ECLI:NL:RBMNE:2021:4378

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
9 september 2021
Publicatiedatum
9 september 2021
Zaaknummer
16.187273.20 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Materieel strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verkoop en voorhanden hebben van stoffen en voorwerpen bestemd voor grootschalige hennepteelt

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 9 september 2021 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan het voorhanden hebben en verkopen van een grote hoeveelheid voorwerpen en stoffen die bestemd zijn voor de grootschalige beroeps- of bedrijfsmatige hennepteelt. De verdachte, geboren in 1968 en ingeschreven in de Basisregistratie personen, werd beschuldigd van het overtreden van artikel 11a van de Opiumwet. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 28 februari 2017 tot en met 12 december 2017 deze stoffen en voorwerpen te koop heeft aangeboden en voorhanden heeft gehad, terwijl hij wist dat deze bestemd waren voor de hennepteelt.

Tijdens de zitting op 26 augustus 2021 heeft de officier van justitie, mr. R.J.J.S. Visser, de vordering ingediend, terwijl de verdediging, vertegenwoordigd door mr. G.A.C. Beckers, pleitte voor niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat het Openbaar Ministerie ontvankelijk is in de vervolging. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar, een taakstraf van 200 uur en een geldboete van € 50.000,00. De rechtbank heeft daarbij rekening gehouden met de ernst van de feiten en de overschrijding van de redelijke termijn, wat heeft geleid tot strafvermindering.

De rechtbank heeft in haar overwegingen benadrukt dat de bestrijding van hennepteelt een prioriteit is voor de Nederlandse overheid en dat de verdachte met zijn handelen heeft bijgedragen aan de illegale hennepteelt, wat schadelijk is voor de volksgezondheid en de samenleving. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte feitelijk leiding heeft gegeven aan de activiteiten van zijn bedrijf, [bedrijfsnaam] B.V., en dat hij verantwoordelijk is voor de gedragingen van deze rechtspersoon.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16.187273.20 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 9 september 2021
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1968] te [geboorteplaats] (Turkije),
ingeschreven in de Basisregistratie personen op het adres
[adres] , [postcode] te [woonplaats] ,
hierna: verdachte.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 26 augustus 2021.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie, mr. R.J.J.S. Visser, en van hetgeen verdachte en zijn raadsman, mr. G.A.C. Beckers, advocaat te Maastricht, naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is op de zitting gewijzigd. De gewijzigde tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat:
feit 1:[bedrijfsnaam] B.V. op 12 december 2017 te De Meern in vereniging stoffen en voorwerpen te koop heeft aangeboden en/of voorhanden heeft gehad waarvan zij en haar mededader wisten of ernstige reden hadden te vermoeden dat deze bestemd zijn voor de professionele of grootschalige hennepteelt, terwijl verdachte tot het feit opdracht heeft gegeven en/of feitelijke leiding heeft gegeven;
feit 2:[bedrijfsnaam] B.V. in de periode van 28 februari 2017 tot en met 11 december 2017 te De Meern in vereniging stoffen en voorwerpen heeft verkocht en/of voorhanden heeft gehad waarvan zij en haar mededader wisten of ernstige reden hadden te vermoeden dat deze bestemd zijn voor de professionele of grootschalige hennepteelt, terwijl verdachte tot het feit opdracht heeft gegeven en/of feitelijke leiding heeft gegeven.

3.VOORVRAGEN

3.1
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk moet worden verklaard in de vervolging. Hij heeft hiertoe het volgende aangevoerd.
Verdachte is in 2017 veroordeeld voor dezelfde soort feiten die ook in deze zaak ten laste zijn gelegd. In hoger beroep is hij daarvan echter vrijgesproken en het Openbaar Ministerie heeft het cassatieberoep ingetrokken. Na de veroordeling is het bedrijf [bedrijfsnaam] B.V. verhuisd naar [plaatsnaam] en zijn alle goederen die in de ogen van het Openbaar Ministerie typisch hennepgerelateerd zouden zijn uit het assortiment verwijderd. Het dossier behelst niet meer of andere bewijsmiddelen dan die in de eerdere strafzaak al zijn aangedragen en die uiteindelijk hebben geleid tot een vrijspraak. Het Openbaar Ministerie heeft niet onderbouwd waarom er in deze zaak toch tot vervolging is overgegaan. Verder is van belang dat de in beslag genomen goederen aan [bedrijfsnaam] B.V. zijn teruggegeven door het Openbaar Ministerie en dat er vervolgens lang is gewacht met de vervolging. De vervolgingsbeslissing getuigt van een zodanige onevenredigheid dat dit strijd oplevert met het verbod van willekeur. De vervolging is daarom ingesteld of voortgezet terwijl geen redelijk handelend lid van het Openbaar Ministerie heeft kunnen oordelen dat hiermee enig door strafrechtelijke handhaving beschermd belang gediend kan zijn.
3.2
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de verstrekkende conclusie tot niet-ontvankelijkverklaring van het Openbaar Ministerie niet kan worden gevolgd. Hij heeft hiertoe het volgende aangevoerd.
Toen het Openbaar Ministerie de raadsman in kennis heeft gesteld van de opheffing van het beslag, heeft het ook per brief laten weten dat deze beslissing niet wil zeggen dat niet tot vervolging zal worden overgegaan en dat er nog steeds sprake is van een gegronde verdenking van handelen in strijd met artikel 11a van de Opiumwet. Het Openbaar Ministerie heeft op basis van artikel 167, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering voor wat betreft de vervolgingsbeslissing een ruime discretionaire bevoegdheid. Het opheffen van het beslag betreft niet een uitzonderlijk geval op basis waarvan het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk zou moeten worden verklaard. Voorts betekent het intrekken van het cassatieberoep in de eerdere zaak tegen verdachte niet dat het Openbaar Ministerie in deze zaak niet meer tot vervolging mag overgegaan. Volgens de officier van justitie kan er wettig en overtuigend worden bewezen dat de feiten zijn gepleegd. Tot slot leidt de overschrijding van de redelijke termijn volgens vaste rechtspraak niet tot niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie.
3.3
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank stelt voorop dat in artikel 167, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering aan het Openbaar Ministerie de bevoegdheid is toegekend zelfstandig te beslissen of naar aanleiding van een ingesteld opsporingsonderzoek vervolging moet plaatsvinden. De beslissing van het Openbaar Ministerie om tot vervolging over te gaan leent zich slechts in zeer beperkte mate voor een inhoudelijke rechterlijke toetsing in die zin dat slechts in uitzonderlijke gevallen plaats is voor een niet-ontvankelijkverklaring van het Openbaar Ministerie in de vervolging op de grond dat het instellen of voortzetten van die vervolging onverenigbaar is met beginselen van een goede procesorde.
