren los verpakt in een waardezak met nummer R4684693. Ik zag, dat tijdens het testen een duidelijke kleurreactie optrad. Deze reactie gaf een positieve indicatie op de aanwezigheid van hennep. Uit de determinatie en de drugstest mag gesteld worden, dat de inbeslaggenomen drugs resthennepplanten waren van het geslacht Cannabis.
Bruto gewicht hennep 0,0299 x 1000 = 29,9 gram
Ik zag aan de kleur en de uiterlijke kenmerken van de aangetroffen drugs dat deze afkomstige zijn van een hennepplant. Tevens rook ik, dat de geur die de aangetroffen drugs verspreidden, overeenkwam met de kenmerkende geur van hennepplanten. Ik zag en voelde dat het een hoeveelheid droge hennep betrof. De restanten van hennepplanten waren los verpakt in een plastic Albert Heijn sluitzakje. Ik zag, dat tijdens het testen een duidelijke kleurreactie optrad. Deze reactie gaf een positieve indicatie op de aanwezigheid van hennep. Uit de determinatie en de drugstest mag gesteld worden, dat de inbeslaggenomen drugs resthennepplanten waren van het geslacht Cannabis.
Bruto gewicht hennep 0,0544 x 1000 = 54,4 gram
Uit
een proces-verbaal forensisch onderzoek woning ( [straat] [woonplaats] )blijkt onder meer het volgende
:
Op 13 november 2020 kwam ik aan op de locatie [straat] , [woonplaats] .Ik zag op de galerij, in de nabijheid van de voordeur van perceel [adres] , een geldkistje staan. Ik zag dat er in het kistje op een tissue twee patronen lagen. Ik heb deze patronen veilig gesteld.
Ik zag op het bed in de slaapkamer op de eerste verdieping een foedraal, zwart van kleur, liggen. Ik maakte de rits hiervan open en zag dat er een wapen gelijkend op een pump action shotgun in lag. Ik zag in de foedraal tevens hagelpatronen liggen, 24 stuks.
Sporendrager
SIN: AAOA2674NL
Object: vuurwapen
Bijzonderheden: In slaapkamer op bed 1e verd. in foedraal
SIN: AAOA2673NL
Object: munitie (hagelpatroon, 24 stuks
Bijzonderheden: Hagelpatronen bij wapen in foedraal
SIN: AAOA2675NL
Object: munitie, 1 stuks
Bijzonderheden: Aangetroffen in een tissue in een geldkistje
SIN: AAOA2676NL
Object: munitie, 1 stuks
Bijzonderheden: Aangetroffen in een tissue in een geldkistje
Uit
een proces-verbaal van bevindingen betreffende het onderzoek naar het in beslag genomen wapen en de munitieblijkt onder meer het volgende
:
1. SIN: AAOA2674NL
Wapen: enkelloops hagelgeweer
Categorie: II sub 3
Bovenvermeld voorwerp is een enkelloops hagelgeweer, merk/model onbekend, kaliber 12, voorzien van de wapennummers [wapennummer] (huis) en [wapennummer] (loop). Het is daarom niet uit te sluiten dat dit vuurwapen is samengesteld uit minimaal 2 verschillende vuurwapens. Tijdens het onderzoek bleek de schoudersteun te zijn vervangen door een (zelfgemaakte) pistoolgreep, waardoor het dragen van dit geweer niet of minder zichtbaar is dan wel dat de aanvalskracht wordt verhoogd.
2. SIN: AAOA2673NL (a), AAOA2675NL (b) en AAOA2676NL (c)
Munitie: 26 scherpe patronen
Categorie: III
a. 24 scherpe hagelpatronen kaliber 12, merk Tunet
b. 1 scherpe patroon kaliber 6.35 mm, merk G.F.L
c. 1 scherpe patroon kaliber 7.65mm Browing, merk Geco
Uit
de deskundigenrapportage forensisch DNA-onderzoek van het TMIFblijkt onder meer het volgende:
De DNA-profielen van onderstaande verdachten dienen vergeleken te worden met de DNA-profielen verkregen van het sporenmateriaal:
[wapennummer] , geboren op [1999] (SKN [nummer] )
Ontvangen sporenmateriaal:
SIN-nummer Beschrijving item
AAMT7298NL Wattenstaafje, bemonstering vuurwapen aaoa7674nl voorhout
Resultaat van het DNA-onderzoek:
Vuurwapen AAOA2674nl voorhout AAMT7298NL
DNA-mengprofiel afkomstig van celmateriaal van minimaal drie donoren, van wie zeker één man. Verdachte [wapennummer] kan donor zijn van celmateriaal.
Hypothese 1: de bemonstering van het spoor bevat DNA van verdachte [wapennummer] en twee onbekende, niet verwante personen.
Hypothese 2: de bemonstering van het spoor bevat DNA van drie onbekende, niet verwante personen.
