ECLI:NL:RBMNE:2021:4379

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
9 september 2021
Publicatiedatum
9 september 2021
Zaaknummer
16.136651.21 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Materieel strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verdachte veroordeeld voor het inrichten van een drugslaboratorium en voorbereidingshandelingen voor de productie van synthetische drugs

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 9 september 2021 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die een schuurzolder had gehuurd en daarin samen met anderen een drugslaboratorium had ingericht. De verdachte is beschuldigd van het voorhanden hebben van chemicaliën die benodigd zijn voor de productie van synthetische drugs, waaronder MDMA, amfetamine en methamfetamine. Tijdens de terechtzitting op 26 augustus 2021 heeft de rechtbank de vordering van de officier van justitie gehoord, die een gevangenisstraf van 36 maanden had geëist. De verdediging pleitte voor vrijspraak, maar de rechtbank oordeelde dat de verdachte wel degelijk betrokken was bij de voorbereidingshandelingen voor de productie van drugs. De rechtbank heeft vastgesteld dat er op 2 juli 2019 op de locatie van de schuurzolder een drugslaboratorium is aangetroffen, met een aanzienlijke hoeveelheid chemicaliën en productiemiddelen. De verdachte ontkende betrokkenheid, maar de rechtbank achtte de verklaringen van getuigen en het bewijs, waaronder DNA-sporen op aangetroffen voorwerpen, overtuigend. Uiteindelijk werd de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden, met aftrek van het voorarrest. De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten en de gevolgen voor de volksgezondheid en het milieu.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16.136651.21 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 9 september 2021
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1967] te [geboorteplaats 1] ,
gedetineerd in [verblijfplaats] .

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 26 augustus 2021.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. W.B. Gaasbeek en van hetgeen verdachte en zijn raadsman, mr. H.J.G. Heijen, advocaat te Amsterdam, naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is op de terechtzitting gewijzigd. De gewijzigde tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
in de periode van 1 januari 2019 tot en met 2 juli 2019 te [plaatsnaam] in vereniging voorwerpen voorhanden heeft gehad waarvan verdachte wist of ernstige redenen had te vermoeden dat deze bestemd zijn voor het voorbereiden van het produceren en verhandelen van MDMA, amfetamine en/of methamfetamine.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van het ten laste gelegde, omdat sprake is van onvoldoende overtuigend bewijs. Verdachte ontkent dat hij huurder is geweest van de ruimte waar het drugslab is aangetroffen en van de aan die ruimte gerelateerde container. Hij heeft slechts op verzoek van [B] in januari 2019 voor € 250,00 twee dagen die ruimte helpen bouwen en heeft geen enkele betrokkenheid gehad bij het ten laste gelegde feit. Vanwege die werkzaamheden zijn er aan verdachte te relateren DNA-sporen aangetroffen op zeven sigarettenpeuken, één paar zwarte handschoenen en op twee maskers.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen [1]
Het aantreffen van voorwerpen en stoffen bestemd voor het produceren van drugs
Op dinsdag 2 juli 2019 hebben wij, verbalisanten, een onderzoek ingesteld op het perceel [adres] te [plaatsnaam] . Het onderzoek van de LFO vond hoofdzakelijk plaats op de bovenverdieping van de loods en in één van de zeecontainers die buiten stonden opgesteld. [2]
ProductieruimteIn de productieruimte zagen wij aan de linkerzijde enkele wandplanken met daarop diverse goederen, instrumenten, gereedschappen en verpakte chemicaliën die vermoedelijk gebruikt zijn bij, of bestemd waren voor, de vervaardiging van synthetische drugs. Zowel op als onder deze wandplanken werden diverse laboratorium glaswerk instrumenten aangetroffen, waaronder glazen refluxkoelers en diverse vervuilde rondbodemkolven met een inhoudsmaat van 20 liter.
