ECLI:NL:RBMNE:2021:4821

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
5 oktober 2021
Publicatiedatum
11 oktober 2021
Zaaknummer
16.157580.21 en 16.017251.21 (gev. ttz) (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Woninginbraak met DNA-sporen en ongeloofwaardig alternatief scenario

In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland op 5 oktober 2021, stonden de verdachten terecht voor woninginbraken gepleegd op 9 maart 2020 en 25 december 2018, alsook in de periode van 14 tot 15 april 2020. De rechtbank heeft de zaken gevoegd behandeld, waarbij de verdachte, geboren in Polen en gedetineerd in PI Alphen aan den Rijn, werd beschuldigd van meerdere inbraken. Tijdens de zitting op 21 september 2021 zijn de vorderingen van de officier van justitie, mr. E.M. ter Braak, en de verdediging van de verdachte, mr. A.M. Schotte, besproken. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat er geen belemmeringen waren voor een inhoudelijke behandeling.

De tenlastelegging omvatte onder andere het feit dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan woninginbraak door middel van braak. De rechtbank heeft bewijsstukken overwogen, waaronder DNA-sporen die op de plaats delict zijn aangetroffen. De verdachte heeft verklaard dat hij de woningen betrad op zoek naar een slaapplek, maar de rechtbank oordeelde dat deze verklaring ongeloofwaardig was, gezien de omstandigheden en de aangetroffen sporen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich meermalen schuldig heeft gemaakt aan diefstal uit woningen, waarbij hij waardevolle goederen heeft weggenomen.

De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 9 maanden, met aftrek van het voorarrest. Daarnaast is er een schadevergoeding toegewezen aan de benadeelde partij, die materiële schade heeft geleden door de inbraken. De rechtbank heeft de vordering van de benadeelde partij tot een bedrag van € 6.000,- toegewezen, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum van de inbraak. De rechtbank heeft de verdachte ook verplicht tot betaling aan de Staat, met de mogelijkheid van gijzeling bij niet-betaling.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummers: 16.157580.21 en 16.017251.21 (gev. ttz) (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 5 oktober 2021
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1980] te [geboorteplaats] (Polen),
gedetineerd in PI Alphen aan den Rijn,
hierna: verdachte.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 21 september 2021. De zaak met het parketnummer 16.017251.21 is door de politierechter op 13 juli 2021 verwezen naar de meervoudige rechtbank zodat de zaak tezamen met de zaken met het parketnummer 16.157580.21 kan worden onderzocht.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. E.M. ter Braak en van hetgeen verdachte en zijn raadsman, mr. A.M. Schotte, advocaat te Doorn, alsmede de benadeelde partij [benadeelde] naar voren hebben gebracht.
De rechtbank heeft de zaken, die bij afzonderlijke dagvaardingen onder de bovenvermelde parketnummers zijn aangebracht, gevoegd.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
Parketnummer 16.157580.21
1. zich op 9 maart 2020 te Baarn heeft schuldig gemaakt aan woninginbraak;
2. zich op 25 december 2018 te Hilversum heeft schuldig gemaakt aan woninginbraak;
Parketnummer 16.017251.21
zich in de periode van 14 april 2020 tot en met 15 april 2020 te Hilversum heeft schuldig gemaakt aan woninginbraak.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging. De rechtbank ziet geen belemmering voor een inhoudelijke behandeling van deze strafzaken.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft aangevoerd dat verdachte woningen heeft gekraakt om aan een overnachtingsplek te komen, maar geen spullen uit de woningen heeft meegenomen. Mogelijk hebben anderen er gebruik van gemaakt dat de woningen toegankelijk waren.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Parketnummer 16.157580.21
Bewijsmiddelen [1]
Feit 1:
In de aangifte wordt onder meer het volgende vermeld:
“Ik ben bewoner van [adres] te [woonplaats] . Op 9 maart 2020 omstreeks 10:00 uur was alles in en aan de woning intact en afgesloten. Omstreeks 15:30 uur, diezelfde dag, ontdekte ik dat er was ingebroken in mijn woning. Ik zag dat er glasscherven op
de grond lagen voor de achterdeur van mijn woning en dat het onderste raam van mijn achterdeur kapot was. Ik zag overal kastjes en deuren open staan. [2] Ik zal de goederenlijst invullen. [3]
- Sony Playstation 4;
- Fotocamera (Compact);
- Harde schijf, 3 stuks;
- Camera Canon;
- Communicatieap (Telefoon), Iphone Xsmax; [4]
- Communicatieap (Telefoon), 2 stuks Iphone 6s;
- Computer (Notebook), Apple Mac Pro;
- Headset Turtle Beach Ear Force Recon;
- Ring Zilverkleurig;
- Paspoort; [5]
- Rookwaar (Sigaretten), 2 sloffen. [6]
Uit forensisch onderzoek is onder meer het volgende gebleken:

Aanleiding onderzoek
Op 10 maart 2020 kwam ik voor een forensisch onderzoek op de [adres] [woonplaats] . [7]
Samenvatting
De dader(s) hebben aan de achterzijde van de woning vermoedelijk gepoogd om de achterdeur [8] open te breken met vermoedelijk een schroevendraaier en vermoedelijk een breekijzer. De dader(s) hebben het onderste raam van de achterdeur ingegooid cq ingeslagen. De dader(s) zijn vermoedelijk via het raam naar binnengeklommen. De dader(s) hebben de deksel van een urn opengedraaid.
Overzicht veiliggestelde sporen
Spoornummer PL0900-2020072449-154848
SIN AANO5706NL
Spooromschrijving Bloed
Plaats veiligstellen Urn in de woonkamer
Spoornummer PL0900-2020072449-154849
SIN AANO5707NL
Spooromschrijving Bloed
Plaats veiligstellen Urn in de woonkamer [9]
Onderzoek door het Nederland Forensisch Instituut (NFI) heeft onder meer het volgende opgeleverd:
“AANO5706NL Bloed betreft DNA-profiel van een man, onbekende A,
matchkans < 1 op 1 miljard
AANO5707NL Bloed betreft DNA-profiel van een man, onbekende A,
matchkans < 1 op 1 miljard [10]
Feit 2:
In de aangifte wordt onder meer het volgende vermeld:
“Ik woon op de [adres] te [woonplaats] . Op 25 december 2018 ben ik rond 16:00 van huis gegaan, bij terugkomst merkte ik dat de deur naar de trap naar boven en de deur naar de gang geopend waren. Ik sluit deze deuren altijd. Ik zag dat de boekenkast doorzocht was. Ik zag dat meerdere laden van de ladekast geopend en doorzocht waren. [11] Ik zag dat de openslaande deuren geopend waren. Ik zag dat de ruit van de openslaande deur was ingeslagen of ingegooid. Er lagen scherven op de grond. Mijn slaapkamer is doorzocht.
Ik zag dat mijn kledingkasten geopend waren.
De volgende goederen zijn weggenomen:
- digitale Leica-camera en een SD kaart;
- digitale camera van het merk Olympus;
- horloge Omega;
- horloge TWA27 Collection;
- horloge Mondaine;
- gouden horloge;
- damesbril;
- herenbril;
- leesbril; [12]
- sleutels;
- gouden zegelring;
- gouden trouwring;
- gouden zegelring;
- kelnersmes/kurketrekker;
- Samsung telefoon;
- adresboekje;
- 40 Engelse ponden. [13]
Uit sporenonderzoek is onder meer het volgende gebleken:

Onderzoekslocatie
Het onderzoek is verricht in een woning aan de [adres] [woonplaats] .
Modes operandi [14]
Men was aan de voorzijde van de woning, onder meer via het afdakje van de voordeur, op het balkon geklommen. Daar had men vervolgens een gat in de ruit van één van de balkondeuren geslagen. Middels handreiking door het ontstane gat in de ruit had men aan de binnenkant de deurgreep omhoog gedaan waarna men de woning betrad. Nadat men het pand had doorzocht, verliet men het pand via de openslaande tuindeuren, aan de achterzijde van de woning. [15]
Uit forensisch onderzoek is onder meer het volgende gebleken:

Sporendrager
Goednummer PL0900-2018369978-2333939
SIN AAKF7812NL
Object Handschoen
Onderzoek handschoen met SIN AAKF7812NL
Ik zag dat het een zwarte, stoffen rechterhandschoen betrof. Ik zag tussen de duim en de wijsvinger een gat. Ik zag rondom dit gat meerdere kleine gaatjes. Aan zowel de binnen- als buitenzijde van de handschoen trof ik glassplinters aan.
Biologisch vooronderzoek
Ik heb de handschoen onderzocht op de aanwezigheid van bloed. Hierbij zag ik meerdere op bloed lijkende sporen. Ik heb het bloedspoor aan de binnenzijde van de handschoen, [16] veiliggesteld, gewaarmerkt met SIN AAMH9495NL en AAMH9494NL en verzegeld. [17]
Veiliggestelde sporen
Spoornummer PL0900-2018369978-140574
SIN AAMH9494NL
Relatie met SIN AAKF7812NL
Spooromschrijving Bloed [18]
AAKF7812NL Handschoen
Plaats aantreffen: slaapkamer achter de aldaar gesitueerde gaskachel [19]
Onderzoek door het NFI heeft onder meer het volgende opgeleverd:
“AAMH9494NL Bloed betreft DNA-profiel van een man, onbekende A,
matchkans < 1 op 1 miljard [20]
Feit 1 en feit 2:

