ECLI:NL:RBMNE:2021:4652

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
28 september 2021
Publicatiedatum
28 september 2021
Zaaknummer
16.255771.20 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Materieel strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Mishandeling en bedreiging binnen een gezin met minderjarige betrokkenheid

In deze zaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 28 september 2021 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een vrouw die zich schuldig heeft gemaakt aan langdurige mishandeling en bedreiging van haar echtgenoot en hun minderjarige dochter. De verdachte, geboren in 1996, heeft haar echtgenoot, [slachtoffer 2], meermalen mishandeld tussen 2016 en mei 2020, waarbij zij hem met kracht heeft geslagen, geschopt en met een scherp voorwerp heeft verwond. Daarnaast heeft zij haar dochter, [slachtoffer 1], die in 2017 is geboren, mishandeld en psychisch leed aangedaan door haar getuige te laten zijn van het geweld tegen haar vader. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte ook haar dochter heeft bedreigd en haar heeft onttrokken aan het wettelijk gezag. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaar. Tevens zijn er bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder een contact- en locatieverbod ten opzichte van de slachtoffers. De rechtbank heeft de vorderingen van de benadeelde partijen, [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1], toegewezen, elk voor een bedrag van € 3.000,- aan immateriële schadevergoeding, vermeerderd met wettelijke rente.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16.255771.20 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 28 september 2021
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1996] te [geboorteplaats] (Marokko),
wonende aan de [adres] te ( [postcode] ) [woonplaats] .