Zo’n uitzonderlijk geval doet zich voor wanneer de vervolging wordt ingesteld of voortgezet terwijl geen redelijk handelend lid van het Openbaar Ministerie heeft kunnen oordelen dat met (voortzetting van) de vervolging enig door strafrechtelijke handhaving beschermd belang gediend kan zijn. In het geval van een zodanige, aperte onevenredigheid van de vervolgingsbeslissing is de (verdere) vervolging onverenigbaar met het verbod van willekeur (dat in de strafrechtspraak in dit verband ook wel wordt omschreven als het beginsel van een redelijke en billijke belangenafweging).
De officier van justitie heeft in het proces-verbaal ‘teruggave beslag [bedrijfsnaam] BV’ van 15 maart 2018 toegelicht waarom ervoor is gekozen het beslag op te heffen. Uit dit proces-verbaal blijkt dat het Openbaar Ministerie heeft afgezien van het doel van het beslag – het komen tot een verbeurdverklaring – vanwege de vrijspraak in een eerdere strafzaak tegen verdachte en de daardoor ontstane onzekerheid tot aan cassatie en vanwege de enorme te verwachten kosten tot aan onherroepelijkheid van de nieuwe strafzaak. In deze omstandigheden kan niet worden geoordeeld dat de beslissing tot teruggave van de in beslag genomen goederen ertoe leidt dat geen redelijk handelend lid van het Openbaar Ministerie heeft kunnen oordelen dat met de vervolging enig door strafrechtelijke handhaving beschermd belang gediend kan zijn.
De officier van justitie heeft toegelicht dat, ondanks de eerdere vrijspraak en het intrekken van het cassatieberoep, er in deze zaak voldoende bewijs ligt. Daarom is ervoor gekozen om tot vervolging over te gaan. Dat het Openbaar Ministerie lang heeft gewacht om tot vervolging over te gaan betekent niet dat daarmee de beslissing om tot vervolging over te gaan apert onevenredig is. Dat sprake is van aperte onevenredigheid van de vervolgingsbeslissing die meebrengt dat een (verdere) vervolging onverenigbaar is met het verbod van willekeur, valt uit de door de verdediging naar voren gebrachte feiten en omstandigheden dan ook niet af te leiden.
De rechtbank verwerpt het verweer. Het Openbaar Ministerie is ontvankelijk in de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het onder feit 1 en feit 2 ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van het onder feit 1 en feit 2 ten laste gelegde, omdat sprake is van onvoldoende wettig en overtuigend bewijs. De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat het dossier geen bewijsmiddelen bevat waaruit zich een illegale bestemming van de op de tenlastelegging vermelde stoffen en voorwerpen laat vaststellen. Ook bevat het dossier volgens de raadsman geen bewijsmiddelen waaruit kan worden afgeleid dat verdachte wist of ernstige reden had te vermoeden dat sprake was van een illegale bestemming. Verdachte heeft volgens de raadsman aantoonbare maatregelen getroffen om overtreding van artikel 11a van de Opiumwet te voorkomen, waarmee hij als leidinggevende heeft gehandeld op een wijze die van hem mocht worden verlangd.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Ten aanzien van feit 1 en feit 2
Bewijsmiddelen [1]
Verklaring van verdachte
Ik was op de data die in de tenlastelegging staan enig aandeelhouder en bestuurder van [bedrijfsnaam] B.V. Ik werkte daar als leidinggevende. [2]
Aantreffen goederen
Vandaag, 12 december 2017, begaven wij ons naar het adres [straatnaam] [nummeraanduiding] te [plaatsnaam] . De groothandel die daar is gevestigd is genaamd [bedrijfsnaam] B.V. Wij zagen, dat de loods was ingericht met lange hoge stalen stellingen, waarop gesorteerd de hennepartikelen gestald stonden. Wij zagen:
- pallets vol met zwarte grow-tenten;
- een enorme hoeveelheid zwarte plastic kweekpotten;
- pallets vol met ventilatoren; [3] - pallets met kachels;
- thermo-hygrometers;
- veel flexibele luchtslangen;
- veel netten en bamboe stokken;
- veel watervaten, met daarbij dompelpompen, luchtpompen;
- pallets vol met fan-controllers voor de regeling van snelheid van de afzuigers;
- pallets vol met zwart vijverfolie;
- grote hoeveelheid zwart en wit folie;
- een enorme hoeveelheid groei- en voedingsmiddelen alsmede bestrijdingsmiddelen;
- een grote hoeveelheid PH en EC meters;
- veel dozen met daarin zogenaamde oogstschaartjes;
- pallets vol met tijdschakelaars;
- pallet vol met assimilatielampen in combinatie met lampenkappen;
- pallets vol met Perliet, witte vulkaansteentjes;
- dozen vol met seal-bags en strijkzakken;
- pallets vol met droogrekken;
- steenwollen blokjes;
- dozen vol met zogenaamde ‘bug-scans’. Dit zijn grote gele plakvellen;
- pallets vol met automatische brandblussers; [4] - pallets vol met digitale weegschaaltjes;
- dozen vol met zwarte merkloze sporttassen;
- dozen met luchtverfrissers;
- diverse steunen;
- pallets vol met stekbakjes en nieuwe kartonnen dozen;
- pallets vol met rollen wit elektrisch snoer. [5]
De beslaglijst
- kweekpotten, diverse maten;
- elektrische kachel;
- grote waterslangen;
- steenwol slabs; [6]
- slangklemmen; [7]
- ijzeren koppelstukken;
- stekpoeder;
- ophangbeugels;
- latex handschoenen;
- PVC flenzen;
- hoofdschakelaars; [8]
- powerdimmers;
- klimaatregelaar;
- smart controller;
- plastic koppelstukken; [9]
- koolstofhouders;
- gripzakken;
- ophangkettingen. [10]
Onderzoek facturen periode 1 maart 2017 tot en met 31 maart 2017
Op 03 januari 2019 heb ik, verbalisant [verbalisant 1] , een onderzoek ingesteld in de
ordner met het opschrift debiteuren maart 2017. Dit betroffen de facturen over de
periode 01 maart 2017 tot en met 31 maart 2017.
- dompelpomp 7000 liter; [11]
- soft doos; [12]
- lege dozen. [13]
Onderzoek facturen periode 1 mei 2017 tot en met 31 mei 2017
Op 06 februari 2018 heb ik, verbalisant [verbalisant 1] , een onderzoek ingesteld in de
ordner met het opschrift mei 2017. Dit betroffen facturen over de periode 1 mei 2017
tot en met 31 mei 2017.
