Uitspraak
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van
23 september 2021 in de zaak tussen
[verzoeker] , te [woonplaats] ,
(gemachtigde: mr. drs. H. Maaijen).
Rechtbank Midden-Nederland
Op 23 september 2021 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Utrecht, een mondelinge uitspraak gedaan in een zaak betreffende een voorlopige voorziening. Verzoeker, een buurman van de vergunninghouder, heeft bezwaar gemaakt tegen de verleende omgevingsvergunning voor het plaatsen van een extra verdieping op de woning van de vergunninghouder. De vergunninghouder had op 28 juni 2021 een omgevingsvergunning aangevraagd, welke op 28 juli 2021 door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amersfoort was verleend. Om te voorkomen dat de vergunninghouder tijdens de bezwaarprocedure met de bouw zou beginnen, heeft verzoeker de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening.
Tijdens de zitting op 23 september 2021 zijn zowel verzoeker als de vergunninghouder verschenen, bijgestaan door hun respectieve gemachtigden. De voorzieningenrechter heeft de zaak behandeld en direct na afloop van de zitting uitspraak gedaan. De voorzieningenrechter heeft het bestreden besluit geschorst tot zes weken na de bekendmaking van de beslissing op bezwaar, omdat de uitkomst van de bezwaarprocedure nog te veel openligt. Tevens is de verweerder opgedragen het door verzoeker betaalde griffierecht van € 181,- te vergoeden.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat het oordeel voorlopig is en niet bindend voor een eventuele beroepsprocedure. Hij heeft vastgesteld dat er strijd is met het bestemmingsplan en dat er een belangenafweging moet plaatsvinden, die nog niet heeft plaatsgevonden in het bestreden besluit. De voorzieningenrechter heeft het verzoek van verzoeker toegewezen, gezien het spoedeisend belang van de situatie.