Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
2.TENLASTELEGGING
3.VOORVRAGEN
4.VRIJSPRAAK VAN HET ONDER 2, 3 EN 4 TEN LASTE GELEGDE
5.WAARDERING VAN HET BEWIJS
6.BEWEZENVERKLARING
7.STRAFBAARHEID VAN HET FEIT
8.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE
9.OPLEGGING VAN STRAF
een gevangenisstraf van 6 maanden, met aftrek van het voorarrest, waarvan een gedeelte van
3 maanden voorwaardelijkmet een proeftijd van
2 jaren, met als bijzondere voorwaarden: meldplicht, ambulante behandeling (met medewerking aan de mogelijkheid tot kortdurende klinische opname), en meewerken aan middelencontrole.
de maatregel strekkende tot beperking van de vrijheidvoor de duur van 2 jaren op te leggen en te bevelen dat verdachte zich onthoudt van contact met [slachtoffer 1] (
contactverbod).
een gevangenisstraf van 30 dagenpassend en geboden.
10.BENADEELDE PARTIJ
11.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
12.BESLISSING
niet bewezenen spreekt verdachte daarvan vrij;
bewezenzoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
strafbaaren kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
strafbaar;
een gevangenisstraf van 30 dagen;
- verklaart [benadeelde 1]
- veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door de verdachte gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
- verklaart [benadeelde 2]
- veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door de verdachte gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
- verklaart [benadeelde 3]
- veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door de verdachte gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
- verklaart [slachtoffer 2]
- veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door de verdachte gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
- wijst de vordering van [slachtoffer 1]
- veroordeelt verdachte tot betaling aan [slachtoffer 1] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 10 januari 2021 tot de dag van volledige betaling;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 1] aan de Staat € 500,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 10 januari 2021 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 10 dagen gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde [slachtoffer 1] dan wel aan de Staat heeft vergoed;
- verklaart de vordering van [slachtoffer 1]
heft ophet geschorste bevel tot voorlopige hechtenis.