ECLI:NL:RBMNE:2021:4344

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
26 augustus 2021
Publicatiedatum
7 september 2021
Zaaknummer
21 / 2654
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om vergoeding van proceskosten in bestuursrechtelijke procedure

In deze zaak heeft verzoekster, een inwoner van Utrecht, een verzoek ingediend om vergoeding van haar proceskosten na een bestuursrechtelijke procedure tegen het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht. Verzoekster had op 10 januari 2021 bezwaar aangetekend tegen een besluit van verweerder. Na het indienen van een ingebrekestelling op 14 april 2021, heeft verweerder op 21 juli 2021 alsnog een beslissing genomen op het bezwaarschrift. Verzoekster trok haar beroep in en vroeg om vergoeding van de proceskosten, aangezien verweerder geen bezwaar had tegen deze vergoeding.

De rechtbank heeft overwogen dat op basis van artikel 8:75 en 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb) een partij de proceskosten van de tegenpartij kan laten betalen. Aangezien verzoekster een professionele juridische hulpverlener had ingeschakeld, werd een vast bedrag voor de proceskosten toegekend. Echter, omdat de zaak enkel ging over de overschrijding van de beslistermijn, werd een lager bedrag toegekend met een wegingsfactor van 0,5. Uiteindelijk is er een bedrag van € 374,- toegewezen aan verzoekster.

De rechtbank heeft verweerder veroordeeld tot betaling van dit bedrag aan proceskosten. De uitspraak is gedaan door rechter R.C. Stijnen en is openbaar uitgesproken op 26 augustus 2021. Partijen zijn geïnformeerd over hun recht om in verzet te gaan tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 21 / 2654

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 26 augustus 2021 in de zaak tussen

[verzoekster] , te [plaats] , verzoekster

(gemachtigde: mr. M.A. de Boer),
en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht, verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het verzoek van verzoekster om vergoeding van zijn proceskosten.
Verweerder heeft op 13 augustus 2021 gereageerd op dit verzoek.

Overwegingen

1. Verzoekster heeft op 10 januari 2021 bezwaar aangetekend tegen het besluit van verweerder. Vervolgens heeft verzoekster op 14 april 2021 aan verweerder een ingebrekestelling gestuurd. Verweerder heeft geen besluit genomen en verzoekster heeft toen beroep tegen het niet tijdig nemen van een beslissing op bezwaar ingediend bij de rechtbank. Op 21 juli 2021 heeft verweerder een beslissing genomen op het bezwaarschrift van verzoekster. Verweerder heeft dus gedaan wat verzoekster wilde. Verzoekster heeft daarna het beroep ingetrokken en een vergoeding gevraagd voor haar proceskosten.
2. De rechtbank kan een partij de proceskosten van de tegenpartij laten betalen (artikel 8:75 en 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb)).
3. Verweerder heeft gereageerd op het verzoek van verzoeker en heeft er geen bezwaar tegen om de proceskosten van verzoeker te betalen.
4. Volgens het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb) is dit een vast bedrag omdat verzoekster een professionele (juridische) hulpverlener heeft ingeschakeld om voor haar een beroepschrift in te dienen. Omdat de zaak alleen gaat over de vraag of de beslistermijn is overschreden wordt een lager bedrag toegekend (wegingsfactor 0,5). Verder zijn er geen kosten gemaakt die vergoed kunnen worden. Toegekend wordt € 374,-.

Beslissing

De rechtbank veroordeelt verweerder tot betaling van € 374,- aan proceskosten. Verweerder moet
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.C. Stijnen, rechter, in aanwezigheid van M. Bos, griffier
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 26 augustus 2021.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.