Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
gedetineerd in [verblijfplaats] ,
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
2.TENLASTELEGGING
in de periode van 1 maart 2021 tot en met 1 mei 2021 te Amersfoort en/of Naarden en/of Hilversum en/of Weesp, althans in Nederland, samen met (een) ander(en) één of meerdere personen heeft opgelicht;
op 8 januari 2021 te Julianadorp, gemeente Den Helder, een personenauto heeft bestuurd terwijl hij wist of redelijkerwijs moest weten dat hem bij rechterlijke uitspraak of strafbeschikking de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen was ontzegd;
16/091291-21, 96/036281-21en
96/048347-21ten laste gelegde feiten respectievelijk als de feiten 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9 en 10.
3.VOORVRAGEN
4.WAARDERING VAN HET BEWIJS
proces-verbaal van aangifte, onder andere het volgende verklaard: [2]
proces-verbaal camerabeelden: [3]
proces-verbaal van bevindingen: [4]
opgemaakte proces-verbaal van aangifte, onder andere het volgende verklaard: [5]
proces-verbaal van bevindingen: [6]
proces-verbaal van bevindingen [7] :
opgemaakte proces-verbaal van aangifte, onder andere het volgende verklaard: [8]
proces-verbaal van bevindingen: [9]
proces-verbaal van bevindingen: [10]
proces-verbaal van aangifte, onder andere het volgende verklaard: [11]
proces-verbaal: [12]
proces-verbaal van aangifte, onder andere het volgende verklaard: [13]
proces-verbaal van bevindingen: [14]
proces-verbaal van aangifte, onder andere het volgende verklaard: [15]
proces-verbaal van bevindingen: [16]
proces-verbaal van bevindingen: [17]
proces-verbaal van aangifte, onder andere het volgende verklaard: [18]
proces-verbaal van bevindingen: [19]
proces-verbaal van bevindingen: [20]
proces-verbaal van aangifte, onder andere het volgende verklaard: [21]
proces-verbaal van bevindingen: [22]
proces-verbaal van aangifte, onder andere het volgende verklaard: [23]
proces-verbaal van bevindingen: [24]
proces-verbaal van bevindingen, verklaard [25] :
Ik heb een onderzoek ingesteld naar oplichting en diefstal van geld met gestolen bankpassen in [plaatsnaam 2] in de periode 18 t/m 22 maart 2021.Registratienummer PL0900- 2021084301 , [adres 2] [plaatsnaam 2] .Op 18 maart 2021 werd er melding gemaakt van een poging oplichting. De melder, woonachtig aan de [adres 2] te [plaatsnaam 2] , gaf aan dat er een man aan de deur stond, die de bankpassen kwam ophalen. De melder heeft een deurbelcamera en heeft camerabeelden met een geluidsopname gedeeld met collega’s van de politie [plaatsnaam 2] . De camerabeelden zijn uitgewerkt in een proces-verbaal van bevindingen.
proces-verbaal van bevindingen: [26]
terechtzitting van 20 augustus 2021heeft verdachte, tijdens zijn laatste woord, het volgende verklaard:
proces-verbaal van aangifte, onder andere het volgende verklaard: [29]
proces-verbaal van bevindingen: [30]
proces-verbaal van bevindingen: [31]
proces-verbaal artikel 9 WVW: [33]
proces-verbaal van bevindingen: [34]
p 29 september 2020 bevond ik mij op de [staatnaam 1] [nummeraanduiding 2] te [plaatsnaam] . Ik zag een personenauto langs een geparkeerde auto rijden in dezelfde richting als ik liep. Ik liep op minder dan twee meter afstand van het voertuig. Ik had vrij en tevens uitstekend zicht op de bestuurder. Ik herkende de bestuurder als de ambtshalve bekende [verdachte] . Deze ambtshalve bekendheid vloeit voort uit het feit dat [verdachte] veroordeeld is voor het veroorzaken van een dodelijk aanrijding en voorts vanwege het feit dat zijn rijbewijs ongeldig is verklaard. Tevens is [verdachte] een zeer actieve “veelpleger” van strafbare feiten.
- de bekennende
- een in de wettelijke vorm opgemaakt
- de bekennende
- een in de wettelijke vorm opgemaakt
5.BEWEZENVERKLARING
6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN
7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE
8.OPLEGGING VAN STRAF
De rechtbank is van oordeel dat de bewezenverklaarde feiten vanuit een oogpunt van normbevestiging, vergelding en generale preventie in beginsel een geheel onvoorwaardelijke gevangenisstraf van forse duur rechtvaardigen. De rechtbank acht het echter ook van belang dat verdachte een stok achter de deur heeft, zodat hij in de toekomst er daardoor hopelijk toch van wordt weerhouden (soortgelijke) misdrijven te plegen.