Onder de genoemde schappen werd, direct links van de ingang, een kartonnen doos (Z-2) aangetroffen met daarin een geopende 20 kg zak, met daarin een restant van 3,06 kg netto aan PMK glycidaat. PMK glycidaat betreft een zogenaamde preprecursor, zijnde een grondstof voor PMK hetgeen de precursor betreft voor MDMA. Centraal in de productieruimte werd een jerrycan (Z-21) aangetroffen met daarin een restant aan PMK. [3]
In de productieruimte werden jerrycans aangetroffen met daarin methylamine (Z-23) en gascilinders met waterstofgas (Z-19). Methylamine en waterstof zijn beide stoffen die gebruikt worden bij de synthese van MDMA. Centraal in de productieruimte zagen wij een RVS drukreactievat (Z-30) met een berekende inhoud van ca 62 liter. Een dergelijk vervaardigd drukreactievat is typisch voor de vervaardiging van MDMA.
Achter het RVS drukreactievat werd een gascilinder (Z-17) aangetroffen met waterstofchloride. Waterstofchloride wordt gebruikt bij de kristallisatie van MDMA-base.
In de productieruimte werd door ons een in werking zijnde diepvrieskist (Z-18) aangetroffen, deze was leeg maar vervuild met geur aceton.
Naast de diverse goederen, instrumenten en chemicaliën, die kennelijk gebruikt zijn bij, of bestemd waren voor, de vervaardiging van MDMA werden door ons in de productieruimte ook chemicaliën en grondstoffen aangetroffen die niet in relatie staan tot de vervaardiging van MDMA maar wel gebruikt kunnen worden voor de vervaardiging van andere verdovende middelen. In drie plastic flessen (Z-9) werd BMK aangetroffen, een precursor voor amfetamine en methamfetamine. Ook de aangetroffen jood (Z-9), mierenzuur (Z-11) en hypofosforigzuur (Z-22) passen bij de vervaardiging van amfetamine of methamfetamine.
ZeecontainerUit onderzoek aan de zeecontainers op het erf bleek dat één van deze containers gebruikt werd als opslagplaats voor chemicaliën en afvalstoffen, waaronder een doos met flessen zwavelzuur (C-1) die identiek was aan de aangetroffen zwavelzuur (Z-1) in de productieruimte. [4]
Z-17: Gascilinder grijs/geel met opdruk ‘chloor waterstof’ (zoutzuur);
Z-19: 2x 50: gascilinder rood, met indruk ‘waterstof’. [5]
NFI-rapport: drugsonderzoek aan materialen
Kenmerk
Resultaat
AAIQ0228NL / Z-1A
bevat zwavelzuur
AAIQ0229NL / Z-2A
bevat de methylester van
'PMK-glyddezuur'
AAIQ0231NL / Z-9A
bevat jood [6]
AAIQ0235NL / Z-11A
bevat mierenzuur
AAIQ0234NL / Z-9D
bevat BMK
AAIQ0238NL / Z-20A
bevat MDA en /V-formyl-MDA
AAIQ0239NL / Z-21A
bevat PMK
AAIQ0240NL / Z-22A
bevat hypofosforigzuur
AAIQ0241NL / Z-23A
bevat methylamine In methanol [7]
In relatie tot synthetische drugs wordt mierenzuur gebruikt bij de vervaardiging van amfetamine met de Leuckartmethode of de vervaardiging van PMK uit isosafrol.
In relatie tot synthetische drugs is methylamine een grondstof en platina een katalysator voor de vervaardiging van MDMA (uit PMK) of metamfetamine (uit BMK) met een reductieve aminering.
In relatie tot de vervaardiging van synthetische drugs wordt de methylester van 'PMK-glycidezuur' (methyl 3-(3,4-methyleendioxyfenyl)-2-methylglycidaat) omgezet in PMK, een grondstof voor o.a. MDMA.
In relatie tot synthetische drugs worden jood en hypofosforigzuur gebruikt bij de vervaardiging van metamfetamine door reductie van (pseudo)efedrine.