Gegevens verdachte
Achternaam [verdachte]
Voornamen [voornaam]
Geboortedatum [1980]
Geboorteplaats [geboorteplaats]
Geboorteland Polen
DNA-databank
Het DNA-profiel WAAI2455NL van de verdachte [verdachte] is op 28 december 2020
opgenomen in de Nederlandse DNA-databank voor strafzaken en wordt sindsdien vergeleken
met de daarin aanwezige DNA-profielen. Bij deze vergelijking zijn tot op heden drie matches gevonden. Deze matchende DNA-profielen zijn geregistreerd onder DNAprofielcluster 45256.
Bovenstaande betekent dat DNA in het sporenmateriaal met de identiteitszegels
AAMH9494NL#0l, AANO5706NL#0l, AANR4582NL#0l, uit DNA-profielcluster 45256,
afkomstig kan zijn van de verdachte [verdachte] . [21]
Parketnummer 16.017251.21
Bewijsmiddelen [22]
In de aangifte wordt onder meer het volgende vermeld:
“Plaats delict [adres] , [woonplaats]
Pleegdatum/tijd Tussen 14 april 2020 en 15 april 2020
"Ik ben de zoon van de eigenaar van dit pand. Op 14 april 2020 omstreeks 19.30 uur was ik nog in de woning van mijn vader. Ik heb toen alle ramen en deuren gesloten. Op 15 april 2020 omstreeks 20.15 uur kwam ik bij de woning en zag ik dat het slaapkamerraam open stond, dat zijn kledingkasten geopend waren en dat de lades van de nachtkastjes open waren gezet en waren doorzocht. Ik vermoed dat de onbekende dader(s) zich de toegang tot de woning hebben verschaft door met een haak door het bovenlichtje te vissen tot men het openslaande raam heeft kunnen openen. Ik heb geen inbraaksporen gezien. [23] Ik zag dat het kastje van de wastafel was doorzocht en dat de deuren van dit dressoir waren geopend. [24]
“Mijn zoon had namens mij aangifte gedaan van diefstal uit mijn woning. Op dat moment
was het nog niet duidelijk welke goederen er gestolen waren.
Hierbij vermeld ik de goederen die weggenomen zijn uit mijn woning.
- fototoestel Olympus OM2;
- fototoestel Casio;
- gouden collier;
- Apple Ipad;
- 2 tassen. [25]
Uit forensisch onderzoek is onder meer het volgende gebleken:

