Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 15 september 2021 in de zaak tussen
[eiser] uit [plaats] , eiser
Procesverloop
Overwegingen
Met de taxatiematrix heeft verweerder de waardeverhouding tussen de woning en de referentiewoningen inzichtelijk gemaakt.
12 juni 2018. [1] Ter zitting heeft eiser aangevoerd dat verweerder in de vergelijking geen rekening heeft gehouden met het afnemend grensnut, terwijl de woning een veel groter woonoppervlak (234m2) heeft.
4 oktober 2018 verkocht voor € 585.000- en heeft een woningwaarde van € 2.807,- per m2. De referentiewoning aan het [adres 3] in [plaats] (155m2) is op 21 november 2018 voor € 525.000,- verkocht en heeft een woningwaarde van € 2.373,- per m2. Dat deze referentiewoningen kleiner zijn, leidt de rechtbank niet tot het oordeel dat verweerder deze niet heeft mogen gebruiken om de waarde van de woning te onderbouwen. Immers, verweerder heeft toegelicht dat hij rekening heeft gehouden met het afnemend grensnut vanwege het grotere woonoppervlak van de woning.
Beslissing
verklaart het beroep ongegrond.
mr. L.Y. Wong, griffier. De beslissing is uitgesproken op 15 september 2021 en zal openbaar worden gemaakt via publicatie op rechtspraak.nl.