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 14 september 2021.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. R.J.J.S. Visser en van hetgeen verdachte en haar raadsvrouw, mr. S. Schilder, advocaat te Utrecht, naar voren hebben gebracht.
De rechtbank heeft voorts kennisgenomen van de vorderingen van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] , de benadeelde partijen, en van hetgeen door mr. [E] , namens [slachtoffer 2] , en van hetgeen door mr. [D] (bijzondere curator) namens [slachtoffer 1] , naar voren is gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is op de zitting gewijzigd. De gewijzigde tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht. De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1in de periode van [2016] tot en met 18 mei 2020 te Utrecht geprobeerd heeft om aan haar echtgenoot [slachtoffer 2] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen
en/of
hem in de periode van 23 april 2018 tot en met 18 mei 2020 te Utrecht heeft mishandeld;
feit 2in de periode van 1 april 2020 tot en met 18 mei 2020 te Utrecht haar dochter [slachtoffer 1] heeft mishandeld;
feit 3in de periode van 1 november 2019 tot en met 18 mei 2020 te Utrecht [slachtoffer 2] heeft bedreigd;
feit 4in de periode van 1 april 2020 tot en met 18 mei 2020 te Utrecht [slachtoffer 1] heeft bedreigd;
feit 5primair: op 13 augustus 2020 te Utrecht samen met een ander haar minderjarige dochter [slachtoffer 1] heeft onttrokken aan het gezag van [slachtoffer 2] ,
subsidiair: op 13 augustus 2020 te Utrecht heeft geprobeerd om samen met een ander haar minderjarige dochter [slachtoffer 1] aan het gezag van [slachtoffer 2] te onttrekken;
feit 6in de periode van 15 mei 2020 tot en met 30 mei 2020 te Utrecht in strijd met het haar gegeven huisverbod contact met [slachtoffer 2] heeft opgenomen.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht de feiten onder 1, 2, 3, 4, 5 primair en 6 wettig en overtuigend te bewijzen. Ter terechtzitting heeft de officier van justitie zich ten aanzien van feit 1 op het standpunt gesteld dat alleen de ten laste gelegde gedragingen inhoudende het steken en/of snijden in het bovenlichaam van aangever met een glasscherf of mes als poging tot het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel moeten worden beschouwd. De overige ten laste gelegde gedragingen zijn te kwalificeren als mishandeling.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft vrijspraak bepleit van alle feiten die aan verdachte zijn tenlastegelegd. Daartoe heeft de raadsvrouw het volgende aangevoerd.
feit 1 – mishandeling [slachtoffer 2]
De verklaring van aangever dat verdachte kort na hun huwelijk heeft geprobeerd om aan hem zwaar lichamelijk letsel toe te brengen en dat verdachte vanaf die datum aangever langdurig en meermaals heeft mishandeld, vindt geen steun in ander bewijs. De verklaringen van de getuigen zijn gebaseerd op wat zij van aangever zelf hebben gehoord. Daarbij komt dat aangever het pas veel later aan anderen heeft verteld. De verklaringen van zowel aangever als de getuigen zijn dan ook onbetrouwbaar. Op de camerabeelden is ook niet te zien dat aangever wordt gestoken met een glasscherf of een mes. Bovendien zijn de tenlastegelegde gedragingen niet te kwalificeren als een poging tot het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel. Op basis van de camerabeelden zouden alleen die handelingen bewezen kunnen worden, die door de verbalisant worden beschreven. De camerabeelden geven echter een vertekend beeld, omdat ze slechts één moment vastleggen. In het geval van een bewezenverklaring dient de pleegperiode beperkt te worden tot mei 2020, nu de beelden ergens in die maand zijn opgenomen.
feit 2 – mishandeling [slachtoffer 1]
Er is geen steunbewijs waaruit blijkt dat verdachte haar dochter langdurig zou hebben mishandeld. Uit de camerabeelden blijkt niet dat verdachte haar dochter heeft geslagen met een dweilstok of dat verdachte een salontafel tegen het lichaam van haar dochter heeft geduwd. Voor wat betreft de gedragingen van verdachte op de camerabeelden refereert de raadsvrouw zich aan het oordeel van de rechtbank. Voor zover wel tot een bewezenverklaring wordt gekomen verzoekt de raadsvrouw om de pleegperiode te beperken tot mei 2020, als bedoeld onder feit 1.
feit 3 – bedreiging [slachtoffer 2]
Volgens de raadsvrouw ontbreekt het aan voldoende bewijs dat verdachte aangever met een mes heeft bedreigd. Voor wat betreft de overige gedragingen geldt dat deze, indien bewezen, geen bedreiging tegen het leven of zware mishandeling opleveren. Voor zover wel tot een bewezenverklaring wordt gekomen verzoekt de raadsvrouw om de pleegperiode te beperken tot mei 2020, als bedoeld onder feit 1.
feit 4 – bedreiging [slachtoffer 1]
De raadsvrouw heeft aangevoerd dat verdachte zich niet schuldig heeft gemaakt aan de tenlastegelegde gedragingen dan wel dat de gedragingen geen bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht of bedreiging met mishandeling opleveren. Voor zover de rechtbank wel tot een bewezenverklaring komt verzoekt de raadsvrouw om de periode te beperken tot mei 2020, als bedoeld onder feit 1.
feit 5 – onttrekking [slachtoffer 1] aan het wettelijk gezag
Volgens de raadsvrouw ontbreekt het aan voldoende steunbewijs dat verdachte bezig was om [slachtoffer 1] te onttrekken aan het wettig gezag. Haar dochter liep zelf op verdachte af, nadat verdachte naar haar had gezwaaid. Verdachte had geen opzet om [slachtoffer 1] te onttrekken aan het gezag. Voor zover verdachte geprobeerd zou hebben om [slachtoffer 1] te onttrekken geldt dat die poging niet als voltooid kan worden beschouwd, nu [slachtoffer 1] niet ver van haar vader verwijderd was.
feit 6 – overtreding huisverbod
De raadsvrouw heeft aangevoerd dat onvoldoende wettig en overtuigend bewijs voorhanden is waaruit blijkt dat verdachte betrokken was bij het versturen van het tekstbericht en dat zij de persoon is geweest die [slachtoffer 2] heeft gebeld.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
De bewijsmiddelen [1]
Ten aanzien van feiten 1, 2, 3 en 4
Proces-verbaal van bevindingen van 15 juni 2020, betreft uitkijken camerabeelden
[slachtoffer 2] heeft camerabeelden ter beschikking gesteld voor het onderzoek. In beeld
komen drie personen:
- een vrouw;
- een man;
- een meisje van ongeveer 2-3 jaar oud.
De camerabeelden zijn zowel in beeld als geluid opgenomen. De beelden zijn in kleur
geregistreerd. Er wordt in het Berbers (dialect Noord) gesproken/geschreeuwd. Ook
geluiden van de televisie zijn in het Berbers. De gesprekken/ruzies gaan steeds over een
andere vrouw, deze gesprekken zijn samenvattend vertaald door een bevoegde tolk, met
tolknummer: [.] . De bedreigingen zijn letterlijk uitgewerkt.
Op 24 mei 2020 verklaarde [slachtoffer 2] dat hij de camera ongeveer 3 weken geleden in de
woning heeft neergezet (begin mei 2020) en dat hij niet meer wist tot wanneer de camera er
gestaan heeft. De camera heeft ongeveer 1 week opgenomen. [2]
Ik zag dat de data en tijden in het beeld niet overeenkwamen met de verklaringen van [slachtoffer 2] . Op elk camerabeeld staat de datum: 2020-01-06. De datum en tijd had [slachtoffer 2] niet ingesteld en betreft dus niet de werkelijke tijd dat de beelden zijn opgenomen.
Na het kijken van de beelden, heb ik bestandnummers bij elkaar gevoegd die bij elkaar lijken
te horen. Dit heb ik gedaan aan de hand van overeenkomstige signalementen,
overeenkomstige posities en opeenvolgende tijden van de betreffende filmpjes. [3]
Filmpje 7
Sec/min
Printscreen/bevindingen
00:10
Ik zie dat er een vrouw in beeld komt, zij gaat dichter bij de man en het meisje staan. De vrouw dreigt met de dweil te slaan waarna het meisje “Nohnohnoh” zegt en hierbij met haar linkerhandje heen en weer beweegt. [4]
00:18
Ik zie dat de vrouw de deur weer sluit. Vermoedelijk betreft het een houten dweilstok. Het meisje begint te huilen en jammert: “mamamama”.
00:23
Ik zie dat de vrouw de dweilstok omhoog haalt, ik hoor dat het meisje op dit moment harder begint te huilen en zie dat ze haar rechterarmpje meerdere keren van links naar rechts, heen en weer zwaait met haar handpalm in de richting van de vrouw. [5]
00:38
Ik hoor dat de vrouw schreeuwt. De man praat terug tegen de vrouw. Ik zie dat de vrouw met de stok in de richting loopt van de man en het meisje en hoor dat het meisje hard gaat krijsen. [6]
Filmpje 23/25
Sec/min
Printscreen/bevindingen
00:00
Ik hoor een vrouw op de achtergrond schreeuwen.
Tolk: De vrouw: ”lk prik je ogen eruit, (onverstaanbaar door het geschreeuw), ik zal je laten zien wie ik ben, ik ga je ogen laten springen je moeder” [7]
00:09
Ik zie dat het meisje en de man naar links kijken (vanuit hun positie). Het meisje gaat met haar rechterhand naar links en rechts, waarbij ze haar handpalm naar voren houdt. Ik hoor dat het meisje: “Noh” roept. Ik hoor dat de vrouw schreeuwt.
Tolk: De vrouw schreeuwt dat haar geduld met de man op is en zijn ogen zal laten springen. [8]
Filmpje 6
Sec/min
Printscreen/bevindingen
00:21
Ik zie dat de vrouw met versnelde pas om de salontafel heen loopt, haar rechter arm omhoog haalt en vervolgens met haar rechtervuist op het bovenlijf/hoofd van de man slaat. Omdat de man zijn armen omhoog houdt, is niet goed te zien waar de vrouw de man exact raakt. Het meisje kijkt in de richting van de man en de vrouw. [9]
02:03
Ik zie dat de vrouw met beide handen, de man bij zijn trainingsjack vastpakt en omhoog trekt. Ik hoor dat het meisje heel hard gaat gillen. [10]
02:07
Ik zie dat de vrouw met haar rechter hand bewegingen maakt richting het bovenlijf/hoofd van de man. Het is niet goed te zien, wat de vrouw precies doet. Ik zie dat de vrouw een korte dreigende beweging maakt, door haar rechtervuist omhoog te halen. De vrouw staat hier voorovergebogen over de man heen. De man houdt zijn armen voor zijn hoofd. Ik hoor het meisje roepen: “mama”
02:14
Ik zie dat de vrouw met haar armen slaande bewegingen maakt naar het bovenlijf van de man. De man houdt zijn armen omhoog en probeert de slaande bewegingen af te weren.
Ik zie dat het meisje in de richting van de man en vrouw kijkt en hoor dat het meisje huilt. [11]
02:40
Ik zie dat de vrouw de dweilstok totaal 3 keer naar achteren haalt en kennelijk met kracht naar voren beweegt in de richting van het bovenlichaam van de man. Ik zie niet goed waar de eerste klap terechtkomt. Ik zie dat de stok daarna 2 keer op het linker onderbeen van de man terecht komt, ik hoor hierbij 2 harde doffe klappen, wanneer de stok tegen de man aan komt. Het meisje kijkt in de richting van de man en vrouw, ik hoor dat het meisje jammert. [12]
02:52
Ik zie dat de vrouw weer in beeld komt en het meisje aan beide armen vastpakt en meetrekt uit het beeld van de camera. Tolk: de vrouw zegt: “ [slachtoffer 1 (voornaam)] kom met mij mee.” Ik hoor dat het meisje gaat huilen, (einde filmpje). [13]
Filmpje 2
Sec/min
Printscreen/bevindingen
00:00
-De man staat links in beeld met een steel in zijn rechterhand. [14]
00:12
Ik zie dat de vrouw de man aanvalt. Ze maakt met haar rechterarm een slaande beweging richting het hoofd van de man en raakt de man aan de linkerzijkant van zijn hoofd. De vrouw gaat vervolgens met beide handen richting het hoofd/bovenlijf/nek van de man. Ze maakt 2 slaande bewegingen met haar rechtervuist richting het hoofd van de man, maar de man weet deze klappen af te weren met zijn armen. [15]
00:18
Ik hoor het meisje huilen en zie dat zij in de richting van de vrouw kijkt, terwijl de vrouw wegloopt. [16]
00:20
Ik zie dat de vrouw zich omkeert en in versnelde pas terug richting de man loopt. Ik hoor dat ze schreeuwt. Ze slaat met haar rechter vlakke hand richting het hoofd van de man, maar de man weet de klap te ontwijken, door zijn arm ervoor te houden. Ik hoor het meisje huilen, zij kijkt in de richting van de man en de vrouw. De vrouw maakt nog een slaande beweging, ik hoor een pets. De vrouw loopt al schreeuwend weg uit beeld. [17]
00:31
Ik hoor dat het meisje huilt en zie dat ze haar handen voor haar ogen houdt. [18]
01:12
Ik zie dat de vrouw terugkomt in beeld. Ze pakt de salontafel vast en schuift deze hard in de richting van de benen van de man. Het gezicht van de man vertrekt. Het meisje kijkt hiernaar en ik hoor dat ze een beginnend huilend geluid maakt: “Hèèè”. [19]
01:16
Ik zie dat de vrouw met haar linkerhand het meisje vastpakt bij haar rechterarm of hand en trekt haar omhoog. Het is niet duidelijk te zien, omdat de vrouw ervoor staat. Ik hoor dat het meisje hard begint te huilen. [20]
Ik zie dat wanneer de man het meisje wil vastpakken, de vrouw het meisje loslaat en dat de vrouw zich richt op de man.
01:19
Ik zie dat de vrouw met beide vlakke handen slaat richting het hoofd van de man. [21]
Ik zie dat de vrouw daarna nog 2-3 keer slaat in de richting van het hoofd van de man. [22]
01:55
Ik zie, terwijl het huilende meisje op schoot zit bij de man, dat de vrouw met 2 handen de haren van de man vastgrijpt en op deze manier het hoofd van de man vasthoudt. De vrouw haalt meerdere keren haar armen naar achteren en slaat kennelijk met kracht 7-8 keer richting het hoofd van de man, terwijl het meisje op schoot zit en harder begint te huilen/krijsen. Ik hoor klappen/petsen. Niet goed te zien is of de vrouw het meisje hierbij ook raakt, omdat zij deels voor het meisje staat.
Tolk: de man blijft smeken of ze ermee op wil houden. De man houdt het kind vast en de vrouw schreeuwt dat hij het kind los moet laten.
02:05
Ik zie dat de vrouw met beide handen de man aan zijn haren vastpakt en beweegt met haar armen. Te zien is dat het hoofd van de man naar voren en naar achteren gaat, het hoofd gaat mee in de bewegingen van de vrouw, terwijl zij hem aan zijn haren vast heeft. Het meisje zit nog steeds op schoot bij de man en is overstuur. [23]
02:08