2-Fenylethylamine (2-PEA; Engels: 2-phenylethylamine) is niet vermeld op één van de lijsten van de Opiumwet of op de bijlagen behorende bij de in de Wet voorkoming misbruik chemicaliën (Wvmc) genoemde verordeningen. [8]
De verklaringen van [B]
V: Wat kun jij verklaren met betrekking tot de ruimte achter in loods D?
A: Die heb ik vanaf januari 2019 verhuurd.
V: Volgende vraag, dat snap je wel?
A: Ja aan [verdachte] . Achternaam niet bekend. [9]
A: […] Ik wil hierbij nog opmerken dat in januari 2019 die [verdachte] bij mij kwam. Om iets te huren. Toen heb ik die [verdachte] de toegang verleend tot de ruimte zolderruimte loods D alsmede de zeecontainer op foto 1. [verdachte] is kennelijk bezig geweest met wat er gisteren is aangetroffen. [10]
V: Hoe vaak heb jij [verdachte] gezien bij jou op het terrein?
A: In december 2018 twee keer en in januari 2019 vier keer. […] Hij zou een Indonesische vrouw hebben.
V: Wanneer was de huurperiode precies?
A: Het was in januari 2019. […] Ik schrijf het in mijn agenda en houd het op deze manier bij. [11]
De agenda van [B]
verklaarde dat hij alles bijhield in zijn agenda. De agenda lag in zijn woonkamer op het bureau. Ik, verbalisant, bladerde de agenda van 2019 door en zag op datum 11 april 2019 staan: [verdachte] : [.] , [telefoonnummer 1] .
Hierop heb ik het voor mij toegankelijke politiesysteem bevraagd en zag dat genoemd
telefoonnummer gerelateerd is sinds 4 oktober 2012 aan [H] , geboren [1989] te [geboorteplaats 2] Indonesië.
Dit kwam overeen met de verklaring van [B] dat [verdachte] een partner uit Indonesië zou hebben. Ik zag dat [H] een kind had en dat de vader van dit kind is genaamd: [verdachte] , geboren [1967] te [geboorteplaats 1] Nederland. [12]
Sms’jes tussen [telefoonnummer 1] en [telefoonnummer 2]
Op dinsdag 6 augustus 2019 heb ik, verbalisant, handmatig een onderzoek ingesteld in de mobiele telefoon van de verdachte [B] . Ik heb gezocht naar het telefoonnummer [telefoonnummer 1] . In de contacten van de telefoon trof ik het gezochte telefoonnummer aan met als contact “ [verdachte] [.] ”.
Op 22 mei 2019 was er een gemiste oproep afkomstig van het nummer [telefoonnummer 1] . In de verstuurde sms’jes bleek dat er op 4 mei 2019 om 08.49 uur een sms gestuurd was met als inhoud: “Goedemorge [verdachte] ..het hek nr om binnen het terijn te komen = [telefoonnummer 2] . Gr [..] ”. Als antwoord wordt om 08:52 uur gestuurd: Dank u wel.
