ECLI:NL:RBMNE:2021:431

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
7 januari 2021
Publicatiedatum
9 februari 2021
Zaaknummer
UTR 20/3822
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht

In deze zaak heeft eiseres op 15 oktober 2020 beroep ingesteld tegen het uitblijven van een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht. Verweerder heeft op 23 oktober 2020 alsnog een besluit genomen. De rechtbank heeft echter besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat eiseres het griffierecht niet (op tijd) heeft betaald. Dit is een vereiste voor de behandeling van een beroep volgens artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). In dit geval bedroeg het griffierecht € 178,-.

De rechtbank heeft eiseres op 8 november 2020 een aangetekende brief gestuurd met de mededeling dat het griffierecht binnen twee weken betaald moest worden. Aangezien het bedrag niet op tijd is ontvangen en eiseres geen geldige reden heeft gegeven voor de late betaling, heeft de rechtbank geoordeeld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. Dit betekent dat de rechtbank de zaak niet inhoudelijk kan behandelen.

De beslissing van de rechtbank is dat het beroep niet-ontvankelijk wordt verklaard, en er is geen sprake van een vergoeding van proceskosten. De uitspraak is gedaan door rechter mr. R.C. Stijnen en is openbaar gemaakt op 7 januari 2021. Eiseres heeft de mogelijkheid om binnen zes weken na de uitspraak een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens is met deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 20 / 3822

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 7 januari 2021 in de zaak tussen

[eiseres] , te [woonplaats] , eiseres,

(gemachtigde: mr. S.P.M. Schaap),
en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht, verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep dat eiseres op 15 oktober 2020 heeft ingediend tegen het uitblijven van een besluit van verweerder.
Verweerder heeft op 23 oktober 2020 alsnog een besluit genomen.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is. Eiseres heeft namelijk het griffierecht niet (op tijd) betaald, waardoor de rechtbank de zaak niet inhoudelijk kan behandelen. Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. Iemand die in beroep gaat moet griffierecht betalen. Dit staat in artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). In dit geval is het griffierecht € 178,-.
3. Als het griffierecht niet (op tijd) wordt betaald is de hoofdregel dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk mag behandelen. Soms is dat anders. Dan is er een geldige reden waarom het griffierecht niet door de rechtbank is ontvangen. Het gaat dan om omstandigheden waar eiseres niets aan kan doen.
4. De rechtbank heeft eiseres op 8 november 2020 een aangetekende brief gestuurd, waarin staat dat eiseres het griffierecht binnen twee weken moet betalen aan de rechtbank.
5. De rechtbank heeft het bedrag niet (op tijd) ontvangen. Eiseres heeft daar geen geldige reden voor gegeven.
7. Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk (art. 8:54 van de Awb). Het beroep zal daarom niet inhoudelijk worden behandeld.
8. Van een vergoeding van de proceskosten is geen sprake.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.C. Stijnen, rechter, in aanwezigheid van
K.F.K. Hoogbruin, griffier. De beslissing is uitgesproken op 7 januari 2021 en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.