Ik zie dat de vrouw het meisje probeert te pakken bij haar benen en trekt hard aan het meisje. Ik hoor dat het meisje hierop nog harder gaat huilen (opmerking verbalisant: hartverscheurend).
De man houdt het meisje vast en als de vrouw het meisje loslaat, grijpt de vrouw het kind bij haar bovenarm en trekt de vrouw het meisje aan haar linker armpje omhoog.
02:11
Ik zie dat de vrouw het huilende meisje omhoog trekt, waarbij het meisje nu tussen de man en vrouw inhangt. [24]
02:12
Ik zie dat de man het meisje stevig vasthoudt. De vrouw probeert het meisje aan haar bovenlijf te pakken.
02:13
Ik zie, wanneer het de vrouw niet lukt om het meisje te pakken, dat de vrouw vervolgens met beide handen op het hoofd van de man slaat. De man probeert de klappen af te weren, door zijn arm voor zijn hoofd te houden. Als de vrouw met haar handen bij het hoofd van de man is, hoor ik een klap. Ik hoor het meisje overstuur huilen, terwijl zij op schoot bij de man ligt. [25]
02:17
Ik zie dat de vrouw vervolgens de salontafel pakt en deze hard duwt in de richting van de man en het huilende meisje wat op schoot bij de man ligt. Het meisje ligt ter hoogte van de salontafel. Niet te zien is, wat of wie er geraakt wordt omdat de vrouw ervoor staat, maar je hoort wel een klap. Ik hoor dat het meisje erg overstuur is.
02:19
Ik zie dat de vrouw de man weer met beide handen op zijn hoofd slaat. Ik hoor dat het meisje nog steeds hard huilt, zij ligt nog op schoot bij de man. [26]
Filmpje 4
Sec/min
Printscreen/bevindingen
00:00
-De man zit op de bank met het meisje liggend op zijn schoot
-De vrouw staat nog rechts in beeld.
-Het signalement van de man, vrouw en het meisje komt volledig overeen.
-De stok, staat nog steeds naast de deur, links in beeld.
-Ik hoor het meisje nog steeds huilen. Het meisje stopt met huilen. [27]
00:10
Ik zie dat de vrouw haar rechterarm omhoog haalt en met haar rechtervuist een slaande beweging maakt richting het hoofd/bovenlijf van de man. Ik kan niet goed zien of en hoe de vrouw de man raakt, omdat de vrouw ervoor staat. Ik hoor dat het meisje weer gaat huilen.
00:16
Ik zie dat de man met zijn rechterhand naar zijn hoofd grijpt en met zijn vingers over zijn hoofd wrijft. [28]
01:05
Ik zie dat de vrouw weer in beeld komt, ik hoor dat zij schreeuwt. Op het moment dat de vrouw in beeld komt, begint het meisje weer te jammeren/huilen. De vrouw blijft schreeuwen en maakt met haar rechterbeen een trappende beweging richting het onderlijf van de man.
Tolk:
De vrouw: “Geef dat meisje hier, dan ga je zien wat ik met je moeder ga doen." [29]
01:26
Ik zie dat de vrouw haar 2 handen langs haar lijf omhoog haalt en in de richting van het hoofd van de man een slaande beweging maakt, waarbij beide armen tegelijk in de richting van het hoofd/bovenlijf van de man gaan. Ik zie dat haar linkerhand een tot vuist gebalde hand is, haar rechterhand is niet in beeld omdat haar lijf ervoor zit. Ik hoor een harde klap.
01:28
Ik hoor de man “ahhhhh” zeggen en zie dat hij met zijn rechterhand naar de linkerzijkant van zijn hoofd, ter hoogte van zijn oog, grijpt. Het meisje begint harder te huilen. De vrouw loopt rechts uit het beeld van de camera. [30]
Filmpje 1
Sec/min
Printscreen/bevindingen
00:09
Ik hoor dat de vrouw schreeuwt en zie dat ze haar rechter arm omhoog haalt. Haar rechter vlakke hand gaat in de richting van het hoofd/bovenlijf van de man. Omdat de vrouw voor de man staat, zie ik niet wat er precies gebeurt, maar ik hoor het geluid van een klap/pets. Ik hoor dat het meisje hierop harder begint te huilen (overstuur). De vrouw slaat nog 3 keer, richting het hoofd van de man. Het is niet te zien of dit met vlakke hand of vuist gebeurt. [31]
00:25
Ik zie dat de vrouw met haar rechtervuist de man op zijn hoofd slaat, terwijl het huilende meisje op schoot zit bij de man en op dit moment tussen de man en de vrouw in zit. Ik hoor een klap/pets. Het lijkt op een worsteling van 4 seconden, waarbij de vrouw de man bij zijn hoofd pakt, het is alleen niet goed te zien hoe ze dit precies doet, omdat de vrouw deels voor de man en het meisje staat. Hierdoor zie ik ook niet of het meisje geraakt wordt. [32]
00:30
Ik zie dat de vrouw loslaat en vervolgens beweegt ze haar rechterhand en vingers heen en weer, zij maakt hierbij een knijpende beweging en loopt weg. Het meisje zit op schoot bij de man en ik hoor haar hard huilen. [33]
00:45
Het huilende meisje houdt met haar linker handje de zijkant van haar hoofd vast. Ik hoor haar huilend “auuuuuuu" roepen. [34]
Filmpje 3
Sec/min
Printscreen/bevindingen
00:38
Ik zie dat de vrouw voor het meisje staat en ik hoor dat de vrouw schreeuwt in de richting van het meisje.
Tolk: De vrouw richt zich tot het kind en zegt: “En jij, als jij de deur uit gaat dan trek ik jouw kop eraf.”
00:44
Ik hoor dat de vrouw vervolgens tegen de man schreeuwt. Ze staat hierbij voorovergebogen vlak voor de man.
Tolk:
De vrouw bedreigt het meisje dat als ze naar buiten gaat ze haar ogen eruit zal halen. “Als je (vrouwelijk) naar buiten gaat, dan prik ik je ogen eruit”.
De vrouw blijft tegen het kind herhalen dat als ze naar buiten gaat ze haar ogen eruit zal halen. [35]
00:59
Ik hoor dat de vrouw vervolgens weer tegen het meisje schreeuwt. Ik hoor dat het meisje hard huilt. De vrouw praat met verheven stem weer tegen het meisje. [36]
01:02
Tolk:
De vrouw: “Als je naar buiten gaat zal ik je (vrouwelijk dus gericht aan het kind) je ogen eruit halen. Begrijp je mij.”
De vrouw: “Als je de deur uit gaat trek ik je (kind) ogen eruit hoor je mij en ik zweer het ze gaat de deur niet uit.
01:44
Ik hoor en zie dat het meisje huilt, de man pakt het meisje en het meisje komt tegen de man aan zitten. Ik hoor dat de vrouw schreeuwt, de man praat tegen de vrouw.
Tolk: “Als zij de deur uit gaat haal ik haar ogen eruit.’’ [37]
01:53
Ik zie dat de vrouw naar de man en het meisje loopt. Ze haalt haar rechter arm omhoog en maakt met haar rechtervuist een slaande beweging richting het hoofd van de man.
01:55
Ik zie dat de man naar achteren beweegt, de vrouw raakt de man met haar vuist op zijn linker bovenarm. Ik hoor een klap, op het moment dat de vrouw de man raakt. Ik hoor en zie dat het meisje huilend naar de vrouw kijkt. [38]
02:43
Ik zie dat de vrouw weer terug in beeld komt. Ik hoor dat de vrouw schreeuwt. Ik zie dat de vrouw met versnelde pas in de richting van de man en het meisje loopt. Ik hoor een beginnend huiltje bij het meisje. Ik zie dat de vrouw een zwart voorwerp in haar rechterhand heeft, vermoedelijk een mobiele telefoon. Ik zie dat zij een slaande beweging met haar rechter arm maakt richting de linker schouder van de man.
02:45
Ik zie dat de vrouw opnieuw met haar rechterhand, waar ze het zwarte voorwerp in vasthoudt, een slaande beweging maakt richting de linkerschouder van de man en raakt zijn schouder. Ik hoor dat het meisje harder begint te huilen en dat de vrouw schreeuwt. Ze slaat de man nog een keer met het zwarte voorwerp op zijn linker onderarm. [39]
Filmpje 10
Sec/min
Printscreen/bevindingen
02:05
Ik zie dat een vrouw rechts in beeld komt gelopen. Ik zie dat zij een roze kleurig stoeltje pakt met haar rechterhand en met haar linkerhand de buitendeur dichttrekt.
Tolk: De vrouw heeft een kruk in haar hand en schreeuwt. De vrouw: “Ga naar buiten, opstaan naar buiten, kom opstaan.” De vrouw herhaalt dit en dreigt daarbij met de kruk.
02:07
Ik zie dat de vrouw het stoeltje direct met haar rechterarm omhoog haalt en met een dreigende houding voor de man staat. [40]
Filmpje 11
Sec/min
Printscreen/bevindingen
00:00
Ik hoor dat de vrouw tegen de man praat en de man tegen de vrouw. Ik zie dat de vrouw weer terug in beeld komt en rechts uit het beeld van de camera verdwijnt. Ik hoor dat de man en vrouw met elkaar praten.
Tolk: Gedurende dit fragment probeert de man de vrouw duidelijk te maken dat ze aan het vasten zijn en hij geen zin heeft in deze ellende. De man begrijpt niet dat de vrouw zo tijdens de ramadan en corona kan zijn. [41]
01:52
Tolk: De man wil met het meisje naar buiten maar de vrouw bedreigt het meisje. De vrouw: “Als je (vrouwelijk) naar buiten gaat haal ik je ogen eruit.” [42]
02:48
Ik zie dat de vrouw het meisje optilt, ik kan niet zien hoe ze dit doet, omdat de vrouw er met haar lijf voorstaat. Ik zie dat de vrouw rechts uit het beeld van de camera loopt met het meisje. Ik hoor dat het meisje zegt: “neeneenee” en weer begint te huilen. [43]
Filmpje 13
Sec/min
Printscreen/bevindingen
00:00
Ik zie dat de vrouw met in ieder geval haar rechter hand naar de keel grijpt van de man. Ik zie dat de vrouw de salontafel aan de kant schuift en dat ze met haar linkerhand naar de keel grijpt van de man. [44]
00:05
Ik zie dat de vrouw haar rechterarm naar achteren haalt en met haar hand/vuist een slaande beweging maakt richting de linker zijkant van het hoofd van de man
00:13
Ik zie dat de vrouw meerdere keren met haar armen richting het hoofd van de man beweegt. Ik zie dat de vrouw met haar linkerarm 2 keer de keel van de man vastpakt. Ik hoor dat de vrouw schreeuwt. [45]
00:33
Ik zie dat de vrouw nogmaals met haar linkerarm de keel van de man vastpakt en naar voren beweegt.
00:41
Ik zie dat de vrouw wegloopt, zich omkeert en haar rechterarm naar achter haalt en 3 keer een slaande beweging maakt in de richting van het hoofd/bovenlijf van de man. Ik hoor klappen. [46]
00:47
Ik zie dat de vrouw wederom de man bij zijn keel vast pakt. Ik zie dat de vrouw met haar rechter arm een slaande beweging maakt richting het hoofd van de man. Ik zie vervolgens dat de vrouw de man meerdere keren met beide handen of een enkele hand de keel van de man vastpakt. Ik zie dat de vrouw meerdere keren slaande bewegingen maakt richting het hoofd van de man. Ik hoor dat de vrouw schreeuwt tegen de man.
01:35
Ik zie dat de vrouw dichtbij de man staat. Ik hoor dat zij schreeuwt tegen de man. Ik zie dat de vrouw met haar linkerhand de keel vastgrijpt van de man. [47]
01:36
Ik zie dat de vrouw de man naar achteren duwt en dat zij haar rechterhand erbij voegt, waarbij ze op dit moment haar beide handen om zijn nek heeft. Ik zie dat de vrouw de man na 2 seconden los laat. Ik zie dat de vrouw, tot het einde van het filmpje, de man meerdere malen bij zijn keel grijpt en meerdere malen op zijn hoofd slaat. Ik zie dat de vrouw hierbij steeds naar de man loopt. [48]
Filmpje 21
Sec/min
Printscreen/bevindingen
00:34
Ik zie dat de vrouw met haar rechterarm een slaande beweging maakt richting het hoofd/bovenlijf van de man. Ik zie dat haar vuist de linkerschouder van de man raakt. Ik hoor een klap. [49]
Proces-verbaal van bevindingen van 3 november 2020, betreft herkenning personen beelden
Voor het onderzoek naar huiselijk geweld, heb ik in mei 2020 de camerabeelden bekeken, die [slachtoffer 2] had overgedragen aan de politie. Mijn bevindingen omtrent de beelden heb ik vastgelegd in een proces-verbaal van bevindingen. In dat proces-verbaal omschrijf ik 3 personen:
-een vrouw;
-een man; en
-een meisje van ongeveer 2-3 jaar oud.
Nadat ik mijn proces-verbaal van bevindingen had afgesloten en ondertekend, heb ik contact gehad met: [slachtoffer 2] , [verdachte] en [slachtoffer 1] . [50]
Toen ik op 19 september 2020 in de woning was op de [adres] te [plaatsnaam] , herkende ik de televisiekamer van de camerabeelden. Ik herkende de kamer aan de bank (print), rolgordijnen en de opstelling: bank, ramen en buitendeur.
Aanvulling op het proces-verbaal van bevindingen “uitkijken camerabeelden”:
-daar waar in het proces-verbaal gesproken wordt over de vrouw, wordt bedoeld: [verdachte]
-daar waar in het proces-verbaal gesproken wordt over de man, wordt bedoeld: [slachtoffer 2]
-daar waar in het proces-verbaal gesproken wordt over het meisje, wordt bedoeld: [slachtoffer 1] . [51]
In het bijzonder ten aanzien van feit 1 – mishandeling [slachtoffer 2]
Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] van 18 mei 2020
Ik doe aangifte van mishandeling gepleegd door mijn vrouw genaamd, [verdachte] . [52] Ik ben [2016] met [verdachte (voornaam)] getrouwd. [verdachte (voornaam)] is toen bij mij komen wonen aan de [straatnaam] . Na drie of vier dagen lagen [verdachte (voornaam)] en ik te slapen. Na een paar uurtjes voelde ik toen ineens harde stompen op mijn gezicht. Toen ik wakker werd zag en voelde ik dat [verdachte (voornaam)] mij aan het slaan was. Ik ben door deze klappen in mijn gezicht een tand verloren. Vanaf dit incident heeft [verdachte (voornaam)] mij iedere dag mishandeld. [verdachte (voornaam)] heeft mij zeker een keer of tien met een kapot glas mishandeld door met dit kapotte glas in mijn huid te steken. Een incident wat ik mij kan herinneren met een kapot glas is van een jaar geleden. [verdachte (voornaam)] was in de keuken. Ik zag toen dat [verdachte (voornaam)] een glas in haar handen hield. [53] Ik zag dat [verdachte (voornaam)] dit glas op het aanrecht kapot sloeg. Ik zag en voelde dat [verdachte (voornaam)] mij met dat kapotte glas op verschillenden plekken in mijn bovenlichaam stak. Ik voelde dat het glas door mijn kleding heen in mijn huid terecht kwam. Ik heb doordat [verdachte (voornaam)] mij met dat kapotte glas stak verwondingen opgelopen. Dit tot bloedens toe. [54]
Proces-verbaal van verhoor aangever [slachtoffer 2] van 19 mei 2020
Ik kom wel bij de kebakzaak van [getuige 1] . Ik vluchtte daar als het ware heen, als [verdachte (voornaam)] mij weer mishandeld had. [getuige 1] zag ook mijn verwondingen. Ik heb [getuige 1] toen verteld wat er gebeurde. [getuige 1] heeft toen ook foto's gemaakt van mijn verwondingen. [getuige 1] was op de hoogte van de mishandelingen vanaf drie maanden dat ik getrouwd was. De foto's heeft hij later gemaakt. De laatste foto's zijn gemaakt anderhalve week geleden. [55]
Proces-verbaal van verhoor aangever [slachtoffer 2] van 24 mei 2020
A: Zij sloeg mij een keer met de tafel tegen mijn rechter onderbeen. Dat was ongeveer 4 maanden geleden. Zij pakte de tafel op en kiepte deze om en deze kwam hard tegen mijn onderbeen. Ik heb daar nog een litteken van. Anderhalve week geleden duwde zij weer een keer de ronde tafel om en kwam deze tegen mijn linker onderbeen.
