ECLI:NL:RBMNE:2021:4500
Rechtbank Midden-Nederland
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wraking van kinderrechters van de rechtbank Midden-Nederland
Op 17 september 2021 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan op het wrakingsverzoek van verzoeker, gericht tegen alle kinderrechters van de rechtbank. Het verzoek is ingediend naar aanleiding van een zitting op 12 augustus 2021, waar verzoeker zijn onvrede over de behandeling door de rechter heeft geuit. Verzoeker stelt dat hij geen eerlijk proces meer kan krijgen, omdat hij een naam heeft gekregen binnen de rechtbank. De wrakingskamer heeft vastgesteld dat een wrakingsverzoek alleen kan worden toegewezen op basis van feiten of omstandigheden die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar brengen. In dit geval heeft de wrakingskamer geoordeeld dat het verzoek tot wraking van alle kinderrechters ongegrond is, omdat een algemeen gebrek aan onafhankelijkheid niet kan leiden tot wraking. Verzoeker is niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek tot wraking van alle kinderrechters.
Daarnaast heeft de wrakingskamer het verzoek tot wraking van de specifieke rechter, mr. A.G. Bakker, beoordeeld. Verzoeker heeft aangegeven boosheid te hebben ervaren van de rechter, maar de wrakingskamer heeft geconcludeerd dat deze gevoelens niet voldoende zijn om te concluderen tot vooringenomenheid. Er zijn geen bijkomende feiten of omstandigheden gesteld die deze indruk zouden kunnen onderbouwen. De wrakingskamer heeft daarom ook het verzoek tot wraking van mr. A.G. Bakker ongegrond verklaard. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.