- luchtslangen;
- dompelpomp 5000 liter;
- 4 zwenkventilatoren;
- 200 vierkante potten 11 liter;
- elektriciteitskabel; [14]
- 5 gripzakken 1 kg 100 stuks per pak;
- 60 CO2-tabs; [15]
- slangklemmen;
- PVC flenzen;
- 60 droogrekken;
- 5 60 x60x160 cm kweektenten;
- 4 90 x90x180 cm kweektenten;
- 10 snelheidsregelaars;
- 10 fan controllers; [16]
- 42 slakkenhuizen; [17]
- insectenconcentraat (ter bestrijding van insecten);
- handschoenen (latex);
- grote zwarte tassen;
- net;
- watertank;
- bamboestokken;
- vijverfolie;
- waterspin;
- wegwerpoverall;
- luchtverfrisser;
- ophangrubbers;
- elektrisch kacheltje; [18]
- 1400 ronde potten 15 liter; [19]
- 65 zwenkventilatoren muurbevestiging;
- 61 zwenkventilatoren staand;
- 540 droogrekken;
- afzuigboxen; [20]
- stekbakjes;
- steenwol slabs;
- groeimiddelen. [21]
Onderzoek facturen periode 1 juni 2017 tot en met 30 juni 2017
Op 27 februari 2018 heb ik, verbalisant [verbalisant 1] , een onderzoek ingesteld in de
ordner met het opschrift debiteuren Juni 2017. Dit betroffen de facturen over de
periode 01 juni 2017 tot en met 30 juni 2017.
- weegschaal; [22]
- steenwol blokjes;
- vierkante potten 14 liter;
- stekpoeder; [23]
- 10 PH-meters;
- 10 EC-meters;
- ketting; [24]
- smartcontroller; [25]
- brandblusser. [26]
Onderzoek facturen periode 1 juli 2017 tot en met 31 juli 2017
Op 28 februari 2018 heb ik, verbalisant [verbalisant 1] , een onderzoek ingesteld in de ordner met het opschrift debiteuren Juli 2017. Dit betroffen de facturen over de periode 1 juli 2017 tot en met 31 juli 2017.
- klimaatsysteem om een optimaal klimaat te waarborgen; [27]
- tijdschakelaar. [28]
Onderzoek facturen periode 1 september 2017 tot en met 30 september 2017
Op 08 januari 2019 heb ik, verbalisant [verbalisant 1] , een onderzoek ingesteld in de ordner met het opschrift debiteuren september 2017. Dit betroffen de facturen over de periode 1 september 2017 tot en met 30 september 2017.
- koppelstukken. [29]
Onderzoek facturen periode 1 november 2017 tot en met 30 november 2017
Op 08 januari 2019 heb ik, verbalisant [verbalisant 1] , een onderzoek ingesteld in de ordner met het opschrift debiteuren november 2017. Dit betroffen de facturen over de periode 1 november 2017 tot en met 30 november 2017.
- 2 multibox 1000 liter: (watervat). [30]
Het onderzoek door de politie
Factor
Biedt [bedrijfsnaam] BV stoffen en voorwerpen te koop aan
Aanwijzingen
professioneel
Aanwijzingen
grootschalig
Ruimte afgesloten van licht en lucht
Ja
Hoog
Ja
Aan- en afzuiging van lucht met
geurbestrijding
Ja en nee
Hoog
Ja
Kunstlicht
Ja
Hoog
Ja
Bewatering
Ja
Hoog
Ja
Verwarming (optioneel)
Ja
Gemiddeld
N.v.t.
Luchtcirculatie en -bevochtiging
Ja
Hoog
Ja
Bodem en container voor bodem (pot of tray)
Ja
Hoog
Ja
Plantenvoeding (kunstmest) en
bestrijdingsmiddelen
Ja
Hoog
Ja
CO2 (optioneel)
Ja
Gemiddeld/hoog
Ja
Elektrische meet- en regelapparatuur (optioneel)
Ja
Hoog
Ja
Camera’s en detectieapparatuur
(optioneel)
Nee
N.v.t.
N.v.t.
Stroomgeneratoren (optioneel)
Nee
N.v.t.
N.v.t. [31]
Verwerkingsproducten opbrengst
Ja
Hoog
Ja
Hennepzaden of -stekjes
Nee
Nee
Nee
Gebleken is dat [bedrijfsnaam] BV stoffen en nagenoeg alle voorwerpen te koop aanbiedt in haar
catalogus en op voorraad heeft in haar magazijn ten behoeve van alle factoren benodigd voor de professionele en grootschalige teelt van hennep in een van licht- en lucht afgesloten ruimte. Wij zagen dat van deze stoffen en voorwerpen [bedrijfsnaam] B.V. voor alle niet optionele stoffen en voorwerpen varianten te koop aanbood die, wanneer gebruikt voor het telen van hennep, bestemd zijn voor de grootschalige en professionele hennepteelt en vrijwel niet voor de hobbyteelt. Hier zaten ook voor hennep zeer specifieke producten bij, zoals bepaalde merken verrijkte kweekmedia, plantenvoeding en verwerkingsproducten, zoals droogrekken en zwarte sporttassen. [bedrijfsnaam] BV biedt geen enkel product aan dat niet toepasbaar is bij het professioneel telen van hennep.
Wij zagen dat het assortiment kennelijk niet gericht is op de akkerbouw c.q. groothandel in bloemen en planten gezien de eigenschappen van de betreffende stoffen en voorwerpen en het ontbreken van voor deze markt kenmerkende stoffen en voorwerpen zoals landbouwmachines, plantenvoeding in bulk, groente- en fruitzaden, in tegenstelling tot de bedrijfsactiviteiten van [bedrijfsnaam] B.V. die in de KvK staan, groothandel in overige akkerbouwproducten, groothandel in bloemen en planten en meer. Wij zagen dat het assortiment kennelijk ook niet gericht is op een tuinconsument, gezien het ontbreken van voor deze markt kenmerkende stoffen en voorwerpen zoals bladblazers, bijlen, zagen, snoeimachines, grasmaaiers, zwenksproeiers, snoeischaren, harken, materiaal om onkruid
te wieden en plantensteunen voor bijvoorbeeld een roos of boombinders. [32]
Onderzoek gegevensdragers [bedrijfsnaam] B.V.
Op vrijdag 13 december 2019 heb ik, verbalisant [verbalisant 2] , onderzoek gedaan in het
digitaal beslag, dat bij de controle van het bedrijf [bedrijfsnaam] B.V. op 12 december 2017
in beslag is genomen. In het beslag heb ik gekeken naar gegevens die zouden aangeven welke producten het bedrijf verkocht en binnen welke branche het bedrijf de producten afzette.
SIN: AAJT6611NL
Bestandsnaam: [bestandsnaam 1] [33]
Het betreft een Excel-werkbestand. Ik heb gekeken naar het tabblad 'prijzen 2017'. In het overzicht zag ik op het eerste gezicht een opsomming van producten die ik
herkende uit de brochure van 2017, van het verdachte bedrijf [bedrijfsnaam] . Wat mij opviel, was dat er producten in het tabblad stonden, welke ik niet in de
brochure ben tegengekomen. Deze producten hadden de artikelnummers 3001, 3002, 3003,
3004, 3006, 3007, 3008, 3009, 3010 en 3011. Dit betroffen slakkenhuisventilatoren van
het merk Torin. [34]
SIN: AAJT6582NL
Bestandsnaam: [bestandsnaam 2]
Dit betrof een Excel werkmap met drie tabbladen. Op tabblad ?Blad2? stonden een
aantal producten met artikelnummers genoemd. Dit kwam overeen met de producten en
nummers in de brochure van [bedrijfsnaam] van 2017. Hieruit leidde ik af dat de producten op
de lijst, producten waren die [bedrijfsnaam] verkocht. [35]
Op tabblad ‘Blad 1’ zag ik vervolgens onder andere onderstaande opsomming van
producten:
1. s 522,40 522,40
1. s uit 1 in 1 uit 400-400 469,60 469,60
1. s 402,40 402,40
1. s 356,80 356,80
1. s 317,60 317,60
3 150 240,00 720,00
1 125 220,00 220,00
Wat mij opviel was dat de andere producten in de lijst wel bij naam genoemd werden en
deze niet. Ik vermoedde dat het bij deze producten ging om slakkenhuisventilatoren in
‘softboxen’, die bedoeld zijn om het geluid van de ventilator te verhullen. Ik had
dit vermoeden omdat de getallen mij deden denken aan de wijze waarop de capaciteit
van de ventilatoren in m3 weergegeven wordt en omdat bij het tweede product 400-400
stond, wat aangeeft welke diameter buis of slang erop aangesloten dient te worden.