V: Wat kunt u verklaren over het slaan met dweil- en bezemstokken?
A: Ik praat dan over honderden keren. [verdachte (voornaam)] ging dan bezemstokken pakken. Dan kwam ze terug met de bezemstok en sloeg mij met de bezem over mijn hele lichaam totdat de stok kapot gaat.
Anderhalve week geleden was de laatste keer dat zij mij sloeg met een bezemstok in een kamer waar ik tv keek. Dit is ook de kamer waar ik de camera heb geplaatst. Zij sloeg mij overal waar ze mij maar kon raken. [slachtoffer 1 (voornaam)] was in dezelfde kamer en zag dat ik geslagen werd.
A: Zij heeft mij vaak bij de keel vastgepakt door haar hand om mijn keel te doen. Ze krabde mij. Wat ze ook vaak deed is met beide handen bij mijn bovenlichaam vastpakken en dan draaide ze mijn huid om. [56]
O: U heeft verschillende foto’s afgegeven bij de politie van uw letsels. Deze foto’s willen wij als bijlage bij deze verklaring voegen.
V: Wanneer zijn deze foto’s gemaakt?
A: Ik denk dat de foto’s zijn gemaakt in de periode 2017 (ongeveer anderhalf jaar geleden) tot begin mei 2019
V: Dan beginnen we bijlage 1, 2 3 (rechtbank: zie voor de foto pagina’s 48-50)
Wanneer is dit letsel veroorzaakt?
A: ongeveer 3 weken geleden.
V: Hoe is dit letsel ontstaan?
A: Door het slaan met bezem- en dweilstokken door [verdachte (voornaam)] en door krabben van [verdachte (voornaam)] en hard vastpakken . [57]
V: De foto op bijlage 17 laat ik je nu zien(rechtbank: zie voor de foto pagina 64)
A: Ik denk dat die striemen zijn gekomen door stokslagen van [verdachte (voornaam)] .
V: De foto op bijlage 18 laat ik je nu zien(rechtbank: zie voor de foto pagina 65)
.
A: Dat is een foto van de zijkant van mijn bovenlichaam. Ik zie blauwe plekken en verkleuringen en oude littekens. Dat is ook veroorzaakt door stokslagen, slaan met handen, wondjes veroorzaakt door glas. Hierin zit alles door elkaar heen qua mishandelingen.
V: De foto op bijlage 19 laat ik je nu zien(toevoeging rechtbank: zie voor de foto pagina 66)
.
A: Dat letsel op mijn been is van het slaan met een stok door [verdachte (voornaam)] . [58]
O: Wij hebben in uw verklaring van 19 mei 2020 gelezen dat de camera een week in uw woning heeft gestaan.
V: Op de beelden staat naar ons idee een verkeerde datum. Vanaf wanneer tot wanneer, heeft u de camera in uw woning gehad?
A: Ongeveer 3 weken geleden heb ik de camera geplaatst en ik weet niet meer tot wanneer de camera er stond. Hij heeft ongeveer 1 week opgenomen.
V: In welke kamer had je de camera geplaatst?
A: In de kamer waar ik altijd zat met [slachtoffer 1 (voornaam)] . Daar speelde ik altijd met [slachtoffer 1 (voornaam)] . [59]
Proces-verbaal van bevindingen van 22 mei 2020, betreft bevindingen getuige [getuige 1]
Op 22 mei 2020 heb ik telefonisch contact gelegd met de getuige [getuige 1] . Dit betrof [getuige 1] , geboren [1980] te [geboorteplaats] .
A: Ik weet dat hij aangifte heeft gedaan tegen zijn vrouw [verdachte (voornaam)] . Hij werd mishandeld en dat werd steeds erger. Ik heb foto’s gemaakt van het letsel. Allemaal krassen in zijn nek.
V: Hoe vaak zag u hem? [60]
A: Soms meerdere malen per week. Hij woont bij mij aan de overkant van de straat.
V: Wanneer is [slachtoffer 2 (voornaam)] getrouwd met [verdachte (voornaam)] ?
A: Ik denk ongeveer vier jaar geleden. We zijn in dezelfde periode getrouwd.
V: Wanneer merkte u dat er iets aan de hand was?
A: Eigenlijk snel nadat ze getrouwd waren. Het werd steeds erger. [slachtoffer 2 (voornaam)] kwam dan op bezoek. Ik hoorde hem vertellen dat het niet goed ging. [slachtoffer 2 (voornaam)] vertelde mij dit dan. Het werd steeds erger. Ik zag dat [slachtoffer 2 (voornaam)] ook letsel kreeg.
V: Wanneer zag u dat voor het eerst?
A: Het was vrij snel na het trouwen. Ik heb in ieder geval twee keer foto’s gemaakt van zijn letsel.
V: Wat voor letsel zag u dan?
A: Als [slachtoffer 2 (voornaam)] langskwam dan zag ik krassen in zijn nek en op zijn armen.
V: Hoe vaak heeft u bij [slachtoffer 2 (voornaam)] letsel gezien?
A: Ik heb het de afgelopen jaren veel vaker gezien. Ik weet niet eens hoe vaak maar veel vaker. Eigenlijk bijna elke keer zag ik wel krassen in zijn nek of op zijn armen.
A: Ik heb twee keer foto’s gemaakt van het letsel. Het ergste was de tweede keer. Ik zag veel krassen op zijn lichaam.
V: Wanneer heeft u die foto’s gemaakt?
A: De eerste keer was denk ik 1,5 jaar geleden. Ik heb toen meerdere foto’s gemaakt. De tweede keer was nog niet zolang geleden.
A: Ik denk twee maanden geleden ongeveer. Toen zat hij helemaal onder de krassen.
A: Het werd eigenlijk langzaam steeds erger. Later zag ik krassen in zijn nek staan en het werd steeds erger. Ik heb niet een bepaald moment dat het ergst was. Misschien wel de foto’s van 2 maanden geleden toen zat hij helemaal onder de krassen. [61]
Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2] van 26 mei 2020
V: Hoe heet uw broer?
A: [slachtoffer 2 (voornaam)]
V: Wanneer was de eerste keer dat u letsel bij uw broer zag?
A: Ik zag krassen in zijn nek. Dat was ongeveer anderhalf jaar na het trouwen.
V: Hoe zagen die krassen eruit?
A: Toen ik zijn overhemd naar beneden trok, zag ik behoorlijk letsel. In zijn nek en op borst.
V: Wat voor kleur hadden de krassen?
A: De krassen waren rood er kwam nog bloed uit. Ik zag bebloede krassen in zijn nek en hals.
V: Hoe vaak heeft u die krassen gezien?
A: Meerdere malen, elke keer als ik hem zag. Ik zag hem dan eens in de twee maanden ongeveer.
V: Heeft u wel eens ander letsel bij uw broer gezien?
A: De dag dat ik in de woning was heb ik zijn overhemd helemaal uitgetrokken. Hij had niet alleen letsel in zijn nek, maar over zijn hele lichaam. Op zijn armen, borst en buik. Overal. [62]
V: Wat voor letsel was dat op zijn borst?
A: Open wondjes. Het bloedde nog. Het waren meerdere open wondjes. Echt heel veel wondjes over zijn hele lichaam. [63]
In het bijzonder ten aanzien van feit 2 – mishandeling [slachtoffer 1]
Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] , mede namens [slachtoffer 1] , van 18 mei 2020
Onze dochter is op [2017] geboren. [verdachte (voornaam)] heeft mij in het bijzijn van onze dochter mishandeld. Ook heeft [verdachte (voornaam)] onze dochter mishandeld. [verdachte (voornaam)] heeft onze dochter meerder keren mishandeld door hard aan haar arm te trekken en haar dan hardhandig op bed te gooien. [64]
Proces-verbaal van verhoor aangever [slachtoffer 2] van 24 mei 2020
O: U heeft verklaard dat [slachtoffer 1 (voornaam)] dagelijks door [verdachte (voornaam)] is mishandeld.
V: Waar bestonden deze mishandelingen uit?
A: Het gaat over schreeuwen, hardhandig vastpakken, schudden. Als ik haar probeerde te beschermen pakte zij [slachtoffer 1 (voornaam)] hardhandig bij mij weg. En haar bedreigen om haar dood te maken. Ik heb regelmatig gezien dat [verdachte (voornaam)] met beide handen met haar vingers de wangen van [slachtoffer 1 (voornaam)] vastpakte en kneep en de huid van de wangen omdraaide, waardoor ze rood werden. [slachtoffer 1 (voornaam)] huilde hard.
V: Wat is regelmatig?
A: Regelmatig is vaak. [verdachte (voornaam)] schreeuwde wel elke dag hard tegen [slachtoffer 1 (voornaam)] . Wat ik regelmatig heb gezien is dat [verdachte (voornaam)] [slachtoffer 1 (voornaam)] bij 1 arm vastpakte en omhoog tilde van de grond en dan met haar wegliep en haar op bed gooide of op de bank. [65]
V: Wat is het meest heftige geweld wat [verdachte (voornaam)] heeft gebruikt tegen [slachtoffer 1 (voornaam)] ?
A: Voor mij toen [verdachte (voornaam)] [slachtoffer 1 (voornaam)] aan 1 arm omhoog tilde en met haar zo door het huis liep en ik [slachtoffer 1 (voornaam)] hoorde huilen. [66]
Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2] , de zus van [slachtoffer 2] , van 26 mei 2020
V: Hoe heet de dochter van [slachtoffer 2 (voornaam)] ?
A: [slachtoffer 1 (voornaam)] .
O: U vertelde over blauwe plekken.
A: Ik zag dan blauwe plekken op haar handjes. Ik zag ook op de benen en kuiten blauwe plekken.
V: Wanneer was de eerste keer dat u blauwe plekken zag?
A: Het kan zijn dat het van de laatste jaar is dat de blauwe plekken mij gingen opvallen.
A: Ik heb in ieder wel meerdere malen blauwe plekken gezien bij [slachtoffer 1 (voornaam)]
A: Die blauwe plekken zagen er anders uit. Het waren hele donkere plekken. [67]
Proces-verbaal verbaal van bevindingen van 4 november 2020, betreft omgang [slachtoffer 1 (voornaam)]
Op 4 november 2020 had ik telefonisch contact met [A] , medewerkster [instelling 1] en gezinsvoogd van [slachtoffer 1] .
Ik vroeg [A] hoe het momenteel gaat met de omgang tussen [slachtoffer 1] en haar moeder [verdachte] . Ik hoorde van [A] dat de eerste 3 keren de omgang niet goed is gegaan. De laatste 2 keren is de omgang rustig verlopen. Er is alleen nauwelijks contact tussen [verdachte] en [slachtoffer 1 (voornaam)] . [slachtoffer 1 (voornaam)] durft nu wel speelgoed te pakken in de ruimte, maar ze reageert niet op moeder. Ik vroeg [A] of ze dit vaker meemaakte. [A] antwoordde: “Nee, zo heftig niet.”. [68]
In het bijzonder ten aanzien van feit 3 – bedreiging [slachtoffer 2]
Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] , mede namens [slachtoffer 1] , van 18 mei 2020
Ik zag dat [verdachte (voornaam)] mij bedreigde met dat mes. Dat mes wat [verdachte (voornaam)] in haar handen hield was een keukenmes met een geel handvat. Ik denk dat het mes een lengte had van ongeveer veertig centimeter. Ik ben toen vanuit de keuken de woonkamer ingevlucht. Ik heb de deur van de woonkamer dicht getrokken en deze vastgehouden zodat [verdachte (voornaam)] deze deur niet kon open krijgen. Ik zag toen ineens dat [verdachte (voornaam)] met het mes wat zij vasthield in de deur stak. Ik zag dat de punt van het mes dwars door de deur heen kwam. [69]
Proces-verbaal van verhoor aangever [slachtoffer 2] van 19 mei 2020
De keer dat mijn [verdachte (voornaam)] mij met een mes bedreigde en door deur heen stak is ongeveer zes maanden (de rechtbank begrijpt zes maanden geleden). [70]
Proces-verbaal van verhoor aangever [slachtoffer 2] van 24 mei 2020
O: In uw aangifte van 18 mei 2020 omschrijft u een situatie dat [verdachte (voornaam)] u in de keuken
bedreigd heeft met een groot keukenmes (mes met een geel handvat, ongeveer 40 cm
lang).
A: Ik zag dat zij op een gegeven moment het mes uit de keukenlade pakte. Zij zei: “ik
ga je echt doodmaken en neersteken.”
A: Zij bedreigde mij altijd op dezelfde manier met het mes, een steekbeweging maken
naar mijn nek of daadwerkelijk met de punt mijn nek aanraken. Ik voelde dan een soort prik.
A: Ik zag toen dat zij met het mes ter hoogte van mijn borst door de deur heen stak. Dit
deed zij twee keer. [71]
Proces-verbaal van bevindingen van 20 september 2020
Op 19 september 2020 bevonden wij ons in de woning van [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] ,
gevestigd op de [adres] te [plaatsnaam] . [72] [slachtoffer 2] liet ons verschillende
plekken in de woning zien, waaronder: -een beschadiging in de deur. [slachtoffer 2] deed
voor hoe hij de deur dicht hield, toen [verdachte (voornaam)] een mes in de deur stak. Deze is dichtgesmeerd
met een smeer-of vulmiddel. [73]
In het bijzonder ten aanzien van feit 4
Zie hiervoor het hiervoor opgenomen proces-verbaal van bevindingen van 15 juni 2020, betreft uitkijken camerabeelden.
Feit 5 – onttrekking [slachtoffer 1]
Proces-verbaal aangifte [slachtoffer 2] namens slachtoffer [slachtoffer 1] op 18 augustus 2020
Ik doe aangifte tegen mijn vrouw [verdachte] en schoonmoeder [F] , van onttrekking
van een minderjarige aan het bevoegde gezag, dan wel poging daartoe. De Rechtbank heeft
bepaald dat ik tijdens de scheiding de beschikking heb over de woning, maar ook over de
zorg van mijn dochter [slachtoffer 1 (voornaam)] .
Op 13 augustus 2020 was ik samen met mijn dochter [slachtoffer 1 (voornaam)] in een park. We noemen dit in
[naam subwijk] het " [..] ." Om dit park zit een hek. [74] Ik keek om mij heen, ik zag [slachtoffer 1 (voornaam)]
niet meer. Ik zag dat een meisje van ongeveer 6-7 jaar naar mij toe kwam rennen. Ik hoorde dat het meisje tegen mij zei: Mijn moeder zegt: jouw kind is net meegenomen door 2 vrouwen! Ik zag dat [verdachte (voornaam)] en haar moeder buiten het hek net de hoek om, weg wilden lopen in de richting van de [straatnaam] . Ze liepen in versnelde pas. Ik ben naar ze toegerend. Mijn schoonmoeder liep links, [verdachte (voornaam)] liep rechts. Achter hen fietste het broertje van [verdachte (voornaam)] , genaamd [C] (15 jaar oud.) [verdachte (voornaam)] en haar moeder duwde [slachtoffer 1 (voornaam)] vooruit. Ik zag dat beide [slachtoffer 1 (voornaam)] vasthielden aan haar hand. Ik haalde ze in en pakte met 2 handen [slachtoffer 1 (voornaam)] op. Ik zag dat [verdachte (voornaam)] en haar moeder [slachtoffer 1 (voornaam)] loslieten en beide wegliepen. Ze liepen allebei een andere kant op.
Ik hoorde van de verschillende vrouwen (omstanders), dat 2 vrouwen bij het hek [slachtoffer 1 (voornaam)] aan het
lokken waren. Dit was bij de in/-uitgang aan de zijde van de [straatnaam] . De omstanders vertelden mij dat de oudere vrouw [slachtoffer 1 (voornaam)] vooral gelokt heeft door haar te roepen. Eerst zei [slachtoffer 1 (voornaam)] "Nee papa" Toen probeerden de vrouwen [slachtoffer 1 (voornaam)] wat te geven, [slachtoffer 1 (voornaam)] liep naar hen toe. Toen [slachtoffer 1 (voornaam)] er was, pakten ze meteen [slachtoffer 1 (voornaam)] 's hand vast en zijn ze snel weggelopen met [slachtoffer 1 (voornaam)] . [75]
Een beschikking van 28 juli 2020 van de Rechtbank Midden-Nederland (zaaknummer
C/16/503779 / FA RK 20-3515), als bijlage opgenomen bij het proces-verbaal van aangifte.
In de zaak van:
[slachtoffer 2] ,
wonende te [plaatsnaam] ,
hierna te noemen: de man
tegen
[verdachte] ,
wonende te [plaatsnaam] ,
hierna te noemen: de vrouw

2.Waar gaat het over?

2.1.
Partijen zijn met elkaar getrouwd.
2.2.
Zij hebben samen een kind:[slachtoffer 1] ,geboren op [2017] te [geboorteplaats] .
2.3.
Partijen willen scheiden. Zij vragen de rechtbank om voorlopige voorzieningen te treffen. [76]

4.De beslissing

voor de duur van de echtscheidingsprocedure

De rechtbank
4.1.
vertrouwt [slachtoffer 1] , geboren op [2017] te [geboorteplaats] , toe aan de man;
4.3.
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad; [77]
Proces-verbaal van bevindingen van 24 augustus 2020
Op 13 augustus 2020 om 19:35 uur kregen wij de opdracht om te gaan naar het pierenbadje
op de [straatnaam] te [plaatsnaam] . Op 13 augustus 2020 omstreeks 19:40 uur waren wij ter
plaatse. [78]
VERKLARING OMSTANDERS
Ik hoorde dat de vrouwen gezamenlijk tot een verhaal kwamen. Ik hoorde hen verklaren dat:
- Het meisje (de dochter van de melder) rustig aan het spelen was in de speeltuin
- Er op een gegeven moment een vrouw bij de ingang (zijde van de kerk) kwam en het
meisje meerdere malen rustig riep
- Dit meisje vervolgens naar deze vrouw liep
- Dat het meisje bedroefd keek op het moment dat ze naar de vrouw liep
- De vrouw het meisje vervolgens op een rustige manier vastpakte en wegliep met het meisje
- De melder vervolgens naar de vrouw en meisje rende en begon te schreeuwen
- Het meisjes vervolgens begon te huilen
- Het meisje vervolgens teruggepakt werd door de melder.
Betrokkene: [slachtoffer 2] , geboren op [1979] te [geboorteplaats] in Marokko
Betrokkene: [slachtoffer 1] , geboren op [2017] te [geboorteplaats] . [79]
Proces-verbaal van bevindingen van 7 oktober 2020
Op 13 augustus 2020, omstreeks 19:35 uur, kreeg ik, samen met collega [verbalisant 3] de
melding te gaan naar de [straatnaam] te [plaatsnaam] bij het speelveld. Ter plaatse op de
[straatnaam] sprak ik met een man welke getuige was. Hij verklaarde te zijn genaamd
[B] , [B (voornaam)] , geboren op [1973] .
Hij verklaarde dat hij samen met zijn dochter op het speelveld was. Terwijl hij stond te
praten met de melder/vader kwam zijn dochter naar hun toe gerend die riep dat [slachtoffer 1 (voornaam)] , dit
betreft de dochter van de melder, mee was genomen door haar moeder. [B] zag dat vader
vervolgens wegrende achter zijn dochter aan. Hij zag dat de moeder met [slachtoffer 1 (voornaam)] al bijna op de
[straatnaam] liep, dus dat ze al ver weg waren. Hij was blij dat zijn eigen dochter dit
gemeld had, anders was [slachtoffer 1 (voornaam)] wel echt weg. Hij verklaarde verder dat hij geen vriend is van
de vader van [slachtoffer 1 (voornaam)] , maar dat ze elkaar alleen maar kennen van dit speelveld. [80]
Proces-verbaal van bevindingen van 26 augustus 2020
Op woensdag 19 augustus 2020 omstreeks 10.00 uur heb ik samen met de aangever [slachtoffer 2] het park gelegen tussen de [straatnaam] en de [straatnaam] te [plaatsnaam] bezocht waar de onttrekking op donderdag 13 augustus 2020 had plaats gevonden. Door de aangever werden de plaatsen aangewezen waar [slachtoffer 1 (voornaam)] aan het spelen was, het zwembad en de zandbak. Tevens werd de bank aangewezen waar aangever zat ten tijde van het incident.
Op het moment dat hij merkte dat [slachtoffer 1 (voornaam)] uit de zandbak was weggelopen, zag hij zijn vrouw [verdachte (voornaam)] en haar moeder op een afstand van ongeveer 24 meter. Daarna stond hij op en rende in hun richting waarna hij ze na ongeveer 90 meter kon tegen houden en [slachtoffer 1 (voornaam)] in hun gezelschap aantrof.
Aan de hand van de aanwijzingen van aangever is op afdrukken van Google maps de looproute vermeld van [slachtoffer 1 (voornaam)] , aangever [slachtoffer 2 (voornaam)] en zijn vrouw, schoonmoeder en zwager. Op de laatste foto zijn de afstanden aangegeven via het politiesysteem Atlas Pro. [81]
(
de foto waarop de afstanden zijn aangegeven via het politiesysteem Atlas Pro op pagina 301)
Proces-verbaal van verhoor verdachte van 4 januari 2021
O: Wij hebben een beschikking gezien van de rechtbank d.d. 28 juli 2020, waarin staat dat de rechter heeft besloten dat voor de duur van de scheidingsprocedure jouw dochter [slachtoffer 1 (voornaam)] aan [slachtoffer 2] werd vertrouwd.
A: Ja, ik weet wel van de procedure. Dat [slachtoffer 1 (voornaam)] bij haar vader blijft totdat de scheiding is afgerond.
V: Ja, en dat jij geen omgang met [slachtoffer 1 (voornaam)] had, alleen onder begeleiding van [instelling 1] .
A: Ja. [82]
Feit 6 – overtreding huisverbod
Een beschikking van de burgemeester van de gemeente [plaatsnaam] van 15 mei 2020
De burgemeester van de gemeente[plaatsnaam], gelast[verdachte] , [verdachte (voornaam)], geboren[1996]te
[geboorteplaats]de woning gelegen aan:
[adres]
[postcode] [plaatsnaam]
onmiddellijk te verlaten en deze woning vanaf heden
15/05/2020 21:01 voor een periode van tien dagen, derhalve tot25/05/2020 21:01
niet te betreden, noch daarin aanwezig te zijn of zich daarbij op te houden. Gedurende deze
periode mag voornoemde persoon geen contact opnemen met de hierna genoemde personen
die met deze persoon in dezelfde woning wonen of daarin anders dan incidenteel verblijven.
Gegevens uithuisgeplaatste
Geboorte-achternaam: [verdachte]
Voornamen: [verdachte (voornaam)]
Geslacht: Vrouw
Geboorte-datum: [1996]
Woonadres: [adres]
Namen van degene(n) waarop het contactverbod van toepassing is:
(Geboorte-)achternaam Voornamen Geboortedatum Relatie tot uithuisgeplaatste
[achternaam van slachtoffer 1 en 2] [slachtoffer 2 (voornaam)] [1979] Echtgenoot
Een beschikking van de burgemeester van de gemeente [plaatsnaam] van 25 mei 2020
houdende het verlengen van een huisverbod (artikel 9 van de Wet tijdelijk huisverbod)
De burgemeester van de gemeente[plaatsnaam], gelast bij verlenging van het bij de eerdere
beschikkingd.d. 15/05/2020 21:01opgelegde huisverbod voor de daarin genoemde periode
van tien dagenmet een aansluitende periode van 18 dagen derhalve tot 12/06/2020 21:01
[verdachte] , [verdachte (voornaam)], geboren[1996]te[geboorteplaats]de woning gelegen aan:
[adres]
[postcode] [plaatsnaam]
niet te betreden, noch daarin aanwezig te zijn of zich daarbij op te houden. Gedurende deze
periode mag voornoemde persoon geen contact opnemen met de hierna genoemde personen
die met deze persoon in dezelfde woning wonen of daarin anders dan incidenteel verblijven.
Gegevens uithuisgeplaatste
Geboorte-achternaam: [verdachte]
Voornamen: [verdachte (voornaam)]
Geslacht: Vrouw
Geboorte-datum: [1996]
Woonadres: [adres]
Namen van degene(n) waarop het contactverbod van toepassing is:
(Geboorte-)achternaam Voornamen Geboortedatum Relatie tot uithuisgeplaatste
[achternaam van slachtoffer 1 en 2] [slachtoffer 2 (voornaam)] [1979] Echtgenoot [83]
Proces-verbaal van bevindingen van 3 juni 2020, betreft gesprek met [slachtoffer 2]
Op 2 juni 2020 verscheen [slachtoffer 2] , geboren op [1979] aan het politiebureau,
gevestigd aan de [adres] te [plaatsnaam] .
Hij verklaarde dat hij afgelopen vrijdag 29 en zaterdag 30 mei in totaal 25 x was gebeld
door een onbekend nummer. Toen het bellen maar door bleef gaan nam hij op en hoorde een
onbekende vrouwenstem die in het Arabisch sprak. [achternaam van slachtoffer 1 en 2] vroeg: “wat is er”?. De
vrouwenstem zei dat [verdachte (voornaam)] met hem wilde praten. Hij antwoordde dat hij niet met [verdachte (voornaam)]
wilde praten. Hij verklaarde dat hij op de achtergrond de stem van zijn vrouw [verdachte (voornaam)]
hoorde.
Vervolgens verklaarde hij dat hij de volgende dag weer meerdere keren werd gebeld door
een onbekend nummer. Toen het bellen doorging nam hij op. Hij herkende de stem van zijn
vrouw [verdachte (voornaam)] en hij vroeg “waarom bel je mij?”. Hij hoorde dat [verdachte (voornaam)] zei dat zij het met
hem wilde uitpraten. [84]
Proces-verbaal van bevindingen van 8 december 2020, betreft onderzoek histo [telefoonnummer]
Uit onderzoek naar de historische gegevens van nummer [telefoonnummer] , blijkt dat op 29 en 30 mei
2020 de volgende inkomende gesprekken zijn gekomen:
Het nummer [telefoonnummer] belt op
-op 29 mei 2020: 8 maal naar het nummer van [slachtoffer 2]
-op 30 mei 2020: 9 maal naar het nummer van [slachtoffer 2]
Het nummer [telefoonnummer] is bij de politie bekend geworden via [....] . [....]
heeft dit nummer opgegeven als het telefoonnummer van [verdachte] . Ik heb dit nummer
op 17 oktober 2020 gebeld, om een afspraak te maken voor 18 oktober 2020, teneinde een
gedragsaanwijzing uit te reiken. Toen ik dit nummer belde, kreeg ik [verdachte (voornaam)] aan de lijn, die de
telefoon doorgaf aan haar broertje [C] om het gesprek te vertalen. [85]
Proces-verbaal van verhoor verdachte van 4 januari 2021
Jij hebt een huisverbod gekregen: eerst voor 10 dagen en is daarna verlengd met 18 dagen.
V: Klopt dat?
A: Ja klopt. [86]
Bewijsoverwegingen
De hiervoor weergegeven bewijsmiddelen worden steeds gebruikt tot het bewijs van het feit of de feiten, waarop zij blijkens hun inhoud uitdrukkelijk betrekking hebben. Sommige onderdelen van de bewijsmiddelen hebben niet betrekking op alle feiten, maar op één of meerdere feiten.
feit 1 – mishandeling [slachtoffer 2]
De rechtbank overweegt dat de verklaringen van aangever over wat er is gebeurd vanaf het
moment dat hij en verdachte zijn getrouwd gedetailleerd en consistent zijn. De rechtbank
acht de verklaringen van aangever dan ook betrouwbaar en gebruikt deze voor het bewijs.
De verklaringen van aangever vinden daarnaast voldoende steun in wat de getuigen hebben
verklaard en wat door de verbalisant is waargenomen op de camerabeelden. De rechtbank
ziet in wat de verdediging heeft aangevoerd geen reden om te twijfelen aan de inhoud en de
betrouwbaarheid van de getuigenverklaringen. De rechtbank zal ook deze verklaringen
gebruiken voor het bewijs.
De rechtbank acht op basis van de bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich in de tenlastegelegde periode schuldig heeft gemaakt aan de tenlastegelegde geweldshandelingen, met uitzondering van het wurgen en het steken/snijden met een mes.
De vraag die de rechtbank vervolgens moet beantwoorden is of een of meer van die in de tenlastelegging genoemde gedragingen een poging tot zware mishandeling oplevert of opleveren. De rechtbank kan op basis van het dossier niet vaststellen of verdachte met dermate veel kracht een glasscherf in het bovenlichaam van aangever heeft gestoken, dat aangever hierdoor zwaar lichamelijk letsel had kunnen oplopen. Ook is niet gebleken dat verdachte aangever [slachtoffer 2] dusdanig hard heeft geslagen of gestompt, dan wel zijn keel zodanig krachtig en langdurig heeft vastgepakt en -gehouden dat deze geweldshandelingen een poging tot zware mishandeling opleveren. De rechtbank zal verdachte daarom vrijspreken van de tenlastegelegde poging tot zware mishandeling.
De rechtbank acht op basis van de bewijsmiddelen wel wettig en overtuigend bewezen dat
verdachte zich in de periode van [2016] tot en met 18 mei 2020 schuldig heeft
gemaakt aan de tenlastegelegde mishandeling van [slachtoffer 2] .
feit 2 – mishandeling [slachtoffer 1] (hierna ook wel: [slachtoffer 1 (voornaam)] )
De rechtbank is van oordeel dat verdachte haar dochter [slachtoffer 1 (voornaam)] in de tenlastegelegde periode (lichamelijk en psychisch) heeft mishandeld.
Uit de bewijsmiddelen volgt dat [slachtoffer 1 (voornaam)] zelf is mishandeld door verdachte en dat zij getuige is geweest van de mishandelingen, bedreigingen, het schreeuwen en het uitschelden van haar vader door verdachte. Voor psychische mishandeling of emotionele verwaarlozing van kinderen hanteert het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) de volgende definitie: aanhoudende of extreme frustratie van elementaire emotionele behoeften van het kind, waaronder ongevoeligheid van de ouders met betrekking tot het ontwikkelingsniveau van het kind alsmede het uiten van bedreigingen (zonder verwondingen). Onder psychische mishandeling of emotionele verwaarlozing valt ook het getuige zijn van het kind van geweld tussen (onder meer) de ouders. [87] De Jeugdwet en de Wet Maatschappelijke Ondersteuning 2015 definiëren kindermishandeling als: elke vorm van voor een minderjarige bedreigende of gewelddadige interactie van fysieke, psychische of seksuele aard, die de ouders of andere personen ten opzichte van wie de minderjarige in een relatie van afhankelijkheid of van onvrijheid staat, actief of passief opdringen, waardoor ernstige schade wordt berokkend of dreigt te worden berokkend aan de minderjarige in de vorm van fysiek of psychisch letsel. Vormen hiervan zijn naast lichamelijke mishandeling, ook onder meer het getuige zijn van geweld in het gezin.
De rechtbank leidt uit het voorgaande af dat het getuige zijn van huiselijk geweld kan worden gekwalificeerd als psychische mishandeling. De vraag die de rechtbank vervolgens moet beantwoorden is of psychische mishandeling kan worden aangemerkt als mishandeling in de zin van artikel 300 van het Wetboek van Strafrecht (Sr). De rechtbank is van oordeel dat dit het geval is.
Hoewel in de wetsgeschiedenis van artikel 300 Sr niet wordt gesproken over de geestelijke gezondheid, sluit de tekst van artikel 300 Sr dit ook niet uit. De in het vierde lid van artikel 300 Sr genoemde gelijkstelling van mishandeling met benadeling van de gezondheid biedt aanknopingspunten voor strafbaarheid van niet alleen het veroorzaken van lichamelijke pijn, letsel of onlust, maar ook voor mishandelingen van psychische aard. De rechtbank verwijst in dat verband ook naar het antwoord van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 1 september 2020 op Kamervragen over psychische mishandeling waarin hij op vragen over de strafrechtelijke aanpak van psychische mishandeling wijst op artikel 300 Sr. [88]
De rechtbank is van oordeel dat het getuige zijn van huiselijk geweld niet altijd als mishandeling in de zin van artikel 300 Sr kan worden aangemerkt. Het komt aan op de omstandigheden van het geval, waaronder de aard van de gedraging(en) van verdachte en de omstandigheden waaronder deze is/zijn verricht.
Uit de verklaringen van [slachtoffer 2] volgt dat de mishandelingen, de bedreigingen en het schreeuwen door verdachte al geruime tijd plaatsvonden en dat dit vaak gebeurde in het bijzijn van [slachtoffer 1 (voornaam)] . Dit wordt bevestigd door de stills van de camerabeelden, waarop herhaaldelijk is te zien dat [slachtoffer 1 (voornaam)] op momenten van mishandeling en bedreiging op de schoot van haar vader zat. De stills van de camerabeelden geven een impressie van de intensiteit waarmee dit alles gepaard is gegaan en de reactie hierop van [slachtoffer 1 (voornaam)] . Veelzeggend is de opmerking van de verbalisant die het huilen van [slachtoffer 1 (voornaam)] op enig moment omschrijft als ‘hartverscheurend’.
Uit de verklaring van de gezinsvoogd van [slachtoffer 1 (voornaam)] blijkt dat [slachtoffer 1 (voornaam)] als gevolg van het getuige zijn van dit huiselijk geweld schade heeft opgelopen. Zij negeerde verdachte op een wijze die de gezinsvoogd nog niet eerder zo heftig heeft meegemaakt.
Naar het oordeel van de rechtbank is [slachtoffer 1 (voornaam)] door getuige te zijn van de mishandeling en bedreigingen van haar vader mishandeld in de zin van artikel 300 Sr
Voor de onderdelen ‘slaan met een (dweil)stok althans een voorwerp’, ‘steken en/of snijden met een scherp voorwerp’ en ‘wurgen’, ziet de rechtbank onvoldoende bewijs in het dossier, zodat verdachte van deze onderdelen partieel zal worden vrijgesproken. Voor het overige acht de rechtbank de onder feit 2 tenlastegelegde mishandeling wettig en overtuigend bewezen.
Wat de tenlastegelegde periode betreft, ziet de rechtbank geen aanleiding tot beperking van de pleegperiode tot mei 2020. Zoals uit het voorgaande blijkt, acht de rechtbank bewezen dat verdachte de vader van [slachtoffer 1 (voornaam)] al geruime tijd voor aanvang van de onder feit 2 tenlastegelegde periode mishandelde. [slachtoffer 2] heeft verklaard dat [slachtoffer 1 (voornaam)] daarvan vaak getuige was. [slachtoffer 2] heeft voorts verklaard dat de fysieke mishandelingen van [slachtoffer 1 (voornaam)] begonnen toen ze begon met lopen en dat verdachte daarvoor [slachtoffer 1 (voornaam)] al mishandelde met woorden. Daarbij komt dat uit het proces-verbaal uitkijken camerabeelden blijkt dat de beelden dateren van april/mei 2020.
[slachtoffer 2] zegt immers op filmpje 11 tegen verdachte dat hij niet begrijpt dat verdachte tijdens ramadan en corona zo kan zijn (p. 167). Zoals de officier van justitie in zijn requisitoir naar voren heeft gebracht, vond de ramadan in 2020 in de maanden april en mei plaats. Het voorgaande brengt mee dat de rechtbank de gehele ten laste gelegde periode wettig en overtuigend bewezen acht.
feit 3 – bedreiging van [slachtoffer 2]
De rechtbank is van oordeel dat het door de raadsvrouw gevoerde verweer wordt weerlegd door de inhoud van de bewijsmiddelen.
De rechtbank zal verdachte partieel vrijspreken van het onderdeel ‘met een dweilstok prikkende bewegingen te maken richting die [achternaam van slachtoffer 1 en 2] ’, nu dit naar het oordeel van de rechtbank
geen bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht of zware mishandeling oplevert.
feit 4 – bedreiging van [slachtoffer 1 (voornaam)]
De rechtbank zal verdachte partieel vrijspreken van - kort gezegd - de onderdelen ‘dreigend een dweilstok opheffen’, ‘trappende beweging te maken’ en ‘met een dweilstok een prikkende beweging maken’, nu uit de bewijsmiddelen niet volgt dat verdachte deze gedragingen richting [slachtoffer 1 (voornaam)] heeft verricht.
De rechtbank ziet ook wat dit feit betreft, geen aanleiding tot inkorten van de tenlastegelegde periode tot mei 2020. Kortheidshalve verwijst de rechtbank naar hetgeen zij hiervoor onder feit 2 over de periode waarin de camerabeelden moeten zijn gemaakt, heeft overwogen.
feit 5 – onttrekking aan het gezag
Uit de bewijsmiddelen blijkt dat verdachte samen met haar moeder haar dochter [slachtoffer 1 (voornaam)] heeft geroepen, waarna zij [slachtoffer 1 (voornaam)] heeft vastgepakt en met haar door het toegangshek is weggelopen uit de speeltuin. Uit het proces-verbaal van bevindingen op pagina 298 blijkt dat verdachte zich met [slachtoffer 1 (voornaam)] al op een aardige afstand van de speeltuin bevond, toen [slachtoffer 2] verdachte kon tegenhouden. Op het moment dat [slachtoffer 2] merkte dat [slachtoffer 1 (voornaam)] uit de zandbak was weggelopen, zag hij zijn vrouw [verdachte (voornaam)] en haar moeder op een afstand van ongeveer 24 meter. Daarna stond hij op en rende in hun richting waarna hij ze na ongeveer 90 meter kon tegen houden en [slachtoffer 1 (voornaam)] in hun gezelschap aantrof.
Gelet op de afstand waarop [slachtoffer 1 (voornaam)] zich van de speeltuin bevond, is de rechtbank van oordeel dat verdachte zich samen met haar moeder schuldig heeft gemaakt aan een voltooide onttrekking van [slachtoffer 1 (voornaam)] aan het wettig gezag.
feit 6 – overtreden van het huisverbod
De rechtbank is van oordeel dat het door de raadsvrouw gevoerde verweer wordt weerlegd door de inhoud van de bewijsmiddelen.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
feit 1in de periode van [2016] tot en met 18 mei 2020 te [plaatsnaam] , haar echtgenoot, [slachtoffer 2] , heeft mishandeld door die [achternaam van slachtoffer 1 en 2] meermalen
met kracht te slaan en stompen (met beide vuisten) in en/of tegen het gezicht en schouder en armen en benen en met één en/of beide handen bij de keel te grijpen en die keel vast te pakken en die keel vast te houden gedurende enkele seconden en te steken en te snijden in het (boven)lichaam met glas en te slaan met een (dweil)stok tegen de/een arm(en), een been en te krabben over het gehele lichaam en te trappen en schoppen tegen de benen/een been en aan de haren te trekken en te duwen en te trekken en een salontafel tegen de benen te duwen en die salontafel tegen zijn ( [slachtoffer 2] ’s) lichaam om te gooien;
feit 2in de periode van 1 april 2020 tot en met 18 mei 2020 te [plaatsnaam] , [slachtoffer 1] , een kind over wie zij het gezag uitoefende, heeft mishandeld door meermalen:
- die [slachtoffer 1] op harde wijze aan beide/een arm(en) (mee) te trekken en
- aan haar (linker)arm omhoog te tillen en
- te knijpen en
- een (salon)tafel tegen de benen althans het lichaam van die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1] aan te duwen en die (salon)tafel om te gooien tegen het lichaam van die [slachtoffer 2] en door meermalen:
- die [slachtoffer 2] te bedreigen in het bijzijn van [slachtoffer 1] en
- te schreeuwen tegen die [slachtoffer 1] en
- [slachtoffer 2] te mishandelen terwijl deze [slachtoffer 1] op schoot dan wel in de nabije omgeving van die [slachtoffer 2] zat/was door die [slachtoffer 2] te slaan (met een voorwerp), schoppen, stompen, krabben, trappen, aan de haren te trekken, waardoor die [slachtoffer 1] (uit angst) heeft geschreeuwd, gegild en gehuild,
waardoor die [slachtoffer 1] pijn en letsel heeft bekomen en/of een hevige onlust veroorzakende geestelijke gewaarwording bij haar is veroorzaakt;
Feit 3in de periode 1 november 2019 tot en met 18 mei 2020 te [plaatsnaam] ,
[slachtoffer 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en met zware mishandeling, door
- een mes uit de keukenlade te pakken en dreigend de woorden toe te voegen ‘ik ga je echt doodmaken en neersteken’ en door daarbij stekende bewegingen te maken en door het mes op het lichaam van [slachtoffer 2] te richten en door het mes (ter hoogte van de borst van die [achternaam van slachtoffer 1 en 2] ) door een deur heen te steken terwijl die [achternaam van slachtoffer 1 en 2] aan de andere zijde van de deur stond, en
- dreigend de woorden toe te voegen “Ik prik je ogen eruit” en “Ik zal je ogen laten springen”, en
- te schreeuwen “Ga naar buiten, opstaan naar buiten, kom opstaan’ en daarbij dreigend een kruk op te tillen en voor die [achternaam van slachtoffer 1 en 2] te gaan staan;
Feit 4in de periode van 1 april 2020 tot en met 18 mei 2020 te [plaatsnaam] ,
[slachtoffer 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en met zware mishandeling, door dreigend de woorden toe te voegen: “En jij, als jij de deur uit gaat dan trek ik jou kop eraf” en “Als je naar buiten gaat, dan prik ik je ogen eruit” en “Als je naar buiten gaat haal ik je ogen eruit”;
Feit 5op 13 augustus 2020 te [plaatsnaam] , tezamen en in vereniging met een ander, opzettelijk een minderjarige, te weten [slachtoffer 1] (geboren op [2017] ), waarvan de vader is genaamd [slachtoffer 2] , en waarvan zij, verdachte, de moeder is, en die beiden het ouderlijk gezag uitoefenen, heeft onttrokken aan het opzicht van degene die dat gezag desbevoegd over die minderjarige uitoefende, terwijl die minderjarige beneden de twaalf jaren oud was, immers heeft verdachte in voornoemde plaats op voornoemde datum tezamen en in vereniging met een ander, opzettelijk [slachtoffer 1] meegenomen uit de speeltuin aan de [straatnaam] en hebben zij, verdachte, en haar mededader daarmee opzettelijk in strijd gehandeld met aan de beschikking van 28 juli 2020 van de rechtbank Midden-Nederland betreffende voorlopige voorzieningen in de zaak [slachtoffer 2] (hierna mede te noemen de man) tegen [verdachte] , verdachte, waarin is bepaald dat het minderjarige kind van partijen, [slachtoffer 1] , met onmiddellijke ingang aan de man zal worden toevertrouwd,
deze beschikking in zoverre uitvoerbaar bij voorraad is verklaard, waarvan zij, verdachte, op de hoogte was waardoor die [slachtoffer 1] werd onttrokken aan het wettig gezag, hetwelk die vader mede over die [slachtoffer 1] uitoefende;
Feit 6zij in de periode van 29 mei 2020 t/m 30 mei 2020 te [plaatsnaam] , althans in het arrondissement Midden-Nederland, als degene aan wie door of namens de burgemeester met toepassing van de Wet Tijdelijk huisverbod een huisverbod was gegeven, derhalve als uithuisgeplaatste, in strijd met dat huisverbod contact heeft opgenomen met de in dat huisverbod genoemde persoon, te weten met [slachtoffer 2] .
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
feit 1 mishandeling, terwijl de schuldige het misdrijf begaat tegen haar echtgenoot, meermalen gepleegd;
feit 2 mishandeling, terwijl de schuldige het misdrijf begaat tegen haar kind, meermalen gepleegd;
feit 3 bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en bedreiging met zware mishandeling, meermalen gepleegd;
feit 4 bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en bedreiging met zware mishandeling, meermalen gepleegd;
feit 5 primair: medeplegen van opzettelijk een minderjarige onttrekken aan het wettig over haar gesteld gezag, terwijl de minderjarige beneden de twaalf jaren oud is;
feit 6 als uithuisgeplaatste handelen in strijd met een met toepassing van artikel 2, eerste lid, van de Wet tijdelijk huisverbod, gegeven huisverbod.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF EN MAATREGEL