9.BESLAG
10.BENADEELDE PARTIJ
11.VORDERING TENUITVOERLEGGING PARKETNUMMER 15/308854-20
12.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
- 14a, 14b, 14c, 33, 33a, 36f, 47, 55, 57, 63, 138ab, 139d, 326, 350 van het Wetboek van Strafrecht en
- 9 en 176 van de Wegenverkeerswet 1994
13.BESLISSING
- veroordeelt verdachte tot een
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- bepaalt dat van de gevangenisstraf een gedeelte van
- stelt daarbij een proeftijd van
- als
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 3] van een bedrag van € 500,-- ter vergoeding van immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 30 maart 2021 tot aan de dag der algehele voldoening,;
- veroordeelt verdachte tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de proceskosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken;
- legt aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van [slachtoffer 3] van een bedrag van € 500,--, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 30 maart 2021 tot aan de dag der algehele voldoening, bij gebreke van betaling en verhaal aan te vullen met 10 dagen gijzeling. De toepassing van deze gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op;
- verdachte is van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde partij bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 4] van een bedrag van € 500,-- ter vergoeding van immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 30 maart 2021 tot aan de dag der algehele voldoening;
- veroordeelt verdachte tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de proceskosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken;
- legt aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van [slachtoffer 4] van een bedrag van € 500,--, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 30 maart 2021 tot aan de dag der algehele voldoening, bij gebreke van betaling en verhaal aan te vullen met 10 dagen gijzeling. De toepassing van deze gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op;
- verdachte is van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde partij bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 10] van een bedrag van € 500,-- ter vergoeding van immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 19 maart 2021 tot aan de dag der algehele voldoening;
- wijst het meer gevorderde af;
- veroordeelt verdachte tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de proceskosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken;
- legt aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van [slachtoffer 10] van een bedrag van € 500,--, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 19 maart 2021 tot aan de dag der algehele voldoening, bij gebreke van betaling en verhaal aan te vullen met 10 dagen gijzeling. De toepassing van deze gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op;
- verdachte is van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde partij bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 8] van een bedrag van € 5.244,90, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 18 maart 2021 tot aan de dag der algehele voldoening, bestaande uit € 4.744,90 ter vergoeding van materiële schade en € 500,-- ter vergoeding van immateriële schade;
- wijst het meer gevorderde af;
- veroordeelt verdachte tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de proceskosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken;
- legt aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van [slachtoffer 8] van een bedrag van € 5.244,90,--, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 18 maart 2021 tot aan de dag der algehele voldoening, bij gebreke van betaling en verhaal aan te vullen met 61 dagen gijzeling. De toepassing van deze gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op;
- verdachte is van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde partij bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade;
- veroordeelt verdachte tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de proceskosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken;
- legt aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van [slachtoffer 5] van een bedrag van € 2.500,--, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 29 maart 2021 tot aan de dag der algehele voldoening, bij gebreke van betaling en verhaal aan te vullen met 35 dagen gijzeling. De toepassing van deze gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op;
- verdachte is van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde partij bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade;
- wijstde vordering
toe; - gelast de tenuitvoerlegging van de door de politierechter in de rechtbank Noord-Holland bij vonnis van 3 februari 2021 opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van
hij, op één of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 maart 2021 tot
en met 1 mei 2021,
