ECLI:NL:RBMNE:2021:4437

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
14 september 2021
Publicatiedatum
14 september 2021
Zaaknummer
16/019163-21 en 23-00338-18 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in zaak van voorbereiding plofkraak na politieachtervolging

Op 14 september 2021 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van de voorbereiding van een plofkraak. De zaak kwam voor de rechtbank na een politieachtervolging op 21 januari 2021, waarbij de verdachte en zijn medeverdachten met hoge snelheid in een Audi RS6 reden. Tijdens de achtervolging werden ze betrapt op het overschrijden van de snelheidslimiet en crashte het voertuig uiteindelijk. In de auto werden verschillende verdachte voorwerpen aangetroffen, waaronder jerrycans met benzine, bivakmutsen en een nieuwe mobiele telefoon.

De rechtbank heeft vastgesteld dat, hoewel de verdachte in het bezit was van voorwerpen die op het eerste gezicht bestemd leken voor een plofkraak, er onvoldoende bewijs was om te concluderen dat hij ook daadwerkelijk de intentie had om een plofkraak te plegen. De officier van justitie en de verdediging pleitten beiden voor vrijspraak, en de rechtbank volgde dit standpunt. De rechtbank oordeelde dat de enkele aanwezigheid van de verdachte in de auto, samen met de aangetroffen voorwerpen, niet voldoende was om opzet op het plegen van een plofkraak vast te stellen.

Daarom sprak de rechtbank de verdachte vrij van het ten laste gelegde feit en verklaarde de in beslag genomen voorwerpen verbeurd, met uitzondering van enkele goederen die aan de verdachte werden teruggegeven. De vordering tot tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde straf werd afgewezen. Deze uitspraak benadrukt het belang van voldoende bewijs voor de vaststelling van opzet in strafzaken.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummers: 16/019163-21 en 23-00338-18 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 14 september 2021
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1988] te [geboorteplaats] ,
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres
[adres] te [woonplaats] .

