ECLI:NL:RBMNE:2021:4251
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om loskoppeling inkomen vader bij aanvullende beurs
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 2 september 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Eiser verzocht om bij de vaststelling van zijn aanvullende beurs geen rekening te houden met het inkomen van zijn vader, omdat er volgens hem sprake was van een ernstig en structureel conflict. Dit verzoek werd in het primaire besluit van 9 december 2020 afgewezen, en het bezwaar tegen dit besluit werd in het bestreden besluit van 12 april 2021 ongegrond verklaard. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld.
De rechtbank heeft het beroep op zitting behandeld, waarbij eiser werd bijgestaan door zijn gemachtigde. De rechtbank overwoog dat de minister van oordeel was dat eiser niet voldeed aan de voorwaarden voor loskoppeling van het inkomen van zijn vader. Eiser had aangevoerd dat er sprake was van een ernstig conflict, maar de rechtbank oordeelde dat de relatie tussen eiser en zijn vader niet zodanig verstoord was dat loskoppeling gerechtvaardigd was. De rechtbank concludeerde dat de afwijzing van het verzoek om loskoppeling door de minister stand kon houden, en verklaarde het beroep ongegrond.
De rechtbank benadrukte dat de wetgeving omtrent studiefinanciering en aanvullende beurzen uitgaat van een veronderstelde ouderlijke bijdrage, en dat loskoppeling alleen mogelijk is onder strikte voorwaarden. De rechtbank vond dat de door eiser overgelegde verklaringen niet voldoende waren om aan te tonen dat er sprake was van een ernstig en structureel conflict, zoals bedoeld in de relevante wetgeving. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en een afschrift werd verzonden aan de betrokken partijen.