Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.[gedaagde sub 1] ,
2.[gedaagde sub 2] ,
1.De procedure
- de dagvaarding met producties
- de aanvullende producties van [eiseres]
- de mondelinge behandeling
- de pleitnota van [gedaagde sub 1] .
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak, die voor de Rechtbank Midden-Nederland is behandeld, vordert de stichting [eiseres] in kort geding de afgifte van inloggegevens van websites en social media-accounts die verband houden met haar activiteiten. De stichting, opgericht op 11 april 2019, heeft als doel het verzorgen van lokaal media-aanbod, met een focus op radio-uitzendingen. De gedaagden, [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2], waren betrokken bij het uitzenden van een radioprogramma op basis van een vrijwilligersovereenkomst, maar hebben hun betalingsverplichtingen niet nagekomen. Na beëindiging van de overeenkomst hebben de gedaagden de inloggegevens van de website veranderd, waardoor de stichting geen uitzendingen meer kon maken en schade heeft geleden.
Tijdens de mondelinge behandeling is [gedaagde sub 2] niet verschenen, maar heeft [gedaagde sub 1] het woord gevoerd. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat [gedaagde sub 2] niet rechtsgeldig vertegenwoordigd was, wat leidde tot verstek tegen haar. De vordering van [eiseres] werd afgewezen omdat deze te algemeen was geformuleerd en onvoldoende onderbouwd. De rechter oordeelde dat niet duidelijk was om welke specifieke websites en apps het ging en dat de stichting niet had aangetoond dat zij rechthebbende was op de gevraagde inloggegevens. De voorzieningenrechter concludeerde dat de vordering ongegrond was en dat de stichting in de proceskosten werd veroordeeld.
Het vonnis werd uitgesproken op 18 augustus 2021 door mr. J.M.P. Drijkoningen, die de vorderingen van [eiseres] afwees en de stichting aansprakelijk stelde voor de proceskosten van [gedaagde sub 1].