Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
zonder vaste woon- of verblijfplaats,
Rechtbank Midden-Nederland
In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland op 29 september 2021, is de verdachte vrijgesproken van het valselijk opmaken van verantwoordingsformulieren. De rechtbank heeft vastgesteld dat er onvoldoende bewijs is dat de verdachte zijn handtekening heeft geplaatst op de verantwoordingsformulieren in de ten laste gelegde periode van 19 januari 2013 tot en met 30 juni 2013. De zaak kwam aan het licht tijdens een administratief onderzoek door het Zorgkantoor Achmea Zilveren Kruis, waarbij verschillende verantwoordingsformulieren door de Stichting [stichting] zijn ingediend. De officier van justitie meende dat het ten laste gelegde feit wettig en overtuigend kon worden bewezen, maar de verdediging betwistte dit en pleitte voor vrijspraak. De verdediging stelde dat de verantwoordelijkheid voor de juistheid van de formulieren bij mevrouw [A] van de Stichting [stichting] lag, die de formulieren opmaakte en aan de verdachte vroeg deze te ondertekenen. De rechtbank oordeelde dat er geen bewijs was dat de verdachte in de ten laste gelegde periode de formulieren valselijk had opgemaakt, aangezien de ondertekening niet kon worden vastgesteld op de relevante data. De rechtbank verklaarde het ten laste gelegde niet bewezen en sprak de verdachte vrij.