ECLI:NL:RBMNE:2021:4708
Rechtbank Midden-Nederland
- Voorlopige voorziening
- V.E.H.G. Visser
- N.K. de Bruin
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening wegens niet-betaling griffierecht
Deze uitspraak betreft een verzoek om een voorlopige voorziening dat door verzoekster op 20 augustus 2021 is ingediend bij de Rechtbank Midden-Nederland. De voorzieningenrechter heeft besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat verzoekster het griffierecht niet heeft betaald. Dit is een vereiste voor de inhoudelijke behandeling van het verzoek, zoals vastgelegd in artikel 8:82 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank heeft verzoekster eerder gevraagd om nadere gegevens over haar inkomen en vermogen, maar de door haar aangeleverde informatie was onvoldoende om haar beroep op betalingsonmacht te onderbouwen.
De rechtbank heeft verzoekster op 13 september 2021 een griffienota gestuurd, met de mogelijkheid om het griffierecht binnen twee weken te betalen. Ondanks dat verzoekster bevestigde de griffienota te hebben ontvangen, heeft zij het griffierecht niet betaald en geen geldige reden gegeven voor deze niet-betaling. De voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat het verzoek om een voorlopige voorziening niet-ontvankelijk is, wat betekent dat er geen inhoudelijke behandeling van de zaak plaatsvindt. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling, en tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.