De resultaten van het onderzoek aan de bemonstering zijn zeer veel waarschijnlijker wanneer hypothese 1 juist is dan wanneer hypothese 2 juist is. De bijbehorende likelihood ratio van zeer veel waarschijnlijker is 10.000-1.000.000.
Uit het
verhoor van getuige [getuige] van 17 november 2020blijkt onder meer het volgende:
V: Op welk adres sta je ingeschreven?
A: [adres] [woonplaats]
V: Wanneer ben jij voor het laatst in de woning aan de [adres] te [woonplaats] geweest?
A: Ongeveer drie weken geleden ben ik in de woning geweest.
V: Wie maken er nog meer gebruik van de woning aan de [adres] te [woonplaats] ?
A: (…) Mijn buurman heeft ook al heel lang een sleutel. (…) [medeverdachte 1] , zo heet de buurman, heeft de sleutel, omdat ik in januari 2020 in het ziekenhuis lag en hij de boel in de gaten zou houden. [medeverdachte 1] wilde daar eventueel een beetje gaan chillen. Omdat ik hem vertrouwde heb ik dit toegestaan.
Bewijsoverwegingen
De hiervoor weergegeven bewijsmiddelen worden steeds gebruikt tot het bewijs van het feit of de feiten, waarop zij blijkens hun inhoud uitdrukkelijk betrekking hebben. Sommige onderdelen van de bewijsmiddelen hebben niet betrekking op alle feiten, maar op één of meerdere feiten.
Dealen drugs (feit 2)
Ter zitting heeft verdachte verklaard dat hij heeft gedeald in drugs in de periode van januari 2020 tot en met zijn aanhouding op 7 juni 2020 en dat hij kort daarna weer is begonnen tot zijn aanhouding op 13 november 2020. De rechtbank overweegt dat dit ondersteund wordt door de overige bewijsmiddelen in het dossier (de data van de aangetroffen chatgesprekken en wat daarin besproken wordt). De rechtbank acht dan ook wettig en overtuigend bewezen dat verdachte in de periode van 1 januari 2020 tot en met 13 november 2020 gedeald heeft in cocaïne en in de periode van 1 januari 2020 tot en met 7 juni 2020 heeft gedeald in hennep. Gelet op zijn eigen verklaring en blijkens de telefoongesprekken en chatberichten acht de rechtbank bewezen, dat hij dit heeft gedaan samen met anderen.
De rechtbank spreekt verdachte vrij van het dealen van hennep in de uitoefening van beroep of bedrijf in de periode van 8 juni 2020 tot en met 13 november 2020 en van het dealen van cocaïne én hasj/hennep in de periode van 1 mei 2019 tot en met 31 december 2019, nu daar onvoldoende wettig en overtuigend bewijs voor is.
Voorhanden hebben drugs (feit 3)
De rechtbank is van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat de aangetroffen drugs in de woning aan de [adres] in de machtssfeer van verdachte was en dat hij er ook van wist. De rechtbank overweegt daartoe als volgt. Er kan wettig en overtuigend bewezen worden dat verdachte heeft gedeald in cocaïne en hennep en dat hij dit deed met onder andere medeverdachte [medeverdachte 1] . Bij de fouillering van verdachte op 13 november 2020 en op 7 juni 2020 is beide keren cocaïne aangetroffen. De huurster van de woning aan de [adres] heeft verklaard dat zij de sleutels aan medeverdachte [medeverdachte 1] heeft gegeven en zelf niet meer in de woning woont. Verdachte heeft verklaard dat hij vaak aanwezig was in die woning en uit onderzoek is gebleken dat hij de sleutels van de woning in zijn bezit had. Aan diezelfde sleutelbos zat de sleutel van het kluisje dat in die woning stond, waarin een grote hoeveelheid drugs is aangetroffen. In het licht van het voorgaande kan het naar het oordeel van de rechtbank niet anders zijn dan dat verdachte samen met medeverdachte [medeverdachte 1] de in de woning aanwezige drugs voorhanden hebben gehad.
Ten aanzien van de bewezenverklaarde hoeveelheid hennep overweegt de rechtbank dat uit het proces-verbaal blijkt dat 29,9 gram en 54,5 gram de brutohoeveelheid is. Nu de hennep is gewogen met een de plastic verpakking er omheen, zal de rechtbank tot een bewezenverklaring komen van een lager nettogewicht.
