ECLI:NL:RBMNE:2021:4556
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- R.J.A. Schaaf
- M. van Ettikhoven
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid beroep wegens niet tijdig beslissen door verweerder in bestuursrechtelijke zaak
In deze zaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 21 september 2021 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen eiser en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dronten. Eiser had eerder, op 12 januari 2021, een uitspraak verkregen waarin werd bepaald dat verweerder een persoonsgebonden budget (pgb) aan eiser diende toe te kennen voor de periode van 27 november 2019 tot 27 november 2020, evenals een vergoeding voor griffierecht en proceskosten. Eiser stelde verweerder in gebreke omdat er geen opvolging was gegeven aan deze uitspraak. Op 14 juni 2021 heeft eiser beroep ingesteld bij de rechtbank, omdat verweerder niet tijdig een besluit had genomen naar aanleiding van de eerdere uitspraak.
De rechtbank heeft in haar overwegingen vastgesteld dat eiser een beroepschrift kan indienen als verweerder niet tijdig een besluit neemt, maar dat verweerder in dit geval niet in gebreke was. De rechtbank oordeelde dat de eerdere uitspraak van 12 januari 2021 verweerder niet verplichtte om een formeel besluit te nemen, en dat er geen wettelijke basis was voor een dergelijk besluit in deze context. Hierdoor was er voor eiser geen mogelijkheid om in beroep te gaan tegen het niet tijdig nemen van een besluit. De rechtbank concludeerde dat als eiser uitvoering van de eerdere uitspraak wilde afdwingen, hij een civielrechtelijke procedure diende te starten.
De rechtbank verklaarde het beroep van eiser niet-ontvankelijk en gaf aan dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling of vergoeding van het griffierecht. Ten overvloede werd opgemerkt dat verweerder inmiddels het pgb aan eiser had uitbetaald, maar dat er onduidelijkheid bestond over de vergoeding van de proceskosten en het griffierecht van de vorige procedure. Verweerder zou dit verder onderzoeken en zijn bevindingen delen met eiser. De uitspraak werd gedaan door rechter R.J.A. Schaaf, in aanwezigheid van mr. M. van Ettikhoven, en werd openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.