Op 1 juli 2019 om 09:23 uur is er een sms verstuurd met als inhoud: “Dag [verdachte] ..in jou huur container brand de verlichting al een kleine 3 weken”. Om 09:28 uur is het antwoord: “Hier is zn vrouwtje. Hij is waarschijnlijk volgende week terug. Zal ik daarna doorgeven :)”. [13]
Aantreffen van de handschoenen, maskers en peuken
Op 2 juli 2019 kwam ik, verbalisant, voor een forensisch onderzoek aan op de locatie [adres] in [plaatsnaam] . [14] Door mij werd in het drugslab een onderzoek verricht. De volgende sporen en sporendragers werden in het belang van de bewijsvoering en/of nader onderzoek veiliggesteld:
SIN: AAMN8729NL;
Spooromschrijving: peuk;
SIN: AAMN8730NL;
Spooromschrijving: peuk;
SIN: AAMN8731NL;
Spooromschrijving: peuk;
SIN: AAMN8732NL;
Spooromschrijving: peuk; [15]
SIN: AAMN8733NL;
Spooromschrijving: peuk;
SIN: AAMN8734NL;
Spooromschrijving: peuk;
SIN: AAMN8735NL;
Spooromschrijving: peuk;
SIN: AAMN8723NL;
Object: masker;
SIN: AAMN8724NL;
Object: masker;
SIN: AAMN8725NL;
Object: masker;
SIN: AAMN8726NL;
Object: handschoen;
SIN: AAMN8727NL;
Object: handschoen; [16]
SIN: AAMN8728NL;
Object: handschoen. [17]
NFI-rapport met betrekking tot de maskers
SIN (omschrijving)
Beschrijving DNA-profiel
DNA kan afkomstig zijn van
Matchkans DNA-profiel
AAMN8723NL#01 (masker: binnenrand)
DNA-mengprofiel van minimaal drie personen
afgeleid DNA-hoofdprofiel
DNA-nevenkenmerken
[G]
minimaal twee onbekende personen waarvan minimaal één man
kleiner dan 1 op 1 miljard
niet berekend
AAMN8723NL#02 (masker: neus/mond regio)
DNA-mengprofiel van minimaal vier personen
[G] en minimaal drie onbekende personen waarvan minimaal twee mannen
niet berekend vanwege resultaat van AAMN8723NL#01
AAMN8724NL#01 (masker: binnenrand)
DNA-profiel van een man (zie toelichting 1)
[verdachte]
kleiner dan 1 op 1 miljard [18]
AAMN8724NL#02 (masker: neus/mond regio)
DNA-mengprofiel van minimaal drie personen
[verdachte] en minimaal twee onbekende personen waarvan minimaal één man
niet berekend vanwege resultaat van AAMN8724NL#01
AAMN8725NL#01 (masker: binnenrand)
DNA-mengprofiel van minimaal drie personen
[verdachte] , [G] en minimaal één onbekende persoon
niet berekend vanwege overige resultaten
AAMN8725NL#02 (masker: neus/mond regio)
DNA-mengprofiel van minimaal drie personen
[verdachte] , [G] en minimaal één onbekende persoon
niet berekend vanwege overige resultaten [19]
NFI-rapport: aantreffen MDMA-resten op maskers
Kenmerk
Omschrijving FO
Conclusie
AAMN8724NL
poeder, wit, uit 0,00 gram
Bevat MDMA [20]
AAMN8725NL
poeder, groen, uit 0,00 gram
Bevat MDMA [21]
AAMN8723NL
poeder, wit, uit 0,00 gram
Bevat MDMA [22]
NFI-rapport met betrekking tot de peuken
SIN en omschrijving
Beschrijving DNA-profiel
Celmateriaal kan afkomstig zijn van
Matchkans
AAMN8729NL#01 Peuk
DNA-profiel van een man
[verdachte]
kleiner dan één op één miljard
AAMN8730NL#01 Peuk
DNA-profiel van een man
[verdachte]
kleiner dan één op één miljard
AAMN8731NL#01 Peuk
DNA-profiel van een man
[verdachte]
kleiner dan één op één miljard
AAMN8732NL#01 Peuk
DNA-profiel van een man
[verdachte]
kleiner dan één op één miljard
AAMN8733NL#01 Peuk
DNA-profiel van een man
[verdachte]
kleiner dan één op één miljard
AAMN8734NL#01 Peuk
DNA-profiel van een man
[verdachte]
kleiner dan één op één miljard
AAMN8735NL#01 Peuk
DNA-profiel van een man
[verdachte]
kleiner dan één op één miljard [23]
NFI-rapport met betrekking tot de handschoenen
SIN (omschrijving)
Beschrijving DNA-profiel
DNA kan afkomstig zijn van
Matchkans DNA-profiel
AANO6534NL#01
(handschoen aamn8726nf)