Aanleiding onderzoek
Op 16 april 2020 kwam ik voor een forensisch onderzoek op [adres] , [woonplaats] . [26]
Bevindingen
Via handreiking werd het afgesloten draairaam van de slaapkamer van de
hoofdbewoner ontsloten en geopend en werd de woning ingeklommen. Men heeft gebruikt
gemaakt van het niet afgesloten bovenlicht dat zich boven het genoemde draairaam
bevond. Ik zag buiten onder het ontsloten raam een kastje staan. Rondom het bovengenoemde draairaam heb ik geen braaksporen aangetroffen.
Binnen in de slaapkamer trof ik aan de voorzijde onderkant raamkozijn van het
bovenlicht een dactyloscopisch spoor aan, welke ik heb veiliggesteld.
Dacty sporen
Spoornummer PL0900-2020113431-155892
SIN AANE2639NL
Spooromschrijving Vingerafdruk
Plaats veiligstellen Binnen, voorzijde onderkant kozijn bovenlicht
slaapkamer [27]
Een vergelijkend onderzoek met een dactyloscopisch spoor heeft geleid tot individualisatie van het spoor op een persoon, geregistreerd in de landelijke vinger- en handpalmafdrukken verzameling Havank onder de volgende personalia:
[verdachte] [1980] . [28]
Bewijsoverwegingen
Verdachte heeft verklaard dat hij in de woningen is geweest omdat hij op zoek was naar een slaapplek en dat niet hij, maar mogelijk andere personen, goederen uit de woning hebben meegenomen. De rechtbank is van oordeel dat de verklaring van verdachte volstrekt onaannemelijk is in het licht van de weergegeven bewijsmiddelen. De rechtbank wijst hierbij in de eerste plaats op de DNA sporen die verdachte heeft achtergelaten. In de woning in [woonplaats] zijn bloedsporen met het DNA van verdachte gevonden op een urn in de woonkamer en in de woning aan de [straat] in [woonplaats] zijn bloedsporen met het DNA van verdachte aangetroffen in een handschoen met glassplinters die achter de kachel in de slaapkamer is gevonden. Deze DNA sporen wijzen erop dat verdachte de woningen heeft doorzocht op waardevolle spullen. Bij deze doorzoeking heeft verdachte onder meer kasten, deuren en lades geopend. Dat duidt er niet op dat verdachte daar uitsluitend was om een slaapplek te vinden. Verder is van betekenis dat het door verdachte geschetste alternatieve scenario ongeloofwaardig is omdat hij, in elk geval in twee gevallen, overdag heeft ingebroken en de woningen binnen een kort tijdsbestek weer moet hebben verlaten, gelet op het tijdstip waarop de bewoners weer zijn teruggekeerd.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
Parketnummer 16.157580.21
1
op 9 maart 2020 te [woonplaats] ,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening meerdere goederen
heeft weggenomen uit een woning, gelegen aan de [adres] , te weten
- een spelcomputer (Sony Playstation 4) en
- meerdere (foto)camera's (Compact en Canon) en
- meerdere harde schijven en
- meerdere telefoons (iPhone) en
- een Notebook (Apple Mac Pro) en
- een headset (Turtle Beach Ear Force Recon) en
- een ring en
- een paspoort en
- meerdere sloffen sigaretten,
die geheel aan een andere dan aan verdachte toebehoorden, te weten aan [benadeelde] ,
terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft
door middel van braak;
2
op 25 december 2018 te [woonplaats] ,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening meerdere goederen
heeft weggenomen uit een woning, gelegen aan de [adres] , te weten
- meerdere horloges (Omega en TWA27 Collection en Mondaine) en
- meerdere ringen en
- meerdere brillen en
- meerdere digitale camera's (Leica en Olympus) en
- een SD kaart en
- meerdere sleutels en
- een kelnersmes/kurkentrekker en
- een telefoon (Samsung) en
- een geldbedrag, te weten 40 Engelse Pond en
- een adresboekje,
die geheel aan een andere dan aan verdachte toebehoorden, te weten aan [aangever 1] ,
terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft
door middel van braak en inklimming;
Parketnummer 16.017251-21
in de periode van 14 april 2020 tot en met 15 april 2020 te
[woonplaats] ,
een Ipad (merk Apple) en
een fotocamera (merk Olympic Om2) en
een fotocamera (merk Casio) en
een ketting en
een tas,
geheel aan een ander toebehoorde, te weten aan [aangever 2] , heeft weggenomen met het
oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de
toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van inklimming, door een raam van voornoemde woning vanaf de binnenkant open te trekken en vervolgens via een raam de woning te betreden.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
Parketnummer 16.157580.21
1.
diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
2.
diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak/inklimming;
Parketnummer 16.017251.21
diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van inklimming.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte te veroordelen tot:
- een gevangenisstraf van 9 maanden, met aftrek van het voorarrest.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft aangevoerd dat gelet op de tijd die reeds in voorarrest is doorgebracht, kan worden volstaan met een deels voorwaardelijke gevangenisstraf of een taakstraf. De raadsman heeft erop gewezen dat verdachte een moeilijke periode achter de rug heeft waarin hij verslaafd was en moeite had om aan onderdak te komen. Verder is van belang dat verdachte een zoon heeft. Ten slotte heeft de raadsman erop gewezen dat verdachte de strafbare feiten niet gedurende de nacht heeft gepleegd en dat er geen confrontatie met de bewoners is geweest.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
Uit de bewezenverklaring volgt dat verdachte zich meermalen heeft schuldig gemaakt aan diefstal uit een woning door middel van braak en inklimming. Verdachte heeft er blijk van gegeven geen enkel respect te hebben voor de persoonlijke eigendommen van de slachtoffers en hun persoonlijke levenssfeer. Daarbij heeft hij voor de slachtoffers overlast en financiële schade veroorzaakt. Verdachte heeft zich kennelijk laten leiden door financieel gewin. Feiten als het onderhavige brengen in de maatschappij gevoelens van angst en onveiligheid teweeg.
De oriëntatiepunten voor straftoemeting van het LOVS (Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht) gaan voor inbraak in een woning uit van 3 maanden gevangenisstraf. De rechtbank hanteert deze oriëntatiepunten als uitgangspunt voor de beantwoording van de vraag welke straf passend is.
Bij haar beslissing heeft de rechtbank ook rekening gehouden met een uittreksel justitiële documentatie (hierna: strafblad) betreffende verdachte van 11 augustus 2021.
Uit het strafblad blijkt dat verdachte eerder is veroordeeld voor soortgelijke feiten, maar deze veroordelingen zijn nog niet onherroepelijk. De rechtbank leidt uit het strafblad alleen af dat artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht van toepassing is en kent aan de eerdere veroordelingen, omdat die niet onherroepelijk zijn, geen strafvermeerderende of strafverminderende betekenis toe.
De rechtbank is van oordeel dat niet kan worden volstaan met een straf die geen vrijheidsbeneming met zich brengt.
De rechtbank overweegt dat verdachte driemaal een woninginbraak heeft gepleegd zodat gelet op de LOVS oriëntatiepunten
een gevangenisstraf voor de duur van 9 maandenpassend en geboden is.