Daarbij leken mij de prijzen ongeveer overeen te komen met de prijzen van
slakkenhuisventilatoren in MDF boxen.
Ik heb mijn vermoeden voorgelegd aan de eenheidscoördinator hennep van politie
Midden-Nederland, die dit vermoeden bevestigde. Het is mij vaker opgevallen dat
goederen die zogenaamd ‘typisch’ voor de hennepteelt zijn, op papier niet altijd bij
naam genoemd worden, maar vaak en vagere omschrijving hebben.
Wat ik tevens opvallend vond, was dat ik de verdachte op 12 december 2017, tijdens de
politiecontrole, heb horen zeggen dat hij geen producten meer verkocht waarvan de
rechter had aangegeven dat deze typisch zijn voor de hennepteelt. Hierbij ging het
volgens de verdachte onder andere om assimilatieverlichting en buis- en
slakkenhuisventilatoren, al dan niet in softboxen. [36]
Aangetroffen kweekschema’s
Op dinsdag 12 december 2017 is tijdens een doorzoeking bij het bedrijf [bedrijfsnaam] B.V.,
destijds gevestigd op [straatnaam] in [plaatsnaam] , een stapel met enkele tientallen
kweekschema's aangetroffen. De kweekschema's zijn tijdens de doorzoeking door de
politie aangetroffen in het kantoor in de loods van het bedrijf [bedrijfsnaam]
De kweekschema’s waren aan de voor- en achterzijde bedrukt. Op de voorzijde stond
gedrukt: "Schema voor kweken op hydro bodem met Powertop" en op de achterzijde stond
gedrukt: "Schema voor kweken op aarde bodem met Powertop".
Zowel aan de voor- als achterzijde stond een overzicht van 9 weken groei- en
bloeicyclus met per week verschillende soorten voeding en de hoeveelheid in
milliliters daarvan in die week. Ook stond er aan beide zijden een verhouding tussen
licht en donker kweken van 18 uur licht en 6 uur donker in de voorgroeiperiode en 12
uur licht en 12 uur donker in de bloeiperiode.
In de kweekschema's voor hydrobodem en aarde bodem werden in beide gevallen een EC
waarde vermeld tussen de 1,2 en 1,8.
Ik, verbalisant [verbalisant 3] , hennepspecialist, herken het schema als zijnde een
kweekschema voor het telen van hennepplanten. Soortgelijke kweekschema's worden door
mij en door collega's van het hennepteam altijd aangetroffen in hennepkwekerijen. Het
is een houvast voor de hennepkweker welke groeimiddelen men op welk moment moet
toepassen. [37]
De verklaring van getuige [getuige]
O: Ik, verbalisant [verbalisant 2] , laat een kopie van het kweekschema zien aan de getuige.
G: Wat mij opvalt is de EC-waarde van 1,2 tot 1,8 die in het schema vermeldt wordt. Een EC-waarde van 1,2 tot 1,8 is veel te laag voor een vruchtgroente, zoals een tomaat, paprika of komkommer. De EC-waarden voor die gewassen zijn 5 of 6. Voor een komkommer is deze 3. De EC-waarde in dit schema betekent dat het bedoeld is voor groene planten, dus bijvoorbeeld sla, of huis- tuin en keukenplanten; de planten die je in je huiskamer hebt staan.
Omdat het schema spreekt van teelt op hydro bodem en aarde bodem, ga ik ervan uit dat het bij dit schema gaat over een gewas dat op beide substraten geteeld wordt, of kan worden. Het schema is in dat geval niet bedoeld voor bloemen, want binnen de tuinbouw worden bloemen vrijwel alleen maar in aarde geteeld.
Gezien de EC-waarde zou sla wel kunnen. Qua tijd in weken zou sla ook wel kunnen. Het heeft namelijk ongeveer 12 weken nodig om te groeien. Alleen gaat het in het schema ook over de bloeiperiode en sla laten we natuurlijk niet bloeien, dus het lijkt me niet waarschijnlijk dat dit over sla gaat.
Als je alleen naar de tijd in weken kijkt, zou komkommer ook nog wel kunnen, maar de EC-waarde zou dan dus wel hoger moeten liggen. Voor komkommer is het dus ook niet.
Wat mij verder opvalt is dat er in het schema iets staat over licht en donker kweken, met daarbij de uren donker en uren licht. In de glastuinbouw lichten wij natuurlijk de gewassen ook bij, maar dit gaat hier over echt kweken in donker en licht. Wij maken kweekruimtes niet donker in de glastuinbouw. In de glastuinbouw willen we juist zoveel mogelijk zonlicht, want dat is gratis. [38]
De hiervoor weergegeven bewijsmiddelen worden steeds gebruikt tot het bewijs van het feit of de feiten, waarop zij blijkens hun inhoud uitdrukkelijk betrekking hebben. Sommige onderdelen van de bewijsmiddelen hebben niet betrekking op alle feiten, maar op één of meerdere feiten.
Bewijsoverweging
Strekking artikel 11a Opiumwet
Artikel 11a van de Opiumwet ziet op alle stoffen en voorwerpen die bestemd zijn om gebruikt te worden bij professionele of grootschalige hennepteelt. Niet de afzonderlijke goederen zijn strafbaar - die zijn en blijven legaal - maar het gaat om de criminele intentie waarmee de persoon deze voorhanden heeft, aanbiedt, vervoert of verkoopt. De criminele intentie omvat de wetenschap of de ernstige reden te vermoeden dat de voorwerpen bestemd zijn voor de professionele of grootschalige hennepteelt. Het type en samenstel van de aangetroffen goederen kan daarbij van belang zijn.
