Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.Procesverloop
- een afschrift van de beslissing tot het nemen van de crisismaatregel van 20 april 2021;
- de medische verklaring van 20 april 2021;
- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wvggz en strafvorderlijke en justitiegegevens.
- mevrouw [A] , arts-assistent (hierna: arts);
- de advocaat.
2.Beoordeling
eaf te wijzen, omdat deze vorm niet noodzakelijk is. Het monitoren en onderzoeken van de lichamelijke conditie van betrokkene is mogelijk door middel van de zorgvorm die onder a is genoemd. Verder heeft de advocaat zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
e. De rechtbank stelt voorop dat als vorm van gedwongen zorg uitgebreid lichamelijk onderzoek mogelijk moet zijn, ook indien er sprake zou zijn van verzet. De vraag is onder welke wettelijke vorm van verplichte zorg dit handelen valt. De rechtbank constateert dat uit het informatieboekje “Registratie van vormen van toegepaste verplichte zorg” [1] van GGZ Nederland blijkt dat onderzoek aan kleding of lichaam noodzakelijk kan zijn om gevaarlijke of verboden voorwerpen of middelen aan betrokkene te ontnemen. Dat is bij betrokkene niet het geval. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de arts verklaard dat het enkel noodzakelijk is om het lichaam van betrokkene te onderzoeken om zijn fysieke conditie in de gaten te houden. De rechtbank is het daarom met de advocaat eens dat hiervoor de onder a genoemde zorgvorm voldoende is.
3.Beslissing
[betrokkene], geboren op [geboortedatum] 1960 in [geboorteplaats] , Nederlands Nieuw-Guinea, met voor de duur van de machtiging de volgende vormen van verplichte zorg: