ECLI:NL:RBMNE:2021:441

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
1 februari 2021
Publicatiedatum
9 februari 2021
Zaaknummer
UTR 20/2739
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens niet tijdig betalen van griffierecht

In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, wordt het beroep van eisers behandeld dat op 24 juni 2020 is ingediend. De rechtbank heeft besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat eisers het griffierecht niet op tijd hebben betaald. Dit is een vereiste volgens artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). In dit geval bedraagt het griffierecht € 48,-. De rechtbank heeft op 17 september 2020 een aangetekende brief gestuurd naar eisers, waarin hen werd verzocht het griffierecht binnen vier weken te betalen. Aangezien het griffierecht niet tijdig is ontvangen en eisers geen geldige reden hebben opgegeven voor deze vertraging, kan de rechtbank het beroep niet inhoudelijk behandelen. De rechtbank concludeert dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, zoals vermeld in artikel 8:54 Awb. Er is geen sprake van een vergoeding van de proceskosten. De uitspraak is gedaan door rechter R.C. Stijnen en is openbaar gemaakt op 1 februari 2021. Partijen zijn geïnformeerd over hun recht om een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens zijn met deze uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 20 / 2739

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 1 februari 2021 in de zaak tussen

[eiser 1] en [eiser 2], te [woonplaats], eisers,

en

onbekende verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep dat eisers op 24 juni 2020 hebben ingediend.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is. Eisers hebben namelijk het griffierecht niet (op tijd) betaald, waardoor de rechtbank de zaak niet inhoudelijk kan behandelen. Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. Iemand die in beroep gaat moet griffierecht betalen. Dit staat in artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). In dit geval is het griffierecht € 48,-.
3. Als het griffierecht niet (op tijd) wordt betaald is de hoofdregel dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk mag behandelen. Soms is dat anders. Dan is er een geldige reden waarom het griffierecht niet door de rechtbank is ontvangen. Het gaat dan om omstandigheden waar eisers niets aan kunnen doen.
4. De rechtbank heeft eisers op 17 september 2020 een aangetekende brief gestuurd, waarin staat dat eisers het griffierecht binnen vier weken moeten betalen aan de rechtbank.
5. De rechtbank heeft het bedrag niet (op tijd) ontvangen. Eisers hebben daar geen geldige reden voor gegeven.
6. Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk (artikel 8:54 Awb). Het beroep zal daarom niet inhoudelijk worden behandeld.
7. Van een vergoeding van de proceskosten is geen sprake.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.C. Stijnen, rechter, in aanwezigheid van
K.F.K. Hoogbruin, griffier
.De beslissing is uitgesproken op 1 februari 2021 en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.