ECLI:NL:RBMNE:2021:4887
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vernietiging pakketreisovereenkomst wegens niet voldoen aan precontractuele informatieverplichtingen
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 13 oktober 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen de besloten vennootschap PRIJSVRIJ.NL B.V. en een gedaagde die in persoon procedeerde. De zaak betreft een pakketreisovereenkomst waarbij Prijsvrij niet heeft voldaan aan de (precontractuele) informatieverplichtingen zoals vastgelegd in de artikelen 7:502 en 7:504 van het Burgerlijk Wetboek. De kantonrechter heeft vastgesteld dat Prijsvrij onvoldoende informatie heeft verstrekt over de mogelijkheid tot opzegging van de overeenkomst en de hoogte van de annuleringskosten. Dit heeft geleid tot de conclusie dat de pakketreisovereenkomst vernietigd moet worden, omdat Prijsvrij niet aan haar wettelijke verplichtingen heeft voldaan.
De procedure begon met een tussenvonnis op 16 juni 2021, waarin de kantonrechter al had geoordeeld dat er sprake was van een pakketreisovereenkomst. Prijsvrij kreeg de kans om aan te tonen dat zij aan haar informatieverplichtingen had voldaan, maar de overgelegde bewijsstukken, waaronder schermafdrukken van een digitaal boekingsproces, waren onvoldoende. De kantonrechter oordeelde dat de informatie niet op een duidelijke en begrijpelijke manier was verstrekt, wat in strijd is met de wettelijke vereisten.
Uiteindelijk heeft de kantonrechter de vorderingen van Prijsvrij afgewezen en geoordeeld dat de vernietiging van de overeenkomst ook de rechtsgrond voor de gevorderde hoofdsom doet vervallen. Prijsvrij werd veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van de gedaagde op nihil werden begroot, aangezien deze zich niet had laten bijstaan door een professionele gemachtigde. De uitspraak benadrukt het belang van transparante informatieverstrekking in het kader van pakketreisovereenkomsten en de gevolgen van het niet naleven van deze verplichtingen.