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte te veroordelen tot een gevangenisstraf van twaalf maanden, waarvan een gedeelte van zes maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren, met de door de reclassering geadviseerde algemene en bijzondere voorwaarden. De officier van justitie heeft voorts gevorderd de te stellen voorwaarden en het uit te oefenen toezicht dadelijk uitvoerbaar te verklaren.
Daarnaast heeft de officier van justitie gevorderd dat de rechtbank op grond van artikel 38v Sr aan verdachte een gebiedsverbod en een contactverbod ten opzichte van [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1 (voornaam)] oplegt, voor een periode van twee jaar, en een vervangende hechtenis van één week voor iedere overtreding met een totale maximale duur van zes maanden vervangende hechtenis en deze maatregel dadelijk uitvoerbaar te verklaren, waarbij de verboden zodanig worden geformuleerd dat in het kader van hulpverlening en na toestemming van [instelling 1] en de reclassering contact mogelijk is.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft aangevoerd dat volstaan kan worden met het opleggen van een taakstraf al dan niet deels voorwaardelijk en heeft hiertoe het volgende aangevoerd. Verdachte staat open voor hulp en begeleiding bij het zoeken naar een woning en werk. Doordat zij de Nederlandse taal niet goed spreekt, is het voor haar lastig om hulp te vragen. Zij wil ook graag taallessen gaan volgen, zodat zij zich verstaanbaar kan maken. Verdachte functioneert prima. Zij ontvangt dan ook liever geen hulp in de vorm van een ambulante behandeling. Verdachte heeft een blanco strafblad. Detentie zal ervoor zorgen dat zij het contact met haar familie zal verliezen.
Mocht de rechtbank overgaan tot het opleggen van bijzondere voorwaarden, dan is het niet nodig om deze voorwaarden dadelijk uitvoerbaar te verklaren. De feiten dateren van meer dan een jaar geleden. In die tijd heeft er geen contact plaatsgevonden tussen verdachte en aangevers. Het ontbreken van ieder contact tussen verdachte en aangevers maakt dat ook geen aanleiding bestaat om een maatregel op grond van artikel 38v Sr op te leggen, laat staan om deze maatregel dadelijk uitvoerbaar te verklaren.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf en maatregel heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
Ernst van het feit
Verdachte heeft zich over een langere periode schuldig gemaakt aan mishandeling en bedreiging van haar echtgenoot. Ook heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan lichamelijke en psychische mishandeling en bedreiging van hun minderjarige dochter.
Uit de aangifte en de beschrijving van de camerabeelden in het dossier blijkt dat verdachte haar echtgenoot hardhandig en veelvuldig heeft geslagen, geschopt, gekrabd en bedreigd. De mishandelingen waren soms zo heftig dat verdachte onder de krassen en verwondingen kwam. De tegen de echtgenoot gerichte mishandelingen vonden vaak plaats in het bijzijn van hun jonge dochtertje. Het verbale en fysieke geweld van verdachte heeft zich niet beperkt tot haar echtgenoot, maar heeft zich ook gericht tegen hun dochtertje. Verdachte heeft met haar gedragingen zowel de lichamelijke als psychische integriteit van haar kind en haar partner ernstig geschonden. De mishandelingen vonden bovendien plaats in hun eigen huis, terwijl een kind zich bij uitstek bij haar eigen moeder, in de eigen woning veilig zou moeten kunnen voelen. De verdachte is in haar rol als moeder ernstig tekort geschoten. Het is een feit van algemene bekendheid dat de gevolgen van kindermishandeling nog lang kunnen doorwerken in de ontwikkeling van een kind. [slachtoffer 2] heeft ter zitting geëmotioneerd verteld over hoe hij op dit moment nog steeds last heeft van alles wat verdachte hem heeft aangedaan. Uit het dossier blijkt dat ook [slachtoffer 1 (voornaam)] heeft geleden onder het huiselijk geweld van haar moeder. De rechtbank vindt het zorgwekkend dat verdachte ter zitting volhoudt dat wat hun minderjarige dochter heeft meegemaakt, geen invloed heeft op haar ontwikkeling.
Behalve mishandeling en bedreiging van haar echtgenoot en hun dochter heeft verdachte, nadat de rechtbank hun kind aan haar echtgenoot had toevertrouwd, op klaarlichte dag samen met haar moeder haar dochter meegenomen uit een speelpark en heeft verdachte contact gezocht met haar echtgenoot terwijl haar dit uitdrukkelijk was verboden. Verdachte toont daarmee geen enkel respect te hebben voor een rechterlijke uitspraak, noch voor een door de burgemeester opgelegde maatregel. Daarbij komt dat de vader van [slachtoffer 1 (voornaam)] ter zitting heeft verklaard dat hij er niet aan moet denken wat had kunnen gebeuren als hij verdachte niet kort na de onttrekking had kunnen tegenhouden. De rechtbank rekent verdachte al het voorgaande zeer aan.
De persoon van verdachte
Uit het uittreksel uit de justitiële documentatie van verdachte blijkt dat zij niet eerder met politie of justitie in aanraking is gekomen.
Door [G] , werkzaam als reclasseringswerker, is een op 1 september 2021 gedateerd reclasseringsadvies opgemaakt. Daarin staat dat er zorgen zijn over de persoonlijke omstandigheden van verdachte. Verdachte heeft geen vaste verblijfplaats, geen dagbesteding en inkomen en zij kan haar zorgverzekering niet meer betalen. Het recidiverisico wordt door de reclassering ingeschat op gemiddeld, omdat de persoonlijke omstandigheden slecht zijn. De reclassering acht het wenselijk dat verdachte maatschappelijk ondersteund gaat worden, in een gedwongen kader. Daarnaast dient gewerkt te worden aan het verkrijgen van diagnostiek en behandeling. Op die manier kan gewerkt worden aan persoonlijke groei, hetgeen het risico op recidive zou kunnen verlagen en mogelijk ook een positief effect zal hebben op de situatie tussen verdachte en haar ex-partner en kind. De reclassering adviseert bij een veroordeling een (deels) voorwaardelijke straf met als bijzondere voorwaarden (1) een meldplicht bij de reclassering en (2) ambulante behandeling.
De straf
Gelet op de aard en ernst van de feiten is de rechtbank van oordeel dat een gevangenisstraf van 12 maanden passend en geboden is. Gezien het advies van de reclassering zal de rechtbank een deel van die gevangenisstraf, te weten 6 maanden, voorwaardelijk opleggen, met daaraan gekoppeld de door de reclassering geadviseerde voorwaarden. De rechtbank vindt het van belang dat meer duidelijkheid komt over de persoon van verdachte en dat verdachte zich laat behandelen. Dit alles om ervoor te zorgen dat het risico op recidive wordt verlaagd en de situatie tussen verdachte en met name haar minderjarige dochter verbetert. De rechtbank ziet aanleiding om de proeftijd te stellen op drie jaar.
De tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 van de Penitentiaire beginselenwet of tot het moment dat de regeling van voorwaardelijke invrijheidstelling aan de orde is, als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.
Oplegging 38v maatregel
Met de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat, gelet op de huidige situatie, voorts een contact- en locatieverbod als bedoeld in artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht met aangever en hun dochter in dit geval noodzakelijk is. De rechtbank zal bepalen dat verdachte enkel contact mag hebben met aangever [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1 (voornaam)] na toestemming van [instelling 1] , of een soortgelijke instelling, en op de door die instelling te bepalen wijze, in samenspraak met de reclassering, in het kader van hulpverlening en/of een eventuele omgangsregeling. De rechtbank legt deze vrijheidsbeperkende maatregel op voor de duur van drie jaren gelet op de tot op heden nog instabiele situatie rondom de omgang met [slachtoffer 1 (voornaam)] . Gelet op het feit dat verdachte [slachtoffer 1 (voornaam)] op klaarlichte dag heeft onttrokken aan het wettig gezag en zij er ter zitting op geen enkele wijze blijk van heeft gegeven in te zien dat haar wijze van omgang met [slachtoffer 1 (voornaam)] , zoals bewezen verklaard, schadelijk is voor de ontwikkeling van [slachtoffer 1 (voornaam)] , zal de rechtbank de directe uitvoerbaarheid van deze maatregel bevelen om te voorkomen dat verdachte wederom een strafbaar feit zal plegen of zich belastend gedraagt jegens aangever en/of hun dochter.

