ECLI:NL:RBMNE:2021:4398
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit inzake Wob-verzoek en inzage in individueel ambtsbericht
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 5 augustus 2021 uitspraak gedaan in een beroep van eiser tegen een besluit van de minister van Buitenlandse Zaken. Eiser had verzocht om inzage in de onderliggende stukken van een individueel ambtsbericht (IAB), maar dit verzoek werd door de minister niet in behandeling genomen. In het primaire besluit van 27 augustus 2020 werd het verzoek niet behandeld, en in het bestreden besluit van 2 december 2020 werd het bezwaar van eiser tegen dit besluit kennelijk ongegrond verklaard.
Tijdens de zitting op 29 juli 2021 gaven zowel eiser als de gemachtigde van eiser aan niet ter zitting aanwezig te zijn en dat zij niets toe te voegen hadden aan de schriftelijke beroepsgronden. De rechtbank heeft vervolgens de zitting gesloten. Eiser verzocht om vrijstelling van het griffierecht, wat door de rechtbank werd toegewezen op basis van zijn financiële situatie.
Eiser betoogde dat zijn verzoek om inzage in de stukken niet alleen een persoonlijk belang diende, maar ook een algemeen belang van controle op de uitvoerende macht. De rechtbank oordeelde echter dat het verzoek van eiser niet als een Wob-verzoek kon worden aangemerkt, omdat het verzoek duidelijk was gedaan in het kader van de eigen asielprocedure van eiser. De rechtbank concludeerde dat verweerder terecht had besloten het verzoek niet in behandeling te nemen, en dat het beroep van eiser ongegrond was. De rechtbank heeft geen proceskostenveroordeling uitgesproken.