DNA-mengprofiel van minimaal drie personen
verdachte [G] , verdachte [verdachte] en minimaal één onbekende persoon
zie 'Bewijskracht van het vergelijkend DNA-onderzoek'
AANO6535NL#01
(handschoen aamn8727nf)
DNA-mengprofiel van minimaal drie personen
afgeleid DNA-hoofdprofiel
DNA-nevenkenmerken
verdachte [G]
minimaal twee personen
(zie toelichting)
kleiner dan 1 op 1 miljard
-
AANO6536NL#01
(handschoen aamn8728nf)
DNA-profiel van minimaal één man
minimaal één onbekende man
Bewijsoverweging
Op basis van de bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat op 2 juli 2019 op de locatie [adres] in [plaatsnaam] op een schuurzolder een drugslaboratorium is aangetroffen waar voorbereidingshandelingen werden verricht voor het bereiden van MDMA, amfetamine en metamfetamine. Ook stelt de rechtbank vast dat er op die dag en die locatie een zeecontainer is aangetroffen met chemicaliën en afvalstoffen. De verbalisanten hebben maskers, handschoenen en peuken in beslag genomen, waarop DNA werd aangetroffen dat matchte met het DNA van verdachte. Op de maskers zijn ook MDMA-resten aangetroffen. Deze bevindingen zijn niet door de verdediging betwist. De vraag die de rechtbank dient te beantwoorden is of verdachte eerder genoemde voorbereidingshandelingen heeft verricht.
Verdachte heeft weliswaar ontkend dat hij de schuurzolder en zeecontainer heeft gehuurd, maar de rechtbank acht die verklaring ongeloofwaardig. [B] heeft verklaard dat de schuurzolder werd gehuurd door ene [verdachte] en dat hij de gegevens van de huur bijhield in zijn agenda. In zijn agenda stond de naam [verdachte] met daarachter het telefoonnummer van de toenmalige partner van verdachte. Op 22 mei 2019 en op 1 juli 2019 heeft [B] sms’jes over de toegang tot het terrein en de verlichting in de huurcontainer van verdachte naar dit telefoonnummer van (de toenmalige partner van) verdachte verstuurd. De rechtbank is van oordeel dat deze data niet stroken met de verklaring van verdachte die inhoudt dat hij slechts twee keer in januari 2019 op het terrein is geweest om te klussen. De verklaringen van [B] , bezien in samenhang met de gegevens in zijn agenda en de (inhoud van de) sms-contacten, leiden de rechtbank tot de conclusie dat verdachte de schuurzolder en de zeecontainer waar het drugslaboratorium is aangetroffen, heeft gehuurd.
Ook leidt de rechtbank uit de bewijsmiddelen af dat in twee maskers (met kenmerken AAMN8724NL en AAMN8725NL) DNA is aangetroffen dat matchte met het DNA van verdachte en dat op deze maskers MDMA-sporen zijn aangetroffen. De verklaring van verdachte dat hij de maskers voor de grap heeft opgezet toen hij in januari 2019 op het terrein aanwezig was, acht de rechtbank, mede in het licht van de overige bewijsmiddelen, ongeloofwaardig. Op 2 juli 2019 zijn in de labruimte ook peuken veiliggesteld waarop DNA is aangetroffen dat matchte met het DNA van verdachte. De verklaring van verdachte dat hij bij het klussen in januari 2019 had gerookt en daarna nooit meer in de ruimte is geweest, acht de rechtbank, mede in het licht van de overige bewijsmiddelen, eveneens ongeloofwaardig.
Los van het voorgaande stelt de rechtbank vast dat verdachte pas met dit alternatieve scenario is gekomen tijdens de terechtzitting op 26 augustus 2021, toen de voor hem belastende feiten en omstandigheden, zoals hierboven vermeld, hem bekend moeten zijn geweest.
De rechtbank acht, gelet op het voorgaande, wettig en overtuigend bewezen dat verdachte samen met een ander of anderen het ten laste gelegde feit heeft gepleegd.