9.BENADEELDE PARTIJ

[slachtoffer 2] heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert - na vermindering van zijn vordering ter zitting - een bedrag van € 3.000,-- aan immateriële schadevergoeding, ten gevolge van de aan verdachte ten laste gelegde feiten, te vermeerderen met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Namens [slachtoffer 1] heeft mr. [D] , bijzonder curator, zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en een bedrag van € 3.000,-- aan immateriële schadevergoeding gevorderd, ten gevolge van de aan verdachte ten laste gelegde feiten, te vermeerderen met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
9.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vorderingen van de benadeelde partijen kunnen worden toegewezen, met de wettelijke rente en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
9.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat de vorderingen - mocht tot een bewezenverklaring worden gekomen - flink gematigd dienen te worden mede gelet op het lage inkomen van verdachte en dat de uitspraken waar naar wordt verwezen niet te vergelijken zijn met de onderhavige zaak.
9.3
Het oordeel van de rechtbank
Vordering [slachtoffer 2]
Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat [slachtoffer 2] door de hiervoor bewezen verklaarde mishandelingen en bedreigingen rechtstreeks immateriële schade heeft geleden. Uit het dossier blijkt dat de benadeelde partij lichamelijk letsel heeft opgelopen. Naar het oordeel van de rechtbank brengt de aard en de ernst van de normschending door verdachte bovendien mee dat de relevante nadelige gevolgen daarvan voor de benadeelde zo voor de hand liggen, dat daarnaast sprake is van een aantasting in de persoon op andere wijze dan door lichamelijk letsel of aantasting in zijn eer of goede naam. Dit betekent dat de gevorderde immateriële schade voor vergoeding in aanmerking komt.
Rekening houdend met wat er in vergelijkbare gevallen aan schadevergoeding wordt toegekend, acht de rechtbank een immateriële schadevergoeding van € 3.000,- billijk. De rechtbank zal dit bedrag toewijzen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 18 mei 2020 tot aan de dag der algehele voldoening.
Vordering [slachtoffer 1 (voornaam)]
Op grond van artikel 6:106 lid 1 sub b Burgerlijk Wetboek komt immateriële schade (onder andere) voor vergoeding in aanmerking als sprake is van een aantasting in de persoon. Uit het dossier blijkt dat de benadeelde partij lichamelijk letsel heeft opgelopen. Daarnaast blijkt uit het dossier dat de benadeelde partij door het bewezenverklaarde handelen van verdachte ook geestelijk letsel heeft opgelopen. Kindermishandeling zoals zich in onderhavig geval heeft voorgedaan vormt een ernstige inbreuk op de lichamelijke en psychische integriteit en als algemene ervaringsregel kan worden aangenomen dat dit leidt tot (ernstige) psychische gevolgen. Naar het oordeel van de rechtbank is daarom, op grond van de stukken in het dossier en wat op de zitting met betrekking tot de vordering is gebleken, sprake van een aantasting in de persoon als gevolg van het bewezenverklaarde handelen van verdachte.
[slachtoffer 1 (voornaam)] heeft dan ook recht op een naar billijkheid vast te stellen schadevergoeding. Gelet op de gevolgen die het bewezenverklaarde voor haar heeft gehad en in aanmerking genomen de bedragen aan immateriële schadevergoeding die in vergelijkbare gevallen plegen te worden toegekend, komt het gevorderde bedrag van € 3.000,- de rechtbank billijk voor. De rechtbank zal dit bedrag toewijzen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 18 mei 2020 tot aan de dag der algehele voldoening.
Proceskosten
Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partijen hebben gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zullen maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
Schadevergoedingsmaatregel
Ook wordt oplegging van de schadevergoedingsmaatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht passend en geboden geacht, op de wijze zoals hieronder is opgenomen.

10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen:
  • 14a, 14b, 14c, 36f, 38v, 38w, 47, 57, 279, 285, 300 en 304 van het Wetboek van Strafrecht en
  • 2 en 11 van de Wet tijdelijk huisverbod,
zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

