ECLI:NL:RBMNE:2021:4495
Rechtbank Midden-Nederland
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Ontslag op staande voet wegens seksuele intimidatie en grensoverschrijdend gedrag op de werkvloer
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 17 september 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een werknemer, [verzoeker], en zijn werkgever, [verweerster] B.V. Het geschil betreft de rechtsgeldigheid van een ontslag op staande voet dat aan [verzoeker] is gegeven op 26 mei 2021. De werkgever heeft het ontslag gerechtvaardigd door te stellen dat [verzoeker] zich schuldig heeft gemaakt aan seksuele intimidatie door een collega, [A], te benaderen met de intentie haar te zoenen, terwijl zij dit duidelijk niet wilde. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [verzoeker] op 25 mei 2021 een ongepaste benadering heeft gedaan, wat heeft geleid tot een onveilige werkomgeving en in strijd is met de geldende COVID-19 richtlijnen. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de gedragingen van [verzoeker] als grensoverschrijdend moeten worden aangemerkt en dat er sprake is van een dringende reden voor het ontslag op staande voet. De persoonlijke omstandigheden van [verzoeker], waaronder zijn lange dienstverband en de nabijheid van zijn pensioen, zijn meegewogen, maar hebben niet geleid tot een andere conclusie. Het verzoek van [verzoeker] om het ontslag te vernietigen is afgewezen, en hij is veroordeeld in de proceskosten.