Bestemming van de goederen
De rechtbank acht niet aannemelijk dat de in beslag genomen goederen bestemd waren voor de verkoop ten behoeve van de kweek van diverse andere gewassen dan hennep. Verder acht de rechtbank niet aannemelijk dat die goederen (enkel) bestemd waren voor de kleinschalige hennepteelt. Het is moeilijk voorstelbaar dat de bedrijfsvoering zich vrijwel volledig richtte op de tuinbouw, terwijl de gehele bedrijfsvoorraad in het magazijn uit andere, als hennepgerelateerd aan te merken, artikelen bestond. Daarbij komt dat artikelen die typisch zijn voor de tuinbouw, zoals grasmaaiers, harken en plantensteunen, daarentegen niet door verdachte werden verkocht. Aan de overtuiging van de rechtbank draagt bij dat in het bedrijfspand kweekschema’s zijn aangetroffen die gebruikt worden inde hennepteelt.
De rechtbank is van oordeel dat de in de tenlastelegging genoemde stoffen en voorwerpen gezamenlijk naar uiterlijke verschijningsvorm bedoeld zijn voor de grootschalige en/of beroeps- of bedrijfsmatige hennepteelt. De rechtbank wijst daarbij met name op de aangetroffen grote watervaten, dompelpompen met een grote capaciteit, grote groeitenten, plantenvoeding in grootverpakkingen, elektrische klimaatregelaars, tijdschakelaars en slakkenhuizen. Deze goederen zijn naar het oordeel van de rechtbank naar hun aard en/of functie geschikt voor de bevordering van een optimale oogst en een optimale financiële opbrengst van een hennepkwekerij en daarmee bevorderen zij een professionele op winst gerichte hennepteelt. Daar komt bij dat een aantal van deze voorwerpen in relatief grote aantallen in voorraad werd gehouden.
Wetenschap
Dat verdachte wist dat de voorwerpen en stoffen bestemd waren voor grootschalige en/of bedrijfsmatige hennepteelt staat naar het oordeel van de rechtbank eveneens buiten kijf. In 2017 (eerste aanleg) en in 2018 (hoger beroep) heeft een zaak plaatsgevonden waarbij verdachte is gedagvaard voor hetzelfde feit. Naar aanleiding daarvan heeft verdachte tijdens de politiecontrole op 12 december 2017 verklaard dat hij geen producten meer verkocht waarvan de rechter had aangegeven dat deze typisch zijn voor de hennepteelt. Gelet daarop was het verdachte bekend welke stoffen en voorwerpen nodig waren voor beroeps- of bedrijfsmatige hennepteelt. De overtuiging dat verdachte wist wat de bestemming van de voorwerpen en stoffen was, blijkt ook uit de wijze waarop hij zijn administratie voerde, zoals dat hierboven onder het bewijs door verbalisant [verbalisant 2] is beschreven. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de wijze van administreren het doel gehad om te verhullen dat hij goederen verkocht die typisch zijn voor de (grootschalige) hennepteelt.
Feitelijk leiding geven
De rechtbank stelt vast dat verdachte bestuurder en enig aandeelhouder is van het bedrijf [bedrijfsnaam] B.V. en dat hij daar leidinggevende was. Verdachte had naar het oordeel van de rechtbank gedurende de gehele tenlastegelegde periode de feitelijke leiding over [bedrijfsnaam] B.V. en haar activiteiten, zodat hij verantwoordelijk kan worden gehouden voor de gedragingen van deze rechtspersoon. Uit het dossier zijn geen andere personen naar voren gekomen die enige zeggenschap zouden hebben over wat er in of met de vennootschap gebeurde. Verdachte was dus de eindverantwoordelijke en heeft feitelijk leiding en opdracht gegeven aan en voor de tenlastegelegde voorbereidingshandelingen.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat:
1
besloten vennootschap [bedrijfsnaam] B.V. op 12 december 2017 te [plaatsnaam] ,
in een loods/bedrijfspand en/of op het (bijbehorende) terrein aan de [straatnaam] [nummeraanduiding] stoffen en voorwerpen, te weten
(een) grote hoeveelheid/hoeveelheden, althans een of meerdere,
- zwarte grow-tenten (kweektenten) en
- zwarte plastic kweekpotten (in diverse maten) en
- ventilatoren (diverse soorten) en
- ( elektrische) kachels en
- thermo-hygrometers en
- flexibele luchtslangen en
- netten en
- bamboestokken en
- watervaten (diverse maten) en
- lucht- en dompelpompen en
- ( water)slangen en
- fan-controllers en
- rollen zwart vijverfolie en
- zwart- en wit folie en
- groei- en voedingsmiddelen en
- bestrijdingsmiddelen en
- PH- en EC-meters en
- oogstscharen en
- tijdschakelaars en
- assimilatielampen en
- lampenkappen en
- Perliet (witte vulkaansteentjes) en
- seal-bags en
- strijkzakken en
- droogrekken en
- steenwollen blokjes en steenwollenslabs en
- gele plakvellen ("bug-scans") en
- automatische brandblussers en
- digitale weegschalen en
- zwarte sportassen en
- luchtverfrissers en
- steunen (diverse soorten) en
- stekbakjes en
- kartonnen dozen en
- rollen wit elektrisch snoer en
- plastic en ijzeren koppelstukken en
- slangklemmen en
- stekpoeder en
- ophangbeugels en ophangkettingen en
- PVC Flenzen en
- hoofdschakelaars en
- latex handschoenen en
- powerdimmers en
- klimaatregelaars en smart controllers en
- koolstofhouders en
- gripzakken
(zie: excel beslaglijst dossier pagina 99 - 106 en/of proces-verbaal van bevindingen dossier pagina 123 - 127)
bestemd tot het plegen van een of meer feit(en) strafbaar gesteld in artikel 11, derde en/of vijfde lid, van de Opiumwet,
te weten:
- het in de uitoefening van een beroep of bedrijf opzettelijk telen en/of bereiden en/of bewerken en/of verwerken en/of verkopen en/of afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren van een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet en/of
- het opzettelijk binnen of buiten het grondgebied van Nederland brengen en/of telen en/of bereiden en/of bewerken en/of verwerken en/of verkopen en/of afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren en/of aanwezig hebben en/of vervaardigen van een grote hoeveelheid van een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet,
te koop heeft aangeboden en voorhanden heeft gehad
terwijl zij wist dat die stoffen en/of voorwerpen bestemd waren tot het plegen van die feiten
zulks terwijl hij, verdachte, tot het plegen van bovenomschreven strafbare feiten opdracht heeft gegeven en/of feitelijke leiding heeft gegeven aan bovenomschreven verboden gedraging;
2
de besloten vennootschap [bedrijfsnaam] B.V. in de periode van 28 februari 2017 tot en met 11 december 2017 te [plaatsnaam] ,
(telkens) in en/of vanuit een loods/bedrijfspand en/of op en/of vanaf het (bijbehorende) terrein aan de [straatnaam] [nummeraanduiding] stoffen en voorwerpen, te weten
grote hoeveelheden, althans een of meerdere,
- grow-tenten (kweektenten) en
- kweekpotten (in diverse maten) en
- ventilatoren (diverse soorten) en
- ( elektrische) kachels en
- luchtslangen en
- netten en
- bamboestokken en
- watervaten en
- dompelpompen en
- fan-controllers en
- vijverfolie en
- zwart- en wit folie en
- groei- en voedingsmiddelen en
- bestrijdingsmiddelen en
- PH- en EC-meters en
- tijdschakelaars en
- droogrekken en
- steenwollen blokjes en steenwollenslabs en
- brandblussers en
- weegschalen en
- ( zwarte) sportassen en
- luchtverfrissers en
- stekbakjes en
- dozen en
- elektrisch snoer en
- koppelstukken (diverse maten) en
- slangklemmen en