11.BESLISSING

De rechtbank:
Vrijspraak
- verklaart het onder 1, als eerste cumulatief/alternatief ten laste gelegde (poging zware mishandeling) niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Bewezenverklaring
- verklaart het onder 1, als tweede cumulatief/alternatief ten laste gelegde (mishandeling) en het onder 2, 3, 4, 5 primair en 6 ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 12 maanden;
- bepaalt dat van de gevangenisstraf een gedeelte van 6 maanden, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden algemene en bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt daarbij een proeftijd van 3 (drie) jaren vast;
- als
algemene voorwaardengelden dat:
* verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
* ten behoeve van het vaststellen van haar identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
* medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen;
- stelt als
bijzondere voorwaarden:
*dat verdachte zich binnen drie dagen volgend op het onherroepelijk worden van het vonnis bij [instelling 2] op het adres [adres] te [plaatsnaam] meldt. Verdachte blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
*dat verdachte meewerkt aan het verkrijgen van (verdiepings)diagnostiek en zich laat behandelen door [instelling 3] of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling;
- waarbij de reclassering opdracht wordt gegeven als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de bijzondere voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
- legt aan verdachte op de
maatregel strekkende tot beperking van de vrijheidvoor de duur van 3 (drie) jaren, inhoudende dat verdachte:
* zich onthoudt van direct of indirect contact met [slachtoffer 2] , geboren op [1979] , en [slachtoffer 1] , geboren op [2017] , met uitzondering van contact tussen partijen met toestemming van [instelling 1] , of een soortgelijke instelling, op de door deze instelling bepaalde wijze, in samenspraak met de reclassering, indien en voor zover dat contact in het kader van de hulpverlening en/of een eventuele omgangsregeling met [slachtoffer 1] noodzakelijk is;
* zich niet ophoudt binnen een straal van 50 meter rondom het adres [adres] alsmede het gebied dat omgeven/omsloten wordt door de straten [straatnaam] , [straatnaam] , [straatnaam] en [straatnaam] , allen gelegen te [plaatsnaam] ;
- beveelt dat voor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 7 (zeven) dagen, met een totale duur van vervangende hechtenis van ten hoogste 6 (zes) maanden;
- toepassing van de vervangende hechtenis heft de verplichtingen ingevolge de opgelegde maatregel niet op;
- beveelt dat deze vrijheidsbeperkende maatregel dadelijk uitvoerbaar is;
Benadeelde partijen
vordering [slachtoffer 2]
  • wijst de vordering van [slachtoffer 2] toe tot een bedrag van € 3.000,-;
  • veroordeelt verdachte tot betaling aan [slachtoffer 2] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 18 mei 2020 tot de dag van de algehele voldoening;
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
  • legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 2] aan de Staat € 3.000,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 18 mei 2020 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 40 dagen gijzeling;
  • bepaalt dat verdachte van haar verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als zij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
vordering [slachtoffer 1]
  • wijst de vordering van [slachtoffer 1] toe tot een bedrag van € 3.000,-;
  • veroordeelt verdachte tot betaling aan [slachtoffer 1] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 18 mei 2020 tot de dag van de algehele voldoening;
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
  • legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 1] aan de Staat € 3.000,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 18 mei 2020 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 40 dagen gijzeling;
  • bepaalt dat verdachte van haar verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als zij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.G.C. Bij de Vaate, voorzitter, mrs. H.F. Koenis en N.M.H. van Ek, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J. Troostheide, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 28 september 2021.
Bijlage: de gewijzigde tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1.
zij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van [2016] tot en met 18 mei 2020 te Utrecht, althans in Nederland ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [slachtoffer 2] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen die [achternaam van slachtoffer 1 en 2] meermalen althans eenmaal met kracht heeft geslagen en/of gestompt (met beide vuisten) in en/of tegen het gezicht, althans het hoofd en/of die [achternaam van slachtoffer 1 en 2] heeft gewurgd, althans met één en/of beide handen bij de keel heeft gegrepen en/of die keel heeft vastgepakt en/of tegen die keel heeft aangeduwd en/of die keel heeft vastgehouden gedurende twee althans enkele seconden en/of heeft gestoken en/of gesneden in het bovenlichaam met (een) glas(scherf) en/of een mes althans met een scherp voorwerp, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
en/of
zij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van [2016] tot en met 18 mei 2020 te Utrecht, althans in Nederland haar echtgenoot althans levensgezel, [slachtoffer 2] , heeft mishandeld door die [achternaam van slachtoffer 1 en 2] meermalen althans eenmaal
- met kracht te slaan en/of stompen (met beide vuisten) in en/of tegen het gezicht, althans het hoofd en/of schouder, en/of armen en/of benen, althans tegen het lichaam en/of
- te wurgen, althans met één en/of beide handen bij de keel te grijpen en/of die keel vast te pakken en/of tegen die keel aan te duwen en/of die keel vast te houden gedurende twee althans enkele seconden en/of
- te steken en/of te snijden in het (boven)lichaam met (een) glas(scherf) en/of een mes althans met een scherp voorwerp en/of
- te slaan met een (dweil)stok en/of afstandsbediening althans met enig voorwerp tegen de/een arm(en), de/een benen/been, althans het lichaam en/of
- te krabben over het gehele lichaam en/of
- te trappen en/of schoppen tegen de benen/een been, althans tegen het lichaam en/of
- te knijpen en/of
- aan de haren te trekken en/of
- te duwen en/of te trekken en/of
- een (salon)tafel tegen de benen althans het lichaam te duwen en/of die (salon)tafel tegen zijn ( [slachtoffer 2] ’s) lichaam om te gooien;
( art 300 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 302 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 304 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht, art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
2
zij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 april 2020 tot en met 18 mei 2020 te Utrecht, althans in Nederland een kind over wie zij het gezag uitoefende, [slachtoffer 1] , heeft mishandeld althans opzettelijk de gezondheid van die [slachtoffer 1] heeft benadeeld door (in
aanwezigheid van [slachtoffer 2] ) meermalen, althans éénmaaldie [slachtoffer 1]
- ( op harde wijze) aan beide/een arm(en) (mee) te trekken en/of
- bij de benen/een been te pakken en hard aan die [slachtoffer 1] te trekken en/of
- aan haar (linker)arm om hoog te tillen en/of
- te knijpen en/of
- te slaan met een (dweil)stok althans een voorwerp en/of
- een (salon)tafel tegen de benen althans het lichaam van die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1] aan te duwen en/of die (salon)tafel om te gooien tegen het lichaam van die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1] en/of door meermalen, althans éénmaal
- die [slachtoffer 2] te bedreigen in het bijzijn van [slachtoffer 1] en/of
- te schreeuwen tegen die [slachtoffer 1] en/of
- haar man [slachtoffer 2] te mishandelen terwijl deze [slachtoffer 1] op schoot dan wel in de nabije omgeving van die [slachtoffer 2] zat/was door die [slachtoffer 2] te slaan (met een voorwerp), schoppen, stompen, krabben, trappen, steken en/of snijden met een scherp voorwerp, aan de haren te trekken, te knijpen en/of te wurgen waardoor die [slachtoffer 1] (uit angst) heeft
geschreeuwd, gegild en/of gehuild,
waardoor die [slachtoffer 1] pijn en/of letsel heeft bekomen en/of een hevige onlust veroorzakende lichamelijke en/of geestelijke gewaarwording bij haar is veroorzaakt;
( art 300 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 304 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )
3
zij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode 1 november 2019 tot en met 18 mei 2020 te Utrecht, althans in Nederland [slachtoffer 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door:
- een mes uit de (keuken)lade te pakken en dreigend de woorden toe te voegen ‘ik ga je echt doodmaken en neersteken’ althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of door daarbij stekende bewegingen te maken en/of door het mes (op het lichaam van ) [slachtoffer 2] te richten en/of door het mes meermalen althans éénmaal (ter hoogte van de borst van die [achternaam van slachtoffer 1 en 2] ) door een deur heen te steken terwijl die [achternaam van slachtoffer 1 en 2] aan de andere zijde van de deur stond en/of
- dreigend de woorden toe te voegen “Ik prik je ogen eruit” en/of “Ik zal je ogen laten springen” althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of
- te schreeuwen “Ga naar buiten, opstaan naar buiten, kom opstaan’ en daarbij dreigend een kruk op te tillen en voor die [achternaam van slachtoffer 1 en 2] te gaan staan en/of
- met een dweilstok prikkende bewegingen te maken richting die [achternaam van slachtoffer 1 en 2] ;
( art 285 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
4
zij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 april 2020 tot en met 18 mei 2020 te Utrecht, althans in Nederland [slachtoffer 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door:
- dreigend een dweilstok te heffen in de richting van die [achternaam van slachtoffer 1 en 2] en/of
- trappende bewegingen te maken richting het onderlijf van [slachtoffer 2] en daarbij dreigend de woorden toe te voegen “Geef dat meisje hier, dan ga je zien wat ik met je moeder ga doen” althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of
- met een dweilstok prikkende bewegingen te maken richting die [achternaam van slachtoffer 1 en 2] en/of
- meermalen althans éénmaal dreigend de woorden toe te voegen: “En jij, als jij de deur uit gaat dan trek ik jou kop eraf” en/of “Als je naar buiten gaat, dan prik ik je ogen eruit” en/of “Als je naar buiten gaat haal ik je ogen eruit” althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking;
( art 285 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
5
zij op of omstreeks 13 augustus 2020 te Utrecht, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk een minderjarige, te weten [slachtoffer 1] (geboren op [2017] ), waarvan de vader is genaamd [slachtoffer 2] , en waarvan zij, verdachte, de moeder is, en die beiden het ouderlijk gezag uitoefenen, die toen de leeftijd van 12 jaar nog niet had bereikt, heeft onttrokken en/of onttrokken gehouden aan het opzicht van degene die dat gezag desbevoegd over die minderjarige uitoefende, terwijl die minderjarige beneden de twaalf jaren oud was,
immers heeft verdachte in voornoemde plaats op voornoemde datum tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk [slachtoffer 1] meegenomen/weggevoerd uit het (speel)parkje/de speeltuin aan de [straatnaam] en heeft/hebben zij, verdachte, en/of haar mededader(s) daarmee opzettelijk in strijd gehandeld met/nagelaten uitvoering te geven aan de beschikking van 28 juli 2020 van de rechtbank Midden-Nederland betreffende voorlopige voorzieningen in de zaak [slachtoffer 2] (hierna
mede te noemen de man) tegen [verdachte] , verdachte, waarin:
- is bepaald dat het minderjarige kind van partijen, [slachtoffer 1] , met onmiddellijke ingang aan de man zal worden toevertrouwd,
- deze beschikking in zoverre uitvoerbaar bij voorraad is verklaard, waarvan zij, verdachte, en/of haar mededader(s) in ieder geval op en sedert 28 juli 2020 op de hoogte was/waren, waardoor de uitoefening van dat gezag door vader onmogelijk was geworden en/of waardoor die [slachtoffer 1] werd onttrokken aan het wettig gezag, hetwelk die vader mede over die [slachtoffer 1] uitoefende;
( art 279 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 279 lid 2 Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
zij op of omstreeks 13 augustus 2020 te Utrecht, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of haar mededader(s) voorgenomen misdrijf om opzettelijk een minderjarige, te weten [slachtoffer 1] (geboren op [2017] ), waarvan de vader is genaamd [slachtoffer 2] , en waarvan zij, verdachte, de moeder is, en die beiden het ouderlijk gezag uitoefenen, die toen de leeftijd van 12 jaar nog niet had bereikt,
te onttrekken en/of onttrokken te houden aan het opzicht van degene die dat gezag desbevoegd over die minderjarige uitoefende, terwijl die minderjarige beneden de twaalf jaren oud was,
(door opzettelijk in strijd te handelen/na te laten uitvoering te geven aan de beschikking van 28 juli 2020 van de rechtbank MiddenNederland betreffende voorlopige voorzieningen in de zaak [slachtoffer 2] (hierna mede te noemen de man) tegen [verdachte] , verdachte, waarin:
- is bepaald dat het minderjarige kind van partijen, [slachtoffer 1] , met onmiddellijke ingang aan de man zal worden toevertrouwd,
- deze beschikking in zoverre uitvoerbaar bij voorraad is verklaard, waarvan zij, verdachte, in ieder geval op en sedert 28 juli 2020 op de hoogte was)
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk [slachtoffer 1] heeft/hebben meegenomen/weggevoerd uit het (speel)parkje/de speeltuin aan de [straatnaam] , terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
( art 279 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 279 lid 2 Wetboek van Strafrecht, art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )
6
zij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 15 mei 2020 t/m 30 mei 2020 te Utrecht, althans in het arrondissement Midden Nederland, als degene aan wie door of namens de burgemeester met toepassing van de Wet Tijdelijk huisverbod een huisverbod was gegeven, derhalve als uithuisgeplaatste, in strijd met dat huisverbod de in dit verbod genoemde woning, gelegen aan de [adres] , heeft betreden en/of zich in en/of in nabijheid van die woning heeft opgehouden en/of (direct althans indirect) contact heeft opgenomen met één of meer van de in dat huisverbod genoemde personen te weten met [slachtoffer 2] ;
( art 11 lid 1 Wet tijdelijk huisverbod )

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreffen dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlage opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal met nummer PL0900-2020149609 van 6 januari 2021, doorgenummerd pagina 1 tot en met 433, opgemaakt door politie eenheid Midden-Nederland. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] , pagina 105.
3.Proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] , pagina 106.
4.Proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] , pagina 109.
5.Proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] , pagina 110.
6.Proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] , pagina 111.
7.Proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] , pagina 114.
8.Proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] , pagina 114.
9.Proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] , pagina 118.
10.Proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] , pagina 121.
11.Proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] , pagina 124.
12.Proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] , pagina 127.
13.Proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] , pagina 129.
14.Proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] , pagina 129.
15.Proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] , pagina 131.
16.Proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] , pagina 131
17.Proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] , pagina 132.
18.Proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] , pagina 132.
19.Proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] , pagina 133.
20.Proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] , pagina 134.
21.Proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] , pagina 135.
22.Proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] , pagina 136.
23.Proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] , pagina 137.
24.Proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] , pagina 138.
25.Proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] , pagina 139.
26.Proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] , pagina 140.
27.Proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] , pagina 143.
28.Proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] , pagina 144.
29.Proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] , pagina 145.
30.Proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] , pagina 146.
31.Proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] , pagina 151.
32.Proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] , pagina 152.
33.Proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] , pagina 153.
34.Proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] , pagina 155.
35.Proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] , pagina 158.
36.Proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] , pagina 159.
37.Proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] , pagina 160.
38.Proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] , pagina 161.
39.Proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] , pagina 165.
40.Proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] , pagina 172.
41.Proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] , pagina 167.
42.Proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] , pagina 168.
43.Proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] , pagina 171.
44.Proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] , pagina 210.
45.Proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] , pagina 211.
46.Proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] , pagina 212.
47.Proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] , pagina 213.
48.Proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] , pagina 214.
49.Proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] , pagina 216.
50.Proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] , pagina 231.
51.Proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] , pagina 232.
52.Proces-verbaal aangifte van 20 mei 2020, pagina 17.
53.Proces-verbaal aangifte van 20 mei 2020, pagina 18.
54.Proces-verbaal aangifte van 20 mei 2020, pagina 19.
55.Proces-verbaal van verhoor aangever, pagina 28.
56.Proces-verbaal van verhoor aangever, pagina 38.
57.Proces-verbaal van verhoor aangever, pagina 39.
58.Proces-verbaal van verhoor aangever, pagina 40.
59.Proces-verbaal van verhoor aangever, pagina 41.
60.Proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 2] , pagina 88.
61.Proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 2] , pagina 89.
62.Proces-verbaal van verhoor getuige, pagina 84.
63.Proces-verbaal van verhoor getuige, pagina 85.
64.Proces-verbaal aangifte, pagina 20.
65.Proces-verbaal van verhoor aangever, pagina 43.
66.Proces-verbaal van verhoor aangever, pagina 44.
67.Proces-verbaal van verhoor getuige, pagina 85.
68.Proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] , pagina 76.
69.Proces-verbaal aangifte, pagina 19.
70.Proces-verbaal van verhoor aangever, pagina 27.
71.Proces-verbaal van verhoor aangever, pagina 36.
72.Proces-verbaal van bevindingen van verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] , pagina 72.
73.Proces-verbaal van bevindingen, pagina 74.
74.Proces-verbaal aangifte, pagina 284.
75.Proces-verbaal aangifte, pagina 285.
76.Proces-verbaal aangifte, pagina 288.
77.Proces-verbaal aangifte, pagina 291.
78.Proces-verbaal van bevindingen verbalisant [verbalisant 3] , pagina 293.
79.Proces-verbaal van bevindingen verbalisant [verbalisant 3] , pagina 294.
80.Proces-verbaal van bevindingen verbalisant [verbalisant 4] , pagina 295.
81.Proces-verbaal van bevindingen verbalisant [verbalisant 5] , pagina 298.
82.Proces-verbaal van verhoor verdachte van 4 januari 2021, pagina 394.
83.Een schriftelijk bescheid, los in het dossier.
84.Proces-verbaal van bevindingen van verbalisanten [verbalisant 6] en [verbalisant 7] , pagina 276.
85.Proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] , pagina 278.
86.Proces-verbaal van verhoor verdachte, pagina 893.
87.[.....] e.a. (2010), De inzet van het strafrecht bij kindermishandeling, WODC.
88.Kamervragen (Aanhangsel 2019-2020), nr. 3944 (https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20192020-3944.html).