ECLI:NL:RBMNE:2021:4181
Rechtbank Midden-Nederland
- Wraking
- C.A. Beaufort
- P.J.M. Mol
- A.M. Crouwel
- J.M. van Wegen
- Rechtspraak.nl
Beslissing over wrakingsverzoek tegen rechter in kort gedingprocedure
Op 31 augustus 2021 heeft de meervoudige kamer van de Rechtbank Midden-Nederland een wrakingsverzoek behandeld dat was ingediend door verzoekster tegen mr. J.M. van Wegen, de behandelend rechter in een kort gedingprocedure. Het wrakingsverzoek was gebaseerd op de stelling dat de rechter niet onpartijdig was, omdat verzoekster onvoldoende tijd had gekregen om zich voor te bereiden op de zitting en haar verzoek tot aanhouding was afgewezen. Verzoekster had aangegeven dat haar advocaat met vakantie was en dat zij niet langer op hem vertrouwde, wat haar in de ogen van de rechter niet voldoende onderbouwd leek.
De wrakingskamer heeft vastgesteld dat de rechter geen persoonlijke vooringenomenheid heeft getoond en dat de beslissing om het verzoek tot aanhouding af te wijzen een procesbeslissing was. De wrakingskamer benadrukte dat een negatieve procesbeslissing op zich geen grond voor wraking is, tenzij er duidelijke aanwijzingen zijn voor partijdigheid. De wrakingskamer heeft het verzoek tot wraking ongegrond verklaard en bepaald dat een volgend wrakingsverzoek van verzoekster in dezelfde zaak niet in behandeling zal worden genomen, om misbruik van het wrakingsmiddel te voorkomen.
De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak. De procedure met zaaknummer 9299465 MV 21-78 moet worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevond op het moment van de schorsing door het wrakingsverzoek.