te Amersfoort en/of te Naarden en/of Hilversum en/of Weesp, althans in
Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer andere(n), althans alleen,
(telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te
bevoordelen door het aannemen van een valse naam, een valse hoedanigheid, door
listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
één of meerdere personen heeft/hebben bewogen tot de afgifte van enig goed, het
verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van
een schuld en/of het teniet doen van een inschuld,
te weten een of meer bankpas(sen) en/of geldbedragen, in totaal 85.650,- EURO,
althans enig geldbedrag,
te weten;
1. [slachtoffer 1] tot afgifte van 6.000 EURO (aangifte PL0900-2021101019,
raadkamerdossier pagina 54), althans enig geldbedrag, en/of
2. [slachtoffer 2] tot afgifte van 1.610,- EURO (aangifte PL0900-2021100670,
raadkamerdossier pagina 98), althans enig geldbedrag, en/of
3. [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] tot afgifte van 14.800,- EURO (aangifte
PL0900-2021097979, raadkamerdossier pagina 119), althans enig geldbedrag, en/of
4. [slachtoffer 5] tot afgifte van 2.500,- (aangifte PL0900-2021105647, raadkamerdossier
pagina 180), althans enig geldbedrag, en/of
5. [slachtoffer 6] tot afgifte van 11.350,- EURO (aangifte PL0900-2021113374,
raadkamerdossier 213), althans enig geldbedrag, en/of
6. [slachtoffer 7] tot afgifte van 8.640,- EURO (aangifte PL0900-2021095653,
raadkamerdossier pagina 147), althans enig geldbedrag, en/of
7. [slachtoffer 8] tot afgifte van 23.000,- EURO (aangifte PL0900-2021084674,
raadkamerdossier pagina 325), althans enig geldbedrag, en/of
8. [slachtoffer 9] tot afgifte van 9.800,-EURO (aangifte PL0900-2021096930,
raadkamerdossier pagina 416 ), althans enig geldbedrag, en/of)
9. [slachtoffer 10] tot afgifte van 7.950,- EURO (aangifte PL0900-2021085510,
raadkamerdossier pagina360), althans enig geldbedrag,
door (telkens) voorgenoemd(e) geldbedrag(en) op te nemen bij (een)
geld(auto)ma(a)t(en) en/of van de rekening(en) van voornoemde slachtoffer(s)
(een) betaling(en) te verrichten,
door (telkens)
- een of meerdere van de voorgenoemde personen te bellen en mede te delen dat er
geld werd overgeboekt naar Roemenië, en/of
- in een telefoongesprek mee te delen dat er geld van de bankrekening van die
voorgenoemde personen zou gaan worden overgeboekt en/of (vervolgens) die
personen telefonisch te benaderen en/of te doen laten benaderen door iemand die
zich voordeed als een beveiliger/medewerker van de ABN Amro bank, Rabobank,
ING Bank en/of SNS bank, en/of
- doen voorkomen dat er anoniem de pincode kon worden ingesproken, en/of
- een of meerdere van de voorgenoemde personen (direct) thuis te benaderen en/of
te doen laten benaderen door iemand die zich voordeed als een
beveiliger/medewerker van de ABN Amro bank, Rabobank, ING Bank en/of SNS
bank, en/of
- doen voorkomen dat deze medewerker de bankpas met code daarbij) moest(en)
meenemen;
2
hij op een of meerdere tijdstippen gelegen in of omstreeks de periode van 1 maart
2021 tot en met 22 april 2021 te Amersfoort en/of te Hilversum en/of te Weesp en/of
te Naarden (gemeente Gooise Meren), althans in Nederland,
tezamen en in vereniging, althans alleen,
een computerwachtwoord, toegangscode en/of daarmee vergelijkbaar gegeven,
waardoor toegang kon worden gekregen tot een (deel van een)
geautomatiseerd werk heeft/hebben vervaardigd, verkocht, verworven, ingevoerd,
verspreid en/of anderszins ter beschikking heeft gesteld en/of voorhanden
heeft/hebben gehad,
met het oogmerk dat daarmee een misdrijf als bedoeld in artikel 138ab,
eerste lid, 138b of 139c Wetboek van strafrecht werd gepleegd,
te weten
- door aan [slachtoffer 1] na mededeling over het vervangen van de bankpas, is gevraagd
naar diverse gegevens (waaronder de pincode) en/of
- door aan [slachtoffer 2] na mededeling over het vervangen van de bankpas, is
gevraagd naar diverse gegevens (waaronder de pincode) en/of
- door aan [slachtoffer 3] na mededeling over het vervangen van de bankpas, is
gevraagd naar diverse gegevens (waaronder de pincode) en/of
- door aan [slachtoffer 5] na mededeling over het vervangen van de bankpas, is gevraagd
naar diverse gegevens (waaronder de pincode) en/of
- door aan [slachtoffer 6] na mededeling over het vervangen van de bankpas, is
gevraagd naar diverse gegevens (waaronder de pincode) en/of
- door aan [slachtoffer 7] na mededeling over het vervangen van de bankpas, is
gevraagd naar diverse gegevens (waaronder de pincode) en/of
- door aan [slachtoffer 8] na mededeling over het vervangen van de bankpas, is
gevraagd naar diverse gegevens (waaronder de pincode) en/of
- door aan [slachtoffer 9] na mededeling over het vervangen van de bankpas,- is
gevraagd naar diverse gegevens (waaronder de pincode) en/of
- door aan [slachtoffer 10] na mededeling over het vervangen van de bankpas, is gevraagd
naar diverse gegevens (waaronder de pincode);
( art 139d lid 2 ahf/sub b Wetboek van Strafrecht )
3