9.BENADEELDE PARTIJ

[benadeelde] heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 10.673,04. Dit bedrag bestaat uit materiële schade, ten gevolge van het aan verdachte onder 1 van parketnummer 16.157580.21 ten laste gelegde feit.
9.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat, rekening houdend met een waardevermindering van 10% per jaar, een schadevergoeding dient te worden toegekend van € 6.000,-.
9.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich gerefereerd met betrekking tot de vordering van de benadeelde partij.
9.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank stelt de materiële schade van [benadeelde] schattenderwijs vast op een hoogte van in totaal € 6.000,-. De rechtbank zal daarom de vordering tot het bedrag van € 6.000,- toewijzen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 9 maart 2020 tot de dag van volledige betaling.
De benadeelde partij heeft meer gevorderd dan de rechtbank zal toewijzen. De behandeling van de vordering levert voor dat deel een onevenredige belasting van het strafgeding op. De rechtbank zal daarom de benadeelde partij in dat deel van de vordering niet-ontvankelijk verklaren en bepalen dat de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van [benadeelde] aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het bedrag van € 6.000,-, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 9 maart 2020 tot de dag van volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met 65 dagen gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.
De betaling die is gedaan aan de Staat wordt op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde] in mindering gebracht. Dit geldt andersom ook indien betaling is gedaan aan de benadeelde partij.

10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 36f, 57, 63, 311 van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

11.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van 9 maanden;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
Benadeelde partij
  • wijst de vordering van [benadeelde] toe tot een bedrag van € 6.000,- (materiële schade);
  • veroordeelt verdachte tot betaling aan [benadeelde] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 9 maart 2020 tot de dag van volledige betaling;
  • verklaart [benadeelde] voor wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
  • legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [benadeelde] aan de Staat € 6.000,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 9 maart 2020 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 65 dagen gijzeling;
  • bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.S.K. Fung Fen Chung, voorzitter, mrs. A.J.P. Schotman en A. Bouteibi, rechters, in tegenwoordigheid van mr. E.E. van Wiggen-van der Hoek, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 5 oktober 2021.
mr. A.J.P. Schotman is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
Parketnummer 16.157580-21:
1
hij op of omstreeks 9 maart 2020 te [woonplaats] , althans in Nederland,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening een of meerdere goed(eren)
heeft weggenomen uit een woning, gelegen aan de [adres] , te weten
- een spelcomputer (Sony Playstation 4) en/of
- een of meerdere (foto)camera('s) (Compact en/of Canon) en/of
- een of meerdere hardeschij(f)(v)(en) en/of
- een of meerdere telefoon(s) (iPhone) en/of
- een Notebook (Apple Mac Pro) en/of
- een headset (Turtle Beach Ear Force Recon) en/of
- een ring en/of
- een paspoort en/of
- een of meerdere slof(fen) sigaretten,
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan een andere dan aan verdachte
toebehoorde(n), te weten aan [benadeelde] ,
terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of
dat/die weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van
braak en/of verbreking;
( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht )
2
hij op of omstreeks 25 december 2018 te [woonplaats] , althans in Nederland,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening een of meerdere goed(eren)
heeft weggenomen uit een woning, gelegen aan de [adres] , te weten
- een of meerdere horloge(s) (Omega en/of TWA27 Collection en/of Mondaine)
en/of
- een of meerdere (zegel)ring(en) en/of (trouw)ring en/of
- een of meerdere bril(len) en/of
- een of meerdere digitale (foto)camera('s) (Leica en/of Olympus) en/of
- een SD kaart en/of
- een of meerdere sleutel(s) en/of
- een kelnersmes/kurkentrekker en/of
- een telefoon (Samsung) en/of
- een geldbedrag, te weten 25 Zwitserse Frank en/of 40 Engelse Pond, en/of
- een adresboekje,
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan een andere dan aan verdachte
toebehoorde(n), te weten aan [aangever 1] ,
terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of
dat/die weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van
braak en/of verbreking en/of inklimming;
( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht )
Parketnummer 16.017251-21:
hij in of omstreeks de periode van 14 april 2020 tot en met 15 april 2020 te
[woonplaats] , in elk geval in Nederland, een of meerdere Ipad(s) (merk Apple) en/of
een fotocamera (merk Olympic Om2) en/of een fotocamera (merk Casio) en/of
een ketting en/of een computertas en/of, in elk geval enig goed, dat geheel of ten
dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [aangever 2] , heeft weggenomen met het
oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de
toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of die/dat weg te nemen
goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel
en/of inklimming, door met een voorwerp de slotschoot van een raam/ruit van
voornoemde woning vanaf de binnenkant open te trekken (zogenaamd 'hengelen')
en/of (vervolgens) via een raam/ruit de woning te betreden;
( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht )

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 17 juni 2021, genummerd PL09002021189573, opgemaakt door politie Midden-Nederland, doorgenummerd pagina 1 tot en met 83. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.een proces-verbaal van aangifte van [benadeelde] , pagina 16.
3.een proces-verbaal van aangifte van [benadeelde] , pagina 17.
4.een proces-verbaal van aangifte van [benadeelde] , bijlage, pagina 18.
5.een proces-verbaal van aangifte van [benadeelde] , bijlage, pagina 19.
6.een proces-verbaal van aangifte van [benadeelde] , bijlage, pagina 20.
7.een proces-verbaal forensisch onderzoek woning, genummerd PL0900-2020072449-5, pagina 35.
8.een proces-verbaal forensisch onderzoek woning, genummerd PL0900-2020072449-5, pagina 36.
9.een proces-verbaal forensisch onderzoek woning, genummerd PL0900-2020072449-5, pagina 37.
10.een geschrift, te weten een rapport van het NFI van 26 maart 2020, pagina 39.
11.een proces-verbaal van aangifte van [aangever 1] , pagina 46.
12.een proces-verbaal van aangifte van [aangever 1] , pagina 47.
13.een proces-verbaal van aangifte van [aangever 1] , pagina 48.
14.een proces-verbaal sporenonderzoek, genummerd PL0900-2018369978-2, pagina 53.
15.een proces-verbaal sporenonderzoek, genummerd PL0900-2018369978-2, pagina 54.
16.een proces-verbaal vooronderzoek lab, genummerd PL0900-2018369978-6, pagina 56.
17.een proces-verbaal vooronderzoek lab, genummerd PL0900-2018369978-6, pagina 57.
18.een proces-verbaal vooronderzoek lab, genummerd PL0900-2018369978-6, pagina 58.
19.een geschrift, te weten een waarnemingsblad DNA, pagina 64.
20.een geschrift, te weten een rapport van het NFI van 14 februari 2019, pagina 68.
21.een geschrift, te weten een rapport van het NFI van 22 januari 2021, pagina 42.
22.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 10 februari 2021, genummerd PL09002020113431, opgemaakt door politie Midden-Nederland, doorgenummerd pagina 1 tot en met 34. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
23.een proces-verbaal van aangifte door [aangever 3] , pagina 1.
24.een proces-verbaal van aangifte door [aangever 3] , pagina 2.
25.een proces-verbaal van verhoor van aangever [aangever 2] , pagina 9.
26.een proces-verbaal forensisch onderzoek woningen, genummerd PL0900-2020113431-2, pagina 11.
27.een proces-verbaal forensisch onderzoek woningen, genummerd PL0900-2020113431-2, pagina 12.
28.een proces-verbaal individualisatie dactyloscopisch spoor, genummerd PL0900-2020113431-2, pagina 16.