ECLI:NL:RBMNE:2021:4354

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
31 augustus 2021
Publicatiedatum
7 september 2021
Zaaknummer
UTR 21/1257
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Intrekking van beroep en proceskostenveroordeling in bestuursrechtelijke zaak

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 31 augustus 2021 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen een verzoeker en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht. De zaak betreft de intrekking van een beroep door de verzoeker, die eerder bezwaar had gemaakt tegen een besluit van verweerder om geen vrijstelling van arbeidsverplichtingen te verlenen. Verweerder had op 2 oktober 2020 besloten dat verzoeker in staat was om betaald werk te vinden, maar op 18 januari 2021 werd verzoeker alsnog vrijgesteld van deze verplichtingen tot 14 maart 2021. Op 3 februari 2021 werd het eerdere besluit vernietigd en werden de proceskosten in bezwaar vergoed tot een bedrag van € 534,-. Verzoeker stelde echter dat hij ook na 14 maart 2021 recht had op vrijstelling.

Op 15 juli 2021 besloot verweerder, op basis van een herbeoordeling door een arbeidsbureau, dat verzoeker tot 9 juni 2022 niet hoefde te solliciteren. Verzoeker trok zijn beroep in op 15 augustus 2021, maar handhaafde zijn verzoek om proceskostenvergoeding. De rechtbank overwoog dat proceskostenveroordeling alleen mogelijk is als het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk tegemoet is gekomen aan de indiener van het beroepschrift. Aangezien het besluit waartegen beroep was ingesteld betrekking had op een andere periode dan het besluit van 15 juli 2021, kon niet worden gesproken van tegemoetkoming door verweerder. De rechtbank wees daarom het verzoek om proceskostenveroordeling af.

De uitspraak werd gedaan door rechter C.M. Dijksterhuis, in aanwezigheid van griffier N.R. Hoogenberk, en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl. Verzoeker heeft de mogelijkheid om binnen zes weken na verzending van de uitspraak een verzetschrift in te dienen als hij het niet eens is met de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 21/1257

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 31 augustus 2021 in de zaak tussen

[verzoeker] , te [woonplaats] , verzoeker,

(gemachtigde: mr. J.H.F. de Jong),
en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht, verweerder

(gemachtigde: W. van Beveren).

Procesverloop

1. Verweerder heeft op grond van een arbeid- medisch belastbaarheidsonderzoek van [arbeidsbureau] , op 2 oktober 2020 besloten dat verzoeker geen vrijstelling krijgt van de arbeidsverplichtingen omdat hij in staat is om betaald werk te vinden. Verzoeker heeft tegen dit besluit bezwaar gemaakt.
1.1.
Op 18 januari 2021 heeft verweerder verzoeker alsnog tot en met 14 maart 2021 vrijstelling verleend van de arbeidsverplichtingen.
1.2.
Op 3 februari 2021 (bestreden besluit) heeft verweerder het besluit van 2 oktober 2020 vernietigd en besloten om de proceskosten in bezwaar te vergoeden tot een bedrag van € 534,-. Verder stelt verweerder dat hij met het besluit van 18 januari 2021 volledig tegemoet is gekomen aan verzoekers bezwaren.
1.3.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Daarbij heeft verzoeker onder meer aangevoerd dat verweerder hem ook na 14 maart 2021 vrijstelling van de arbeidsverplichtingen had moeten geven.
1.4.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
1.5.
Op 15 juli 2021 heeft verweerder op grond van een onderzoek van [arbeidsbureau] van 1 juli 2021 besloten dat verzoeker niet hoeft te solliciteren of werk te accepteren tot 9 juni 2022.
1.6.
Op 15 augustus 2021 heeft verzoeker zijn beroep ingetrokken onder handhaving van zijn verzoek om proceskosten. Verweerder heeft op 17 augustus 2021 gereageerd op dit verzoek.

Overwegingen

2. De rechtbank kan verweerder veroordelen in de proceskosten als het beroep wordt ingetrokken omdat het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift tegemoet is gekomen. [1]
3. De rechtbank stelt vast dat het besluit waartegen verzoekers beroep was gericht is gebaseerd op een advies van [arbeidsbureau] van 14 september 2020. Op grond van dit advies had verweerder verzoeker vrijstelling van de arbeidsverplichtingen verleend voor een periode van zes maanden, tot 14 maart 2021. In het advies van [arbeidsbureau] van 14 september 2020 stond dat na zes maanden een herbeoordeling moest plaatsvinden. Naar aanleiding van een herbeoordeling door [arbeidsbureau] op 1 juli 2021, heeft verweerder het besluit van 15 juli 2021 genomen en besloten dat verzoeker tot 9 juni 2022 niet hoeft te solliciteren of werk te accepteren. Dit besluit ziet dus op een andere periode dan het besluit waartegen verzoekers beroep was gericht, zodat niet kan worden gesproken over tegemoet komen van verweerder.
4. De rechtbank wijst het verzoek om een proceskostenveroordeling dan ook af.

Beslissing

De rechtbank:
wijst het verzoek om een proceskostenveroordeling af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. C.M. Dijksterhuis, rechter, in aanwezigheid van mr. N.R. Hoogenberk, griffier. De beslissing is uitgesproken op 31 augustus 2021 en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl.
de rechter is verhinderd om
de uitspraak te ondertekenen
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.

Voetnoten

1.Artikel 8:75a, eerste lid, van de Awb in samenhang met artikel 8:75 van de Awb.