hij op een of meerdere tijdstippen gelegen in of omstreeks de periode van 17
november 2020 tot en met 22 april 2021 te te Amersfoort en/of te Naarden en/of
Hilversum en/of Weesp, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging, althans alleen,
telkens opzettelijk en wederrechtelijk in een geautomatiseerd werk, te weten het
internetbankieren van [slachtoffer 1] en/ of [slachtoffer 8] en/of [slachtoffer 9] en/of [slachtoffer 10]
en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 2] en/ of [slachtoffer 5] en/ of [slachtoffer 6]
en/of [slachtoffer 7] is/ zijn binnengedrongen,
telkens met behulp van een valse sleutel, te weten de inloggegevens en
toegangscodes behorend bij de bankrekeningnummers van die voornoemde
personen, en/of verwerkt en/of overgedragen door middel van het geautomatiseerd
werk waarin hij en of zijn mededaders zich wederrechtelijk bevond(en);
4
hij op of omstreeks 1 april 2021 te Naarden, gemeente Gooise Meren
opzettelijk en wederrechtelijk
een ophoudruimte, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander, te
weten aan Politie Gooi & Vechtstreek toebehoorde,
heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
( art 350 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
hij op of omstreeks 29 september 2020 te Julianadorp, gemeente Den Helder terwijl
hij wist of redelijkerwijs moest weten dat hem bij rechterlijke uitspraak of
strafbeschikking de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen was ontzegd,
gedurende de tijd dat hem die bevoegdheid was ontzegd, op de weg, de [staatnaam 1] ,
een motorrijtuig, ( personenauto), heeft bestuurd;
De in deze tenlastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover
daaraan in de Wegenverkeerswet 1994 betekenis is gegeven, geacht in dezelfde
betekenis te zijn gebezigd;
( art 9 lid 1 Wegenverkeerswet 1994 )
2
hij op of omstreeks 29 september 2020 te Julianadorp, gemeente Den Helder terwijl
hij wist of redelijkerwijs moest weten dat een op zijn naam gesteld rijbewijs voor
een of meer categorieën van motorrijtuigen, te weten B, ongeldig was verklaard en
aan hem daarna geen ander rijbewijs voor het besturen van een motorrijtuig van de
betrokken categorie of categorieën was afgegeven, op de weg, de [staatnaam 1] , als
bestuurder een motorrijtuig , (personenauto), van die categorie of categorieën heeft
bestuurd;
De in deze tenlastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover
daaraan in de Wegenverkeerswet 1994 betekenis is gegeven, geacht in dezelfde
betekenis te zijn gebezigd;
( art 9 lid 2 Wegenverkeerswet 1994 )
3
hij op of omstreeks 28 december 2020 te Julianadorp, gemeente Den Helder terwijl
hij wist of redelijkerwijs moest weten dat hem bij rechterlijke uitspraak of
strafbeschikking de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen was ontzegd,
gedurende de tijd dat hem die bevoegdheid was ontzegd, op de weg, de [straatnaam 7] ,
een motorrijtuig, (personenauto ) , heeft bestuurd;
De in deze tenlastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover
daaraan in de Wegenverkeerswet 1994 betekenis is gegeven, geacht in dezelfde
betekenis te zijn gebezigd;
( art 9 lid 1 Wegenverkeerswet 1994 )
4
hij op of omstreeks 28 december 2020 te Julianadorp, gemeente Den Helder terwijl
hij wist of redelijkerwijs moest weten dat een op zijn naam gesteld rijbewijs voor
een of meer categorieën van motorrijtuigen, te weten B, ongeldig was verklaard en
aan hem daarna geen ander rijbewijs voor het besturen van een motorrijtuig van de
betrokken categorie of categorieën was afgegeven, op de weg, de [straatnaam 7] , als
bestuurder een motorrijtuig, ( personenauto), van die categorie of categorieën heeft
bestuurd;
De in deze tenlastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover
daaraan in de Wegenverkeerswet 1994 betekenis is gegeven, geacht in dezelfde
betekenis te zijn gebezigd;
( art 9 lid 2 Wegenverkeerswet 1994 )
hij op of omstreeks 8 januari 2021 te Julianadorp, gemeente Den Helder terwijl hij
wist of redelijkerwijs moest weten dat hem bij rechterlijke uitspraak of
strafbeschikking de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen was ontzegd,
gedurende de tijd dat hem die bevoegdheid was ontzegd, op de weg, de [straatnaam 8] ,
een motorrijtuig, (personenauto), heeft bestuurd ;
daaraan in de Wegenverkeerswet 1994 betekenis is gegeven, geacht in dezelfde
betekenis te zijn gebezigd;
hij op of omstreeks 8 januari 2021 te Julianadorp, gemeente Den Helder terwijl hij
wist of redelijkerwijs moest weten dat een op zijn naam gesteld rijbewijs voor een of
meer categorieën van motorrijtuigen, te weten B, ongeldig was verklaard en aan
hem daarna geen ander rijbewijs voor het besturen van een motorrijtuig van de
betrokken categorie of categorieën was afgegeven, op de weg, de [straatnaam 8] , als
bestuurder een motorrijtuig, ( personenauto ), van die categorie of categorieën heeft
bestuurd;
daaraan in de Wegenverkeerswet 1994 betekenis is gegeven, geacht in dezelfde
betekenis te zijn gebezigd;