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 26 april 2021, 14 juni 2021 en 31 augustus 2021. De zaak is inhoudelijk behandeld op de terechtzitting van 31 augustus 2021.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. A.P. Altena en van hetgeen verdachte en zijn raadsman, mr. W. van Vliet, advocaat te Amsterdam, naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is op de terechtzitting van 14 juni 2021 gewijzigd. De gewijzigde tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
In de periode gelegen tussen 18 augustus 2020 en 21 januari 2021 te Utrecht/Nederland in vereniging meerdere goederen voorhanden heeft gehad die waren bestemd ter voorbereiding van een plofkraak.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie vordert vrijspraak van het tenlastegelegde. Uit het politieonderzoek zijn geen bewijsmiddelen gebleken waaruit volgt dat verdachte zich bezig houdt met plofkraken.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman van verdachte heeft vrijspraak bepleit van het ten laste gelegde. De raadsman heeft hiertoe aangevoerd dat sprake is van onvoldoende wettig en overtuigend bewijs.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Vrijspraak
Inleiding [1]
Op 21 januari 2021 omstreeks 00:55 uur zagen opsporingsambtenaren van de landelijke eenheid op de A2 (richting Utrecht) een Audi, type RS6, voorzien van een Duits kenteken ( [kenteken] ), rijden. Geconstateerd werd dat het voertuig de snelheidslimiet fors overschreed. Ter hoogte van het tankstation Haarrijn hebben zij het voertuig een volgteken gegeven. In eerste instantie leek de bestuurder hieraan gevolg te geven, maar rijdend op de afrit naar het tankstation stuurde hij op het laatste moment terug en reed vervolgens met hoge snelheid weg. Hierbij werden tevens de lampen van het voertuig gedoofd. [2] Een tweede politievoertuig kon meteen de achtervolging inzetten, maar ondanks dat zij 250 kilometer per uur reden, wist het vluchtende voertuig uit het zicht te raken. Later, bij het uitlezen van het Track & Trace systeem van de Audi, is gebleken dat het voertuig snelheden behaalde tot 296 kilometer per uur. [3] Ter hoogte van Utrecht, in de Leidsche Rijn tunnel, zagen de opsporingsambtenaren veel stof en remsporen, gevolgd door auto-onderdelen en zagen zij dat de Audi gecrasht op de rijbaan stond. De inzittenden hadden de plaats van het ongeval verlaten. [4] Op de camerabeelden van Rijkswaterstaat was zichtbaar dat drie personen zich lopend in de parallel tunnel begaven. Kort daarna werden eerst twee personen: [verdachte] (verdachte) en [medeverdachte 1] (medeverdachte) aangehouden [5] en vervolgens een derde persoon die zich achter een barrière bevond: [medeverdachte 2] (medeverdachte). [6]
Juridisch kader
Voor beantwoording van de vraag of de tenlastegelegde voorbereidingshandelingen zijn bewezen, moet komen vast te staan dat de in de tenlastelegging omschreven voorwerpen, stoffen, informatiedragers en vervoermiddelen bestemd waren tot het begaan van het misdrijf, in dit geval het teweegbrengen van een ontploffing, een zogenoemde plofkraak.
Daartoe dient te worden beoordeeld of de middelen, afzonderlijk dan wel gezamenlijk, naar hun uiterlijke verschijningsvorm ten tijde van het handelen van de verdachte, dienstig konden zijn voor het misdadige doel dat de verdachte met het gebruik daarvan voor ogen had.
Beoordeling
Op 21 januari 2021 kort na middernacht zat verdachte met de medeverdachten [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] in een Audi RS6 met Duits kenteken, welke auto gehuurd was onder een valse naam. De Audi reed met hoge snelheid op de A2 vanuit Amsterdam richting Utrecht. Toen de politie hen staande wilde houden, gingen ze er met zeer hoge snelheid tot bijna 300 kilometer per uur vandoor, terwijl de lampen van de Audi werden gedoofd. Na de crash hebben zij de Audi direct verlaten en probeerden zij zich (in eerste instantie) schuil te houden voor de politie en zijn zij uiteindelijk in de paralleltunnel aangehouden. In de Audi werden onder meer 10 jerrycans met elk 20 liter benzine (in totaal 200 liter benzine), 2 bivakmutsen en een nieuwe Nokia (wegwerp)telefoon en nieuwe prepaid simkaart aangetroffen.
Hoewel de rechtbank van oordeel is dat uit het voorgaande is af te leiden dat verdachte op 21 januari 2021 voorwerpen voorhanden had die gezamenlijk naar hun uiterlijke verschijningsvorm bestemd waren voor het plegen van een plofkraak, kan de rechtbank op basis van deze feiten en omstandigheden niet vaststellen dat verdachte daarnaast ook de intentie had om een plofkraak te gaan plegen. Gelet op de goederen die zijn aangetroffen (jerrycans met benzine, bivakmutsen en nieuwe Nokia telefoon en prepaid simkaart) is de rechtbank van oordeel dat in dit geval de enkele omstandigheid dat verdachte in deze auto aanwezig was, onvoldoende is om ook het opzet op het plegen van een plofkraak door verdachte te kunnen vaststellen. Anders dan bij de medeverdachten zijn bij verdachte geen andere aanknopingspunten gevonden die het bestanddeel ‘opzettelijk’ ondersteunen.
Nu er onvoldoende aanwijzingen zijn om tot een bewezenverklaring te kunnen komen, zal de rechtbank verdachte, gelijk de officier van justitie en de verdediging hebben betoogd, vrijspreken van het ten laste gelegde.

5.BESLAG

De officier van justitie heeft zich ter terechtzitting op het standpunt gesteld dat alle inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven goederen opgenomen op de beslaglijsten van 30 maart en 19 mei 2021 verbeurd dienen te worden verklaard, met uitzondering van de afstandsbediening, deze kan worden teruggegeven aan verdachte.
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven goederen van verdachte dienen te worden teruggegeven aan verdachte.
Nu de medeverdachten veroordeeld zijn voor de voorbereiding van een plofkraak, stelt de rechtbank vast dat een strafbaar feit is begaan. De rechtbank zal beslissen dat de in beslag genomen goederen verbeurd zullen worden verklaard, met uitzondering van de handschoenen en de afstandsbediening van het merk Somfy.
Verbeurdverklaring
De rechtbank zal de in beslag genomen voorwerpen, te weten:
  • 1 stk papier, omschrijving: g2769588;
  • 1 stk afstandsbediening, omschrijving: g2769584 [naam] sleutelhanger, Mercedes;
  • 1 stk bivakmuts uit tas achter op grond bij band, omschrijving: g2770373;
  • 1 stk mondkap in middenconsole, omschrijving: g2770131; en
  • 1 stk mondkap in dashbord kast, omschrijving: g2770128,
verbeurd verklaren, nu het gaat om voorwerpen met behulp waarvan het bewezen verklaarde feit is begaan.
Teruggave aan verdachte
De rechtbank zal de teruggave gelasten aan verdachte van de in beslag genomen voorwerpen die onder verdachte in beslag zijn genomen, te weten:
- een paar (werk)handschoenen; en
- een afstandsbediening van het merk Somfy.