- stekpoeder en
- ophangkettingen en ophangrubbers en
- PVC Flenzen en
- latex handschoenen en
- klimaatregelaars en smart controllers en
- gripzakken en
- CO2-tabletten en
- slakkenhuizen en
- snelheidsregelaars en
- wegwerpoveralls en
- afzuigboxen en
- waterspinnen
(zie: facturen p. 191 - 197, p. 209 - 225, p. 235 - 242, p. 254 - 266, p. 276 - 283, p. 295 - 304, p. 315 - 335, p. 344 - 359, p. 368 - 384 en/of de bijbehorende processen-verbaal van bevindingen)
bestemd tot het plegen van een of meer feit(en) strafbaar gesteld in artikel 11, derde en/of vijfde lid, van de Opiumwet,
te weten:
- het in de uitoefening van een beroep of bedrijf opzettelijk telen en/of bereiden en/of bewerken en/of verwerken en/of verkopen en/of afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren van een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet en/of
- het opzettelijk binnen of buiten het grondgebied van Nederland brengen en/of telen en/of bereiden en/of bewerken en/of verwerken en/of verkopen en/of afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren en/of aanwezig hebben en/of vervaardigen van een grote hoeveelheid van een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet,
heeft te koop aangeboden en verkocht en voorhanden gehad,
terwijl zij wist dat die stoffen en/of voorwerpen bestemd waren tot het plegen van die feiten
zulks terwijl hij, verdachte, (telkens) tot het plegen van bovenomschreven strafbare feiten opdracht heeft gegeven en/of feitelijke leiding heeft gegeven aan bovenomschreven verboden gedragingen.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
feit 1:
feitelijk leiding en opdracht geven aan stoffen/voorwerpen te koop aanbieden en voorhanden hebben, waarvan hij weet dat zij bestemd zijn tot het plegen van een van de in artikel 11, derde lid/vijfde lid, van de Opiumwet strafbaar gestelde feiten;
feit 2:
feitelijk leiding en opdracht geven aan stoffen/voorwerpen te koop aanbieden, verkopen en voorhanden hebben, waarvan hij weet dat zij bestemd zijn tot het plegen van een van de in artikel 11, derde lid/vijfde lid, van de Opiumwet strafbaar gestelde feiten.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte te veroordelen tot:
- een gevangenisstraf van negen (9) maanden, waarvan een gedeelte van drie (3) maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee (2) jaren;
- een geldboete van € 50.000,00, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 285 dagen hechtenis.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van de gehele tenlastelegging en heeft geen strafmaatverweer gevoerd.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
De ernst van de feiten
Verdachte heeft in de periode van 28 februari 2017 tot en met 12 december 2017 een grote hoeveelheid voorwerpen en stoffen die bestemd zijn voor de grootschalige beroeps- of bedrijfsmatige hennepteelt voorhanden gehad en te koop aangeboden. Hiermee heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan overtreding van artikel 11a van de Opiumwet.
De bestrijding van hennepteelt is een prioriteit van de Nederlandse overheid, aldus de wetgever. Volgens het kabinet levert de illegale hennepteelt door haar omvang en professionaliteit een reëel veiligheidsrisico op ‘waartegen doortastend en effectief moet worden opgetreden’. Met artikel 11a van de Opiumwet wil de wetgever optreden tegen activiteiten van ondersteunende aard rond de illegale hennepteelt, in het bijzonder de activiteiten die strekken ter voorbereiding of bevordering van die teelt.
De rechtbank rekent het verdachte aan dat hij goederen voorhanden heeft gehad en te koop heeft aangeboden die bijdragen aan het in stand houden van de illegale hennepteelt. Hennep bevat de voor de volksgezondheid schadelijke stof THC en is daarom door de wetgever op lijst II van de Opiumwet geplaatst. Het is een feit van algemene bekendheid dat hennepteelt en de handel in en het gebruik van verdovende middelen vaak gepaard gaan met verschillende vormen van (ernstige) criminaliteit, waardoor de samenleving schade wordt berokkend.
De persoon van verdachte
De rechtbank het kennis genomen van het uittreksel justitiële documentatie van verdachte van 21 juli 2020, waaruit blijkt dat verdachte in de afgelopen vijf jaar niet voor een soortgelijk feit is veroordeeld.
De straf
Voor voorbereidingshandelingen in de zin van artikel 11a Opiumwet bestaan geen oriëntatiepunten van de LOVS. De rechtbank heeft daarom gekeken naar wat in vergelijkbare zaken wordt opgelegd. Deze zaken laten zich echter lastig vergelijken.
Naar het oordeel van de rechtbank is, gelet op de ernst van het feit, in beginsel slechts een gevangenisstraf passend. Bij de straftoemeting heeft de rechtbank echter de redelijke termijn, als bedoeld in artikel 6 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM), in aanmerking genomen. In een zaak als de onderhavige geldt als uitgangspunt dat binnen een termijn van twee jaar na aanvang van de redelijke termijn vonnis dient te worden gewezen. In deze zaak gaat de rechtbank uit van het moment waarop beslag is gelegd op de goederen als het moment dat de redelijke termijn is aangevangen, te weten op 12 december 2017. Tussen die datum en de datum van het vonnis – 9 september 2021 – ligt een periode die de redelijke termijn met ruim 3,5 jaar overschrijdt. Dit tijdsverloop is niet aan verdachte te wijten, terwijl hij de negatieve consequenties ervan wel heeft moeten ondervinden. Om die reden zal de rechtbank strafvermindering toepassen. De rechtbank is van oordeel dat, gelet op de overschrijding, de oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf niet passend is.
Alles afwegende acht de rechtbank een gevangenisstraf van 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar, een taakstraf van 200 uur en een geldboete van € 50.000,00 passend en geboden.

9.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen
  • 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 23, 24c, 51 en 57 van het Wetboek van Strafrecht en
  • 11a van de Opiumwet;
zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

10.BESLISSING

De rechtbank:
Ontvankelijkheid officier van justitie
- verklaart de officier van justitie ontvankelijk in de vervolging van verdachte ten aanzien van het onder feit 1 en feit 2 ten laste gelegde;
Bewezenverklaring
- verklaart het onder feit 1 en feit 2 ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het onder feit 1 en feit 2 bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstraf van zes (6) maanden;
- bepaalt dat de gevangenisstraf
niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden algemene voorwaarde niet heeft nageleefd;
- stelt daarbij een
proeftijdvan
twee (2) jarenvast;
- als voorwaarde geldt dat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- veroordeelt verdachte tot een
taakstraf van tweehonderd (200) uren;
- beveelt dat voor het geval verdachte de taakstraf niet of niet naar behoren verricht de taakstraf wordt vervangen door honderd (100) dagen hechtenis;
- veroordeelt verdachte tot een
geldboete van € 50.000,00, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis van 285 dagen.