Verweer van de raadsman: betrouwbaarheid verklaring [B]
De raadsman heeft de betrouwbaarheid van de belastende verklaring van [B] betwist. De rechtbank verwerpt dit verweer. De verklaring van [B] wordt ondersteund door overige stukken in het dossier, te weten door de door hem verstuurde sms’jes en door zijn aangetroffen agenda. De rechtbank ziet op grond van het voorgaande geen reden om aan de betrouwbaarheid van de verklaring van [B] te twijfelen en zal de verklaring daarom gebruiken voor het bewijs.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
op tijdstippen in de periode van 1 januari 2019 tot en met 2 juli 2019 te [plaatsnaam] , gemeente Woerden, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen en vervaardigen van MDMA en amfetamine en methamfetamine, zijnde MDMA en amfetamine en methamfetamine middelen vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, voor te bereiden en te bevorderen
- een bovenverdieping van een loods en
- een zeecontainer en
- glazen refluxkoelers en rondbodemkolven en
- 3,06 kilogram PMK glycidaat en
- een hoeveelheid PMK en
- een hoeveelheid methylamine en
- gascilinders met waterstofgas en
- een RVS drukreactievat en
- een gascilinder met waterstofchloride en
- een diepvrieskist en
- plastic flessen met BMK en
- een hoeveelheid jood en mierenzuur en hypofosforigzuur en
- een of meer flessen zwavelzuur
voorhanden heeft gehad, waarvan verdachte en verdachtes mededader(s) wisten dat die bestemd waren tot het plegen van die feiten.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN HET FEIT

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet het volgende strafbare feit op:
medeplegen van: om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden of te bevorderen, voorwerpen en stoffen voorhanden hebben, waarvan hij weet dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit, meermalen gepleegd.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte te veroordelen tot:
- een gevangenisstraf van 36 maanden, met aftrek van het voorarrest;
- een geldboete van € 20.000,00, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 135 dagen hechtenis.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van de gehele tenlastelegging en heeft geen strafmaatverweer gevoerd.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
De ernst van het feit
Verdachte heeft een schuurzolder in een loods gehuurd en vervolgens heeft verdachte daar samen met een ander of anderen een drugslaboratorium gevestigd. In dat drugslaboratorium heeft verdachte gedurende een half jaar voorbereidingshandelingen gepleegd, te weten het voorhanden hebben van voor de productie van synthetische drugs benodigde chemicaliën. In het pand zijn grote hoeveelheden chemicaliën en productiemiddelen aangetroffen die kenmerkend zijn voor het produceren van synthetische drugs.
Het is een feit van algemene bekendheid dat het gebruik van synthetische drugs, zoals MDMA, amfetamine en metamfetamine, grote gezondheidsrisico’s meebrengt voor de gebruikers daarvan. Door de productie van synthetische drugs wordt de volksgezondheid dan ook ernstig bedreigd. De productie brengt ook nadelige gevolgen met zich voor het milieu, aangezien men zich niet legaal kan ontdoen van het chemische afval waardoor het afval wordt gedumpt. Daarnaast wijst de rechtbank op het ontploffingsgevaar dat bij de productie van deze drugs aanwezig is. Daarnaast wordt geweld in het drugscircuit niet geschuwd. De samenleving als geheel ondervindt overlast van dit soort feiten.
De rechtbank rekent het verdachte zwaar aan dat hij kennelijk slechts zijn eigen financiële gewin voor ogen heeft gehad en daarbij geen acht heeft geslagen op de hierboven beschreven negatieve gevolgen. Verdachte heeft bovendien geen verantwoordelijkheid genomen voor zijn handelen.
De persoon van verdachte
De rechtbank heeft kennisgenomen van het uittreksel justitiële documentatie van verdachte van 21 juli 2021. Hieruit blijkt dat verdachte op 18 april 2016 is veroordeeld voor een misdrijf omschreven in de Opiumwet.
De strafVoor voorbereidingshandelingen in de zin van artikel 10a Opiumwet bestaan geen oriëntatiepunten van de LOVS. De rechtbank heeft daarom gekeken naar wat in vergelijkbare zaken wordt opgelegd.
