Op 18 januari 2021 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen een verzoekster en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. De zaak betreft een verzoek van de verzoekster om vergoeding van haar proceskosten, nadat zij in beroep was gegaan omdat verweerder niet tijdig had beslist op haar verzoek om herbeoordeling. Verweerder heeft uiteindelijk op 14 oktober 2020 beslist, waarna verzoekster haar beroep heeft ingetrokken en om proceskostenvergoeding heeft verzocht. De rechtbank overweegt dat, aangezien verweerder niet heeft gereageerd op het verzoek om proceskostenvergoeding, er geen bezwaar is tegen de vergoeding. De rechtbank stelt de proceskosten vast op € 267,-, gebaseerd op de ingediende beroepschrift en de toepasselijke wegingsfactor. Daarnaast moet verweerder ook het griffierecht aan verzoekster betalen. De rechtbank heeft de beslissing op 18 januari 2021 uitgesproken en zal deze openbaar maken.