ECLI:NL:RBMNE:2021:4286
Rechtbank Midden-Nederland
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Deelgeschil over de buitengerechtelijke kosten in letselschadezaak na verkeersongeval
In deze zaak gaat het om een deelgeschil over de buitengerechtelijke kosten die [verzoekster] heeft gemaakt na een verkeersongeval op 5 december 2018, waarbij zij letsel heeft opgelopen door een auto die verzekerd was bij ASR. [Verzoekster] heeft haar advocaat, mr. G. Akaröz, ingeschakeld om haar schade te verhalen. De advocaat heeft een declaratie van € 9.061,86 ingediend bij ASR, maar de verzekeraar vindt dit bedrag te hoog en biedt € 4.314,62 aan. De rechtbank heeft op 4 augustus 2021 uitspraak gedaan in dit deelgeschil, waarbij de kantonrechter de buitengerechtelijke kosten heeft beoordeeld aan de hand van de dubbele redelijkheidstoets uit artikel 6:96 lid 2 BW. De kantonrechter oordeelt dat ASR aansprakelijk is voor de schade, maar dat de gevraagde kosten niet volledig redelijk zijn. Uiteindelijk wordt ASR veroordeeld tot betaling van € 991,64 aan buitengerechtelijke kosten, bovenop de reeds betaalde medische kosten van € 814,62. Daarnaast worden de kosten van het deelgeschil begroot op € 1.221,19, te vermeerderen met het griffierecht van € 240,00. De rechtbank verklaart de uitspraak niet uitvoerbaar bij voorraad, omdat tegen een beschikking in een deelgeschilprocedure geen hogere voorziening openstaat.