Hoewel op basis van het dossier niet kan worden vastgesteld wat de exacte rol van verdachte in de voorbereidingshandelingen is geweest, staat naar het oordeel van de rechtbank vast dat de rol van verdachte groter was dan die van een katvanger.
Op het gepleegde strafbare feit kan naar het oordeel van de rechtbank niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. De oplegging van een dergelijke straf is ook noodzakelijk om een voldoende afschrikwekkend effect te bewerkstelligen en recidive te voorkomen. De rechtbank zal, gelet op wat in vergelijkbare zaken wordt opgelegd, geen geldboete opleggen naast de gevangenisstraf, maar volstaan met oplegging van een gevangenisstraf van 24 maanden, met aftrek van het voorarrest.
Voorlopige hechtenis
Voornoemde straf is langer dan de duur van de tijd die verdachte heeft doorgebracht in voorlopige hechtenis. De rechtbank zal daarom het verzoek tot opheffing van de voorlopige hechtenis afwijzen.

9.BESLAG

Verbeurdverklaring
De rechtbank zal de maskers en de handschoenen verbeurd verklaren. Met behulp van deze goederen is het bewezen verklaarde feit begaan.
Teruggave aan de rechthebbende
De rechtbank zal teruggave gelasten van de in beslag genomen DVD-recorder aan degene die redelijkerwijs als rechthebbende van dit voorwerp kan worden aangemerkt.
Teruggave aan verdachte
De rechtbank zal de teruggave gelasten aan verdachte van de in beslag genomen voorwerpen die aan verdachte toebehoren, te weten de telefoons. Deze voorwerpen zijn niet vatbaar voor verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer en het belang van strafvordering verzet zich niet tegen teruggave.

10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen
  • 33, 33a, 47 en 57 van het Wetboek van Strafrecht en
  • 10a van de Opiumwet;
zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

11.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstraf van 24 maanden;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
Beslag
- verklaart de volgende voorwerpen
verbeurd:
  • 1 STK Masker (g2445680);
  • 1 STK Masker (g2445687);
  • 1 STK Masker (g2445688);
  • 1 STK Handschoen (g2445694);
  • 1 STK Handschoen (g2445698);
- gelast de
teruggave aan verdachtevan de volgende voorwerpen:
  • 1 STK Telefoontoestel (g2829038);
  • 1 STK Telefoontoestel (g2829039);
- gelast de
teruggave aan de rechthebbendevan het volgende voorwerp:
1 STK dvd recorder Amiko [....] (g2445641).
Dit vonnis is gewezen door mr. A. Bouteibi, voorzitter, mrs. D. Riani el Achhab en C.S.K. Fung Fen Chung, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J. Broere, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 9 september 2021.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks 1 januari 2019 tot en met 2 juli 2019 te [plaatsnaam] , gemeente Woerden, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk telen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren, vervaardigen en/of binnen het grondgebied van Nederland brengen van MDMA en/of amfetamine en/of methamfetamine, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA en/of amfetamine en/of methamfetamine, zijnde MDMA en/of amfetamine en/of methamfetamine een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I voor te bereiden en/of te bevorderen
- ( een bovenverdieping van) een loods en/of
- een (zee)container en/of
- een of meer glazen refluxkoelers en/of rondbodemkolven en/of
- ( ongeveer) 3,06 kilogram, althans een (grote) hoeveelheid PMK glycidaat en/of
- een hoeveelheid PMK en/of
- een hoeveelheid methylamine en/of
- een of meer gascilinders met waterstofgas en/of
- een RVS drukreactievat en/of
- een gascilinder met waterstofchloride en/of
- een diepvrieskist en/of
- een of meer jerrycans met kristallisatieafval MDMA en/of
- een bodemkolf met destillatieafval MDMA en/of
- plastic flessen met BMK en/of
- een hoeveelheid jood en/of mierenzuur en/of hypofosforigzuur en/of
- een of meer flessen zwavelzuur en/of
voorhanden heeft gehad, waarvan verdachte en/of verdachtes mededader(s) wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden, dat dat/die bestemd was/waren tot het plegen van dat/die feit(en).
