ECLI:NL:RBMNE:2021:4900
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 3 juni 2021 uitspraak gedaan in het beroep van Fletcher Hotel Exploitaties B.V. tegen de heffingsambtenaar van de gemeente Huizen. Het beroep betreft de uitspraak op bezwaar van verweerder van 30 juli 2020. De rechtbank heeft besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat eiseres het griffierecht niet op tijd heeft betaald. Dit is in strijd met artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), waarin staat dat iemand die in beroep gaat griffierecht moet betalen. In dit geval was het verschuldigde griffierecht € 354,-.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres slechts € 48,- heeft betaald, wat niet het volledige bedrag is. Eiseres heeft geen geldige reden gegeven voor het niet tijdig betalen van het griffierecht. Eiseres heeft eerder, op 10 november 2020, een beroep op betalingsonmacht gedaan en verzocht om uitstel van betaling, maar dit verzoek is afgewezen. De rechtbank heeft eiseres op 25 februari 2021 een aangetekende brief gestuurd waarin zij werd geïnformeerd dat het griffierecht binnen vier weken moest worden betaald. Aangezien eiseres niet aan deze verplichting heeft voldaan, heeft de rechtbank geoordeeld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, zoals bepaald in artikel 8:54 van de Awb.
De rechtbank heeft geen proceskostenvergoeding toegewezen, maar heeft wel bepaald dat het gedeeltelijk betaalde griffierecht aan eiseres zal worden terugbetaald. De uitspraak is gedaan door rechter mr. R.C. Stijnen en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.