Dit vonnis is gewezen door mr. D. Riani el Achhab, voorzitter, mrs. G. Perrick en A. Bouteibi, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J. Broere, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 9 september 2021.
De oudste rechter is buiten staat te tekenen.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1
de besloten vennootschap [bedrijfsnaam] B.V. op of omstreeks 12 december 2017 te De Meern, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
in een loods/bedrijfspand en/of op het (bijbehorende) terrein aan de [straatnaam] [nummeraanduiding] stoffen en/of voorwerpen, te weten (magazijnopslag) (een) grote hoeveelheid/hoeveelheden, althans een of meerdere,
- ( zwarte) grow-tenten (kweektenten) en/of
- ( zwarte) plastic kweekpotten (in diverse maten) en/of
- ventilatoren (diverse soorten) en/of
- ( elektrische) kachels en/of
- thermo-hygrometers en/of
- ( flexibele) luchtslangen en/of
- netten en/of
- bamboestokken en/of
- watervaten (diverse maten) en/of
- lucht- en dompelpompen en/of
- ( water)slangen (diverse maten) en/of
- fan-controllers en/of
- rollen (zwart) vijverfolie en/of
- zwart- en wit folie en/of
- groei- en voedingsmiddelen en/of
- bestrijdingsmiddelen en/of
- PH- en/of EC-meters en/of
- oogstscharen en/of
- tijdschakelaars en/of
- assimilatielampen en/of
- lampenkappen en/of
- Perliet (witte vulkaansteentjes) en/of
- seal-bags en/of
- strijkzakken en/of
- droogrekken en/of
- steenwollen blokjes en/of steenwollenslabs en/of
- gele plakvellen ("bug-scans") en/of
- ( automatische) brandblussers en/of
- ( digitale) weegschalen en/of
- ( zwarte) sportassen en/of
- luchtverfrissers en/of
- steunen (diverse soorten) en/of
- stekbakjes en/of
- kartonnen dozen en/of
- rollen (wit) elektrisch snoer
- plastic en/of ijzeren koppelstukken (diverse maten)
- slangklemmen en/of
- stekpoeder en/of
- ophangbeugels en/of ophangkettingen en/of ophangrubbers en/of
- PVC Flenzen en/of
- hoofdschakelaars en/of
- latex handschoenen en/of
- powerdimmers en/of
- klimaatregelaars en/of smart controllers en/of
- koolstofhouders en/of
- gripzakken
(zie: excel beslaglijst dossier pagina 99 - 106 en/of proces-verbaal van bevindingen dossier pagina 123 - 127)
bestemd tot het plegen van een of meer feit(en) strafbaar gesteld in artikel 11, derde en/of vijfde lid, van de Opiumwet,
te weten:
- het in de uitoefening van een beroep of bedrijf opzettelijk telen en/of bereiden en/of bewerken en/of verwerken en/of verkopen en/of afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren van een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet en/of
- het opzettelijk binnen of buiten het grondgebied van Nederland brengen en/of telen en/of bereiden en/of bewerken en/of verwerken en/of verkopen en/of afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren en/of aanwezig hebben en/of vervaardigen van een grote hoeveelheid van een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet,
te koop heeft aangeboden en/of voorhanden heeft gehad
terwijl zij en/of haar mededader(s) wist(en) of ernstige reden had(den) te vermoeden dat die stoffen en/of voorwerpen bestemd waren tot het plegen van dat/die feit(en)
zulks terwijl hij, verdachte, tezamen en in vereniging met anderen, althans alleen, tot het plegen van bovenomschreven strafba(a)r(e) feit(en) opdracht heeft/hebben gegeven en/of feitelijke leiding heeft/hebben gegeven aan bovenomschreven verboden gedraging(en);
( art 11a Opiumwet, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )
2
de besloten vennootschap [bedrijfsnaam] B.V. in of omstreeks de periode van 28 februari 2017 tot en met 11 december 2017 te De Meern, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
(telkens) in en/of vanuit een loods/bedrijfspand en/of op en/of vanaf het (bijbehorende) terrein aan de [straatnaam] [nummeraanduiding] stoffen en/of voorwerpen, te weten (magazijnopslag)
(een) grote hoeveelheid/hoeveelheden, althans een of meerdere,
- ( zwarte) grow-tenten (kweektenten) en/of
- ( zwarte) plastic kweekpotten (in diverse maten) en/of
- ventilatoren (diverse soorten) en/of
- ( elektrische) kachels en/of
- thermo-hygrometers en/of
- ( flexibele) luchtslangen en/of
- netten en/of
- bamboestokken en/of
- watervaten (diverse maten) en/of
- lucht- en dompelpompen en/of
- ( water)slangen (diverse maten) en/of
- fan-controllers en/of
- rollen (zwart) vijverfolie en/of
- zwart- en wit folie en/of
- groei- en voedingsmiddelen en/of
- bestrijdingsmiddelen en/of
- PH- en/of EC-meters en/of
- oogstscharen en/of
- tijdschakelaars en/of
- assimilatielampen en/of
- lampenkappen en/of
- Perliet (witte vulkaansteentjes) en/of
- seal-bags en/of
- strijkzakken en/of
- droogrekken en/of
- steenwollen blokjes en/of steenwollenslabs en/of
- gele plakvellen ("bug-scans") en/of
- ( automatische) brandblussers en/of
- ( digitale) weegschalen en/of
- ( zwarte) sportassen en/of
- luchtverfrissers en/of
- steunen (diverse soorten) en/of
- stekbakjes en/of
- kartonnen dozen en/of
- rollen (wit) elektrisch snoer
- plastic en/of ijzeren koppelstukken (diverse maten)
- slangklemmen en/of
- stekpoeder en/of
- ophangbeugels en/of ophangkettingen en/of ophangrubbers en/of
- PVC Flenzen en/of
- hoofdschakelaars en/of
- latex handschoenen en/of
- powerdimmers en/of
- klimaatregelaars en/of smart controllers en/of
- koolstofhouders en/of
- gripzakken en/of
- CO2-tabletten en/of
- slakkenhuizen en/of
- snelheidsregelaars en/of
- wegwerpoveralls en/of
- afzuigboxen en/of
- waterspinnen en/of
- soft dozen
(zie: facturen p. 191 - 197, p. 209 - 225, p. 235 - 242, p. 254 - 266, p. 276 - 283, p. 295 - 304, p. 315 - 335, p. 344 - 359, p. 368 - 384 en/of de bijbehorende processen-verbaal van bevindingen)
bestemd tot het plegen van een of meer feit(en) strafbaar gesteld in artikel 11, derde en/of vijfde lid, van de Opiumwet,
te weten:
- het in de uitoefening van een beroep of bedrijf opzettelijk telen en/of bereiden en/of bewerken en/of verwerken en/of verkopen en/of afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren van een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet en/of
- het opzettelijk binnen of buiten het grondgebied van Nederland brengen en/of telen en/of bereiden en/of bewerken en/of verwerken en/of verkopen en/of afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren en/of aanwezig hebben en/of vervaardigen van een grote hoeveelheid van een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet,
heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of te koop aangeboden en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd en/of vervaardigd en/of voorhanden heeft gehad,
terwijl zij en/of haar mededader(s) wist(en) of ernstige reden had(den) te vermoeden dat die stoffen en/of voorwerpen bestemd waren tot het plegen van dat/die feit(en)
zulks terwijl hij, verdachte, tezamen en in vereniging met anderen, althans alleen, (telkens) tot het plegen van bovenomschreven strafba(a)r(e) feit(en) opdracht heeft/hebben gegeven en/of feitelijke leiding heeft/hebben gegeven aan bovenomschreven verboden gedraging(en).