( art 10 lid 4 Opiumwet, art 10 lid 5 Opiumwet, art 10a lid 1 ahf/sub 3 alinea Opiumwet, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal genummerd 2019195467 (onderzoek [.....] ), opgemaakt door politie Midden-Nederland, doorgenummerd 1 tot en met 217. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Een proces-verbaal van bevindingen van 15 augustus 2019, opgesteld door verbalisanten [verbalisant 1] , [verbalisant 2] en [verbalisant 3] , pagina 81.
3.Een proces-verbaal van bevindingen van 15 augustus 2019, opgesteld door verbalisanten [verbalisant 1] , [verbalisant 2] en [verbalisant 3] , pagina 82.
4.Een proces-verbaal van bevindingen van 15 augustus 2019, opgesteld door verbalisanten [verbalisant 1] , [verbalisant 2] en [verbalisant 3] , pagina 83.
5.Een proces-verbaal van bevindingen van 15 augustus 2019, opgesteld door verbalisanten [verbalisant 1] , [verbalisant 2] en [verbalisant 3] , pagina 86.
6.Een NFI-rapport van 15 oktober 2019 (drugsonderzoek aan materialen aangetroffen op 2 juli 2019 te [plaatsnaam] ), opgesteld door, ing. [A] , pagina 157.
7.Een NFI-rapport van 15 oktober 2019 (drugsonderzoek aan materialen aangetroffen op 2 juli 2019 te [plaatsnaam] ), opgesteld door, ing. [A] , pagina 158.
8.Een NFI-rapport van 15 oktober 2019 (drugsonderzoek aan materialen aangetroffen op 2 juli 2019 te [plaatsnaam] ), opgesteld door, ing. [A] , pagina 160.
9.Een proces-verbaal van verhoor verdachte [B] van 3 juli 2019, pagina 56.
10.Een proces-verbaal van verhoor verdachte [B] van 3 juli 2019, pagina 57.
11.Een proces-verbaal van verhoor verdachte [B] van 3 juli 2019, pagina 64.
12.Een proces-verbaal van bevindingen van 4 juli 2019, opgesteld door verbalisant [verbalisant 4] , pagina 78.
13.Een proces-verbaal van bevindingen van 6 augustus 2019, opgesteld door verbalisant [verbalisant 5] , pagina 143.
14.Een proces-verbaal forensisch onderzoek plaats delict ( [adres] [plaatsnaam] ), opgesteld door verbalisant [verbalisant 6] , pagina 125.
15.Een proces-verbaal forensisch onderzoek plaats delict ( [adres] [plaatsnaam] ), opgesteld door verbalisant [verbalisant 6] , pagina 126.
16.Een proces-verbaal forensisch onderzoek plaats delict ( [adres] [plaatsnaam] ), opgesteld door verbalisant [verbalisant 6] , pagina 127.
17.Een proces-verbaal forensisch onderzoek plaats delict ( [adres] [plaatsnaam] ), opgesteld door verbalisant [verbalisant 6] , pagina 128.
18.Een NFI-rapport van 9 december 2019, opgesteld door ing. [C] , pagina 173.
19.Een NFI-rapport van 9 december 2019, opgesteld door ing. [C] , pagina 174.
20.Een NFI-rapport van 19 oktober 2020, opgesteld door ing. [D] , pagina 169.
21.Een NFI-rapport van 19 oktober 2020, opgesteld door ing. [D] , pagina 170.
22.Een NFI-rapport van 19 oktober 2020, opgesteld door ing. [D] , pagina 171.
23.Een NFI-rapport van 2 januari 2020, opgesteld door ing. [E] , pagina 182.
24.Een NFI-rapport van 8 april 2020, opgesteld door ing. [F] , pagina 204.