ECLI:NL:RBMNE:2021:4639

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
7 september 2021
Publicatiedatum
27 september 2021
Zaaknummer
20/2998
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Verzet
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen ongegrond verklaard beroep inzake termijnoverschrijding bij Belastingdienst/Toeslagen

In deze zaak gaat het om het verzet van opposanten tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank, waarin hun beroep tegen een besluit van de Belastingdienst/Toeslagen ongegrond werd verklaard. De rechtbank had in haar uitspraak van 21 april 2021 geoordeeld dat het bezwaarschrift te laat was ingediend. Opposanten, die zich in een moeilijke persoonlijke situatie bevonden, stelden dat de termijnoverschrijding verschoonbaar was vanwege een verkeersongeluk en problemen met hun boekhouding. De zitting voor het verzet vond plaats op 27 augustus 2021, waarbij de opposanten en vertegenwoordigers van de Belastingdienst/Toeslagen aanwezig waren.

De rechtbank heeft in haar overwegingen vastgesteld dat de omstandigheden die door opposanten zijn aangevoerd, niet leiden tot de conclusie dat er sprake is van een verschoonbare termijnoverschrijding. De rechtbank heeft begrip voor de situatie van de opposanten, maar verwijst naar de strenge rechtspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, die stelt dat het inschakelen van een belangenbehartiger noodzakelijk is in geval van medische problemen. Aangezien de opposanten niet aannemelijk hebben gemaakt dat zij geen mogelijkheid hadden om een belangenbehartiger in te schakelen, blijft de eerdere uitspraak in stand.

De rechtbank heeft uiteindelijk het verzet ongegrond verklaard, wat betekent dat de eerdere uitspraak van 21 april 2021 blijft gelden. De beslissing is op 7 september 2021 uitgesproken door rechter J.G. Nicholson, in aanwezigheid van griffier O. Asafiati, en zal openbaar worden gemaakt op rechtspraak.nl.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 20/2998-V

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 7 september 2021 op het verzet van

[opposant 1] en [opposant 2] , te [woonplaats] , opposanten.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep dat opposanten hebben ingediend tegen het besluit van de Belastingdienst/Toeslagen van 8 juli 2020.
In de uitspraak van 21 april 2021 heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard.
Opposanten zijn tegen deze uitspraak in verzet gegaan. De zitting heeft plaatsgevonden op
27 augustus 2021. Opposanten zijn verschenen. Namens de Belastingdienst/Toeslagen zijn mw. [A] en mw. [B] verschenen.

Overwegingen

1. De rechtbank heeft in de uitspraak van 21 april 2021 het beroep ongegrond verklaard, omdat opposanten hun bezwaarschrift te laat hebben ingediend. Omdat de rechtbank geen twijfel had over de uitkomst van de zaak, heeft zij de uitspraak gedaan zonder eerst een zitting te houden. Dat mag op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
2. In deze zaak moet de rechtbank beoordelen of de rechtbank toen terecht heeft geoordeeld dat er geen twijfel over de uitkomst was en dat er dus geen zitting nodig was.
De rechtbank kijkt (nog) niet of opposanten gelijk hebben met hun beroep. Dat gebeurt pas als de rechtbank van oordeel is dat de uitspraak van de rechtbank van 21 april 2021 niet juist was.
3. Volgens opposanten is de uitspraak van de rechtbank van 21 april 2021 niet juist omdat door een verkeersongeluk de heer [opposant 2] niet in staat was om zijn boekhouding zelf te doen. Hij had daarvoor een boekhouder in de arm genomen, maar die heeft een puinhoop gemaakt van de administratie en hij heeft verschillende fouten gemaakt. Daardoor waren opposanten genoodzaakt over te stappen naar nieuwe boekhouder. Begin 2020 lag een deel van de administratie bij de oude boekhouder en een andere deel bij de nieuwe boekhouder. In deze periode viel de uiterste datum om bezwaar in te dienen. Hier waren opposanten zich niet van bewust. Opposanten stellen dat zij, gezien hun persoonlijke situatie, een gegronde reden hebben voor de termijnoverschrijding.
4. Tussen partijen is niet in geschil dat het bezwaarschrift te laat is ingediend. Het gaat in deze uitspraak alleen over de vraag of de termijnoverschrijding verschoonbaar is. De rechtbank oordeelt dat de door opposanten naar voren gebrachte omstandigheden, de medische situatie van de heer [opposant 2] en de fouten en wisseling van boekhouder wat ervoor heeft gezorgd dat het overzicht kwijt was, niet leiden tot de conclusie dat er sprake is van een verschoonbare termijnoverschrijding. De rechtbank heeft begrip voor de situatie van opposanten, maar de rechtspraak hierover is heel streng. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, dat is de hoogste bestuursrechter in dit soort zaken, heeft beslist dat als iemand door zijn medische situatie niet in staat is om op tijd beroep in te stellen, van diegene kan worden verwacht dat hij iemand inschakelt die zijn belangen kan behartigen. Als iemand dat niet doet, komt dat voor zijn rekening en risico. Alleen in zeer bijzondere gevallen, als iemand aannemelijk kan maken dat hij geen mogelijkheid had om een belangenbehartiger in te schakelen, kan een uitzondering worden gemaakt. Hiervan is niet gebleken. Als iemand wel een belangbehartiger inschakelt dan komen eventuele fouten van die belangenbehartiger voor rekening en risico van de persoon die hem of haar heeft ingeschakeld.
5. Dit betekent dat het verzet ongegrond is en dat de uitspraak van de rechtbank van
21 april 2021 in stand blijft.

Beslissing

De rechtbank verklaart het verzet ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.G. Nicholson, rechter, in aanwezigheid van O. Asafiati, griffier. De beslissing is uitgesproken op 7 september 2021 en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na verzending daarvan beroep in cassatie worden ingesteld bij de Hoge Raad der Nederlanden.