ECLI:NL:RBMNE:2021:4138

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
26 augustus 2021
Publicatiedatum
26 augustus 2021
Zaaknummer
C/16/526355 / FV RK 21-1725
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing zorgmachtiging voor betrokkene met schizofrenie en staar

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 26 augustus 2021 een zorgmachtiging verleend aan een betrokkene die lijdt aan een psychische stoornis, specifiek schizofrenie, en daarnaast last heeft van staar. De rechtbank oordeelde dat de behandeling van staar onder de zorgmachtiging valt, gezien de noodzaak om ernstige ongelukken door blindheid te voorkomen. De officier van justitie had op 17 augustus 2021 een verzoek ingediend voor de zorgmachtiging, waarop een mondelinge behandeling volgde via Skype, conform de coronamaatregelen. Tijdens deze behandeling zijn de betrokkene, haar psychiater en haar advocaat gehoord. De psychiater gaf aan dat de betrokkene niet vrijwillig wilde worden geopereerd voor haar staar, wat haar kwetsbaarheid vergrootte. De rechtbank concludeerde dat de betrokkene zorg nodig heeft om ernstig nadeel te voorkomen, en dat gedwongen lichamelijke interventie gerechtvaardigd is op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De rechtbank verleende de zorgmachtiging voor een periode van twaalf maanden, tot en met 26 augustus 2022, en wees enkele andere verzoeken af. De beschikking is openbaar uitgesproken door rechter M.E. Heinemann, bijgestaan door griffier I. Stooker.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