( art 11a Opiumwet, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 23 januari 2020, genummerd PL0900-2017374386 ( [.] ), opgemaakt door politie Midden-Nederland, doorgenummerd 1 tot en met 1145. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Verklaring van verdachte ter terechtzitting van 26 augustus 2021.
3.Een proces-verbaal van bevindingen van 24 april 2018, opgemaakt door verbalisanten [verbalisant 4] , [verbalisant 1] en [verbalisant 3] , pagina 123.
4.Een proces-verbaal van bevindingen van 24 april 2018, opgemaakt door verbalisanten [verbalisant 4] , [verbalisant 1] en [verbalisant 3] , pagina 124.
5.Een proces-verbaal van bevindingen van 24 april 2018, opgemaakt door verbalisanten [verbalisant 4] , [verbalisant 1] en [verbalisant 3] , pagina 125.
6.Een beslaglijst van 12 december 2017, bijlage bij de kennisgeving van inbeslagneming, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 6] , pagina 99.
7.Een beslaglijst van 12 december 2017, bijlage bij de kennisgeving van inbeslagneming, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 6] , pagina 100.
8.Een beslaglijst van 12 december 2017, bijlage bij de kennisgeving van inbeslagneming, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 6] , pagina 102.
9.Een beslaglijst van 12 december 2017, bijlage bij de kennisgeving van inbeslagneming, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 6] , pagina 103.
10.Een beslaglijst van 12 december 2017, bijlage bij de kennisgeving van inbeslagneming, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 6] , pagina 104.
11.Een proces-verbaal van 7 januari 2029, opgesteld door verbalisanten [verbalisant 1] , [verbalisant 4] en [verbalisant 3] , pagina 307.
12.Een proces-verbaal van 7 januari 2029, opgesteld door verbalisanten [verbalisant 1] , [verbalisant 4] en [verbalisant 3] , pagina 309.
13.Een proces-verbaal van 7 januari 2029, opgesteld door verbalisanten [verbalisant 1] , [verbalisant 4] en [verbalisant 3] , pagina 311.
14.Een proces-verbaal van 5 maart 2018, opgesteld door verbalisanten [verbalisant 1] , [verbalisant 4] en [verbalisant 3] , pagina 182.
15.Een proces-verbaal van 5 maart 2018, opgesteld door verbalisanten [verbalisant 1] , [verbalisant 4] en [verbalisant 3] , pagina 183
16.Een proces-verbaal van 5 maart 2018, opgeteld door verbalisanten [verbalisant 1] , [verbalisant 4] en [verbalisant 3] , pagina 184.
17.Een proces-verbaal van 5 maart 2018, opgeteld door verbalisanten [verbalisant 1] , [verbalisant 4] en [verbalisant 3] , pagina 185.
18.Een proces-verbaal van 5 maart 2018, opgeteld door verbalisanten [verbalisant 1] , [verbalisant 4] en [verbalisant 3] , pagina 186.
19.Een proces-verbaal van 5 maart 2018, opgeteld door verbalisanten [verbalisant 1] , [verbalisant 4] en [verbalisant 3] , pagina 187.
20.Een proces-verbaal van 5 maart 2018, opgeteld door verbalisanten [verbalisant 1] , [verbalisant 4] en [verbalisant 3] , pagina 188.
21.Een proces-verbaal van 5 maart 2018, opgeteld door verbalisanten [verbalisant 1] , [verbalisant 4] en [verbalisant 3] , pagina 189.
22.Een proces-verbaal van 5 maart 2018, opgeteld door verbalisanten [verbalisant 1] , [verbalisant 4] en [verbalisant 3] , pagina 227.
23.Een proces-verbaal van 5 maart 2018, opgeteld door verbalisanten [verbalisant 1] , [verbalisant 4] en [verbalisant 3] , pagina 228.
24.Een proces-verbaal van 5 maart 2018, opgeteld door verbalisanten [verbalisant 1] , [verbalisant 4] en [verbalisant 3] , pagina 229.
25.Een proces-verbaal van 5 maart 2018, opgeteld door verbalisanten [verbalisant 1] , [verbalisant 4] en [verbalisant 3] , pagina 232.
26.Een proces-verbaal van 5 maart 2018, opgeteld door verbalisanten [verbalisant 1] , [verbalisant 4] en [verbalisant 3] , pagina 233.
27.Een proces-verbaal van 5 maart 2018, opgesteld door verbalisanten [verbalisant 1] , [verbalisant 4] en [verbalisant 3] , pagina 272.
28.Een proces-verbaal van 5 maart 2018, opgesteld door verbalisanten [verbalisant 1] , [verbalisant 4] en [verbalisant 3] , pagina 274.
29.Een proces-verbaal van bevindingen van 8 januari 2019, opgesteld door verbalisanten [verbalisant 5] en [verbalisant 3] , pagina 362.
30.Een proces-verbaal van bevindingen van 8 januari 2019, opgesteld door verbalisanten [verbalisant 5] en [verbalisant 3] , pagina 343.
31.Een proces-verbaal van bevindingen van 21 februari 2019, opgesteld door verbalisanten [verbalisant 5] en [verbalisant 3] , pagina 776.
32.Een proces-verbaal van bevindingen van 21 februari 2019, opgesteld door verbalisanten [verbalisant 5] en [verbalisant 3] , pagina 777.
33.Een proces-verbaal van bevindingen van 2 januari 2020, opgesteld door verbalisant [verbalisant 2] , pagina 409.
34.Een proces-verbaal van bevindingen van 2 januari 2020, opgesteld door verbalisant [verbalisant 2] , pagina 410.
35.Een proces-verbaal van bevindingen van 2 januari 2020, opgesteld door verbalisant [verbalisant 2] , pagina 411.
36.Een proces-verbaal van bevindingen van 2 januari 2020, opgesteld door verbalisant [verbalisant 2] , 412.
37.Een proces-verbaal van bevindingen van 23 maart 2019, opgesteld door verbalisant [verbalisant 3] , 407 tot 409.
38.Een proces-verbaal van verhoor getuige van 11 april 2019, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 2] , pagina 601.