4.3Het oordeel van de rechtbank
Verbalisant [verbalisant 1] heeft in een
proces-verbaal van bevindingenvan 21 maart 2021 het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Op 21 maart 2021 was ik belast met de dienst incidentenafhandeling te [plaatsnaam] [.] [..] . Ik zag dat [verdachte] een tasje bij zich had. Ik keek in het tasje van [verdachte] . Ik voelde aan het gewicht dat er iets zwaars in zat. Ik zag dat er twee ritsen bovenop het tasje zaten. Ik deed de ritsen open. Ik zag een zwart vuurwapen in het tasje zitten. Op het politiebureau is het tasje dat ik bij verdachte [verdachte] aantrof door de forensische opsporing onderzocht. In het tasje zaten meerdere pinpasjes met de personalia [verdachte] , en een geel pasje met gelijkende pasfoto, naam en geboortedatum.
Verbalisant [verbalisant 2] heeft in
een proces-verbaal forensisch onderzoek plaats delictvan 5 april 2021 het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Na het openen van de rits aan de bovenzijde van de tas zag ik de kolf van een pistool.
Ik zag dat in het pistool een houder zat. Na het uitwerpen van de houder zag ik dat
er in de houder patronen zaten. Door de gaatjes in de houder zag ik een totaal van 8
patronen. Op de slede van het wapen zag ik gegraveerd staan; 7.62 mm M57.
Verder trof ik in de tas een hoesje met pasjes aan, welke op naam stonden van [verdachte]
.
Sporendragers
Goednummer: PL0900-2021088042-2796448
SIN: AAMZ5118NL
Object: Vuurwapen (Pistool)
Goednummer:PL0900-2021088042-2796452
SIN: AAMZ5117NL
Object: Munitie (kogelpatroon)
Bijzonderheden: 8 patronen uit houder.
Verbalisant [verbalisant 3] heeft in een proces-verbaal van bevindingen (categorisering) van 1 juni 2021 het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
1. Goednummer: PL0900-2021088042-2796448 (pistool)
SIN: AAMZ5118NL (pistool)
Wapen: vuurwapen, pistool
Categorie: III sub I
Indien dit vuurwapen onbevoegd voorhanden wordt gehouden
Verbodsartikel: Artikel 26 lid 1 WWM
Strafartikel: Artikel 55 lid 3a WWM
Bovengenoemd voorwerp is een vuurwapen, pistool, merk Zastava, model M57, kaliber 7.62x25mrn Tokarev, voorzien van het wapennummer [wapennummer] . Dit pistool is een voorwerp dat bestemd is om projectielen of stoffen door een loop af te schieten. De werking van dit pistool berust op het teweegbrengen van een scheikundige ontploffing. Derhalve is dit pistool een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3 gelet op artikel 2 lid 1 categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie.
2. Goednummer: PL0900-2021088042-2796452
SIN: AAMZ5117NL
Munitie: 8 scherpe patronen
Categorie: III
Indien de patronen onbevoegd voorhanden worden gehouden:
Verbodsartikel: Artikel 26 lid 1 WWM
Straf artikel: Artikel 55 lid 1 WWM.
Verdachte [verdachte] heeft ter terechtzitting van 10 september 2021 het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:
Ik heb tijdens de achtervolging het pistool gezien en vastgehouden. Het magazijn is er toen uitgekomen. Ik heb het magazijn er toen weer in gedaan.
Bewijsoverweging
Voor een bewezenverklaring van het voorhanden hebben van een wapen en/of munitie in de zin van artikel 26 van de Wet Wapens en Munitie (WWM) is onder meer vereist dat de verdachte zich in meer of mindere mate bewust is geweest van de aanwezigheid van het wapen (of de munitie). In dat kader worden doorgaans de volgende aspecten onderkend: een wapen bij of in de directe omgeving van de verdachte, de beschikkingsmacht van de verdachte over dat wapen en de bewustheid van de verdachte met betrekking tot dat wapen.
De rechtbank stelt de volgende feiten en omstandigheden vast. Verdachte was ten tijde van de aanhouding in het bezit van een tasje. In dit tasje is door de politie een vuurwapen aangetroffen en in het magazijn van het vuurwapen zijn acht scherpe patronen aangetroffen. Verdachte heeft bij de politie en ter terechtzitting verklaard eerder die avond zijn tasje te hebben uitgeleend aan een voor hem onbekend persoon. Op het moment dat verdachte zijn tasje terug kreeg, zat er een vuurwapen in het tasje. Verdachte heeft het vuurwapen gezien, uit het tasje gehaald en vastgehouden. Vervolgens heeft verdachte het tasje bij zich gehouden.
De rechtbank is van oordeel dat de bepleite vrijspraak van het ten laste gelegde wordt weersproken door de bewijsmiddelen. Door het bij zich dragen van het tasje met daarin een vuurwapen en bijbehorende munitie, het vervolgens zien, aanraken en bij zich blijven dragen van dat tasje, kan worden vastgesteld dat verdachte zich bewust is geweest van de aanwezigheid van het vuurwapen en de daarbij behorende munitie. Daarnaast kon verdachte aldus over het tasje met het vuurwapen en de bijbehorende munitie beschikken, zodat hij het vuurwapen en de munitie voorhanden heeft gehad. Dat verdachte heeft verklaard dat hij het tasje eerder die avond heeft uitgeleend, doet hier niet aan af. Daarbij acht de rechtbank deze verklaring ongeloofwaardig omdat verdachte verder geen openheid van zaken heeft gegeven over aan wie hij precies zijn tasje eerder die avond heeft uitgeleend. Verdachte heeft zijn naar het oordeel van de rechtbank onaannemelijke verklaring dus ook niet controleerbaar gemaakt. De rechtbank komt derhalve tot een bewezenverklaring van het ten laste gelegde.