Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 26 augustus 2021 in de zaak tussen
[eiseres] , te [woonplaats] , eiseres
de heffingsambtenaar van de gemeente [plaats] , verweerder.
Procesverloop
6 april 2021.
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 26 augustus 2021 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure. Eiseres had beroep aangetekend tegen een besluit van de heffingsambtenaar van de gemeente, maar had het verschuldigde griffierecht van € 360,- niet betaald. De rechtbank heeft partijen niet uitgenodigd voor een zitting, omdat de niet-betaling van het griffierecht een inhoudelijke behandeling van de zaak uitsloot. De rechtbank heeft eiseres op 28 juni 2021 een aangetekende brief gestuurd met de mededeling dat het griffierecht binnen vier weken betaald moest worden. Aangezien het griffierecht niet op tijd was ontvangen en eiseres geen geldige reden voor de vertraging had opgegeven, heeft de rechtbank geoordeeld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk was op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Eiseres kreeg geen gelijk en er werd geen vergoeding van proceskosten toegekend. De uitspraak is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.