6.VORDERING TENUITVOERLEGGING

Nu verdachte zal worden vrijgesproken van het aan hem ten laste gelegde, zal de rechtbank de vordering tot tenuitvoerlegging met parketnummer 23-003338-18 afwijzen.

7.BESLISSING

De rechtbank:
Vrijspraak
- verklaart het ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Voorlopige hechtenis
- heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis;
Beslag
- verklaart de volgende voorwerpen verbeurd:
  • 1 stk papier, omschrijving: g2769588;
  • 1 stk afstandsbediening, omschrijving: g2769584 [naam] sleutelhanger, Mercedes;
  • 1 stk bivakmuts uit tas achter op grond bij band, omschrijving: g2770373;
  • 1 stk mondkap in middenconsole, omschrijving: g2770131;
  • 1 stk mondkap in dashboard kast, omschrijving: g2770128;
- gelast de teruggave aan verdachte van de volgende voorwerpen:
  • 2 stk Handschoen, omschrijving: g2769596;
  • 1 stk Afstandsbediening, zwart, merk: Somfy, omschrijving: g2769593;
Vordering tenuitvoerlegging met parketnummer 23-00338-18
- wijst af de vordering tot tenuitvoerlegging.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.A. Spee, voorzitter, mr. E.W.A. Vonk en mr. A.J. Reitsma, rechters, in tegenwoordigheid van mr. R.S. Wijkstra, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 14 september 2021.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks de periode gelegen tussen 18 augustus 2020 en 21 januari 2021 te Utrecht, in elk geval in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter voorbereiding van het misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenis van acht jaren of meer is gesteld, te weten het opzettelijk brandstichten en/of teweeg brengen van een ontploffing in een geldautomaat (zogenaamde plof kraak) waardoor gemeen gevaar voor goederen en/of personen te duchten is (ex artikel 157 van het Wetboek van Strafrecht), opzettelijk
- een hoeveelheid aluminiumpoeder (in elk geval meer dan 1400 gram) en/of
- een hoeveelheid hexamine (ongeveer 2 kilogram) en/of
- één of meerdere foto's van (Zwitserse) geldautomaten en/of
- één of meerdere foto's en/of video's van één of meerdere (niet ingebouwde) geldautomaten en/of de (daarbij horende) omgeving en/of
- één of meerdere video's van vuurwapen(s), in elk geval (een) op een vuurwapen gelijkend(e) voorwerp(en) en/of
- 10 jerrycans inhoudende benzine, althans een brandbare stof en/of
- één of meerdere (werk)handschoenen en/of
- één of meerdere (nieuwe) mobiele telefoons (prepaid) en/of
- één of meerdere bivakmutsen en/of
- één of meerdere autosleutels en/of
- een afstandsbediening/sleutel van/voor een garagedeur/rolluik en/of
- één (handgeschreven) briefje met daarop adressen van geldautomaten in Duitsland en/of
- een voertuig (Audi type RS6 met Duits kenteken ( [kenteken] )),
bestemd tot het begaan van voornoemde misdrijven,
heeft verworven, vervaardigd, ingevoerd, doorgevoerd, uitgevoerd en/of voorhanden heeft
gehad;
( art 46 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Tenzij anders vermeld zijn deze processen-verbaal als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal, genummerd PL0900-2021021816, opgemaakt door de politie, eenheid Midden-Nederland, doorgenummerd pagina 1 tot en met 373. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren. Waar mogelijk wordt volstaan met een verkorte en zakelijke weergave.
2.Een proces-verbaal van bevindingen van 21 januari 2021 ( [verbalisant 1] en [verbalisant 2] ), p. 20-21.
3.Een proces-verbaal van bevindingen van 29 januari 2021 ( [verbalisant 3] ), p. 163-164.
4.Een proces-verbaal van bevindingen van 21 januari 2021 ( [verbalisant 4] en [verbalisant 5] ), p. 23.
5.Een proces-verbaal van bevindingen van 21 januari 2021 ( [verbalisant 6] ), p. 28-29.
6.Een proces-verbaal van bevindingen van 21 januari 2021 ( [verbalisant 7] en [verbalisant 8] ), p. 30.