Deelname criminele organisatie (feit 1)
Aan verdachte is ten laste gelegd dat hij heeft deelgenomen aan een organisatie als bedoeld in artikel 11b van de Opiumwet (Ow). Een organisatie in de zin van voormeld artikel is een samenwerkingsverband tussen twee of meer personen met een zekere duurzaamheid en structuur. Dit kan blijken uit een onderlinge verdeling van werkzaamheden of onderlinge afstemming van activiteiten van deelnemers binnen de organisatie met het oog op het bereiken van het gemeenschappelijke doel van de organisatie. Het oogmerk van deze organisatie moet gericht zijn op het plegen van misdrijven als bedoeld in de Opiumwet. Voor een bewezenverklaring is voldoende dat het plegen van misdrijven door de organisatie wordt beoogd. Om van deelneming in de zin van artikel 11b Ow te kunnen spreken is vereist dat verdachte tot het samenwerkingsverband behoort en dat hij een aandeel heeft in – of ondersteuning geeft aan – gedragingen die strekken tot óf rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het oogmerk van de organisatie. In het bestanddeel deelneming aan een organisatie ligt tevens het opzet van verdachte besloten. Verdachte moet in zijn algemeenheid weten dat de organisatie het plegen van misdrijven beoogt.
De rechtbank overweegt als volgt. Zoals hiervoor is overwogen kan wettig en overtuigend bewezen worden dat verdachte in de periode van 1 januari 2020 tot en met 13 november 2020 samen met anderen heeft gedeald in cocaïne. Uit de bewijsmiddelen blijkt dat er sprake is van een samenwerkingsverband met een zekere structuur en duurzaamheid tussen verdachte, [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] (hierna: medeverdachten) met betrekking tot het dealen in cocaïne. De structuur van de organisatie wordt tot uitdrukking gebracht door de rolverdeling tussen de verdachten. De telefoon met telefoonnummer * [telefoonnummer] was wisselend in gebruik bij [medeverdachte 1] en verdachte en de telefoon met het telefoonnummer [telefoonnummer] werd door alle drie gebruikt. [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en verdachte maakten zelf afspraken, brachten cocaïne naar een klant op een afgesproken locatie of lieten de cocaïne achter op een met de klant afgesproken plek. Uit de afgeluisterde telefoongesprekken en de chatgesprekken blijkt dat [medeverdachte 1] zowel verdachte als [medeverdachte 2] opdracht gaf om cocaïne naar bepaalde plekken en mensen te brengen. Daarnaast is in de woning [adres] , waar zowel verdachte als [medeverdachte 1] toegang toe hadden, een voorraad drugs aangetroffen. Een groot deel daarvan, ongeveer 1 kilogram, bevond zich in een kluis waarvan de sleutel bij verdachte is aangetroffen. De rechtbank gaat er vanuit dat de handelsvoorraad van [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en verdachte in de woning aan de [adres] werd bewaard. Daarbij neemt de rechtbank mee dat verdachte ter zitting heeft verklaard dat hij niet alleen handelde.
De duurzaamheid van de organisatie komt tot uitdrukking in de periode dat de samenwerking plaatsvond. Die periode stelt de rechtbank vast op 1 juni 2020 tot en met 13 november 2020, gelet op de data van het aangetroffen berichtenverkeer tussen verdachten onderling en de afnemers. Verdachte heeft weliswaar verklaard dat hij over een langere periode cocaïne heeft gedeald, maar het dossier bevat geen bewijs om deelname aan deze of een andere criminele organisatie over die langere periode bewezen te verklaren.
Alles overwegende is de rechtbank van oordeel dat het samenwerkingsverband tussen verdachte en zijn medeverdachten een gestructureerd en duurzaam karakter had, zodat aan de vereisten voor het aannemen van een criminele organisatie is voldaan.
De rechtbank spreekt verdachte vrij van deelneming aan de criminele organisatie in de periode van 1 mei 2019 tot en met 31 mei 2020, nu daar onvoldoende wettig en overtuigend bewijs voor is.
Voorhanden hebben vuurwapen en munitie (feit 4 en 5)
Ter zitting heeft verdachte verklaard dat hij geen wetenschap had van het wapen en de munitie die is aangetroffen op het bed in de slaapkamer van de woning aan de [adres] . De rechtbank acht de verklaring van verdachte niet aannemelijk geworden en overweegt daarover als volgt. Verdachte heeft verklaard dat hij in de periode voor zijn aanhouding op 13 november 2020 regelmatig in de woning kwam en daar ook sliep. Hij had de sleutels van de woning. Het wapen en de munitie zijn aangetroffen op het bed in de slaapkamer en de tas waar het wapen en de munitie in zaten, lag volledig in het zicht. Verder blijkt uit het forensisch DNA-onderzoek dat het DNA-mengprofiel dat op het vuurwapen is aangetroffen afkomstig kan zijn van verdachte. Het is zeer veel waarschijnlijker (likelyhood ratio 10.000 – 1.000.000) dat de bemonstering van het wapen het DNA van verdachte en twee onbekende, niet verwante personen bevat, dan dat de bemonstering het DNA van drie onbekende, niet verwante personen bevat. Gelet op deze omstandigheden samen acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich bewust was van de aanwezigheid van het wapen en de munitie in de woning aan de [adres] en dus kan wettig en overtuigend bewezen worden verklaard dat hij het wapen en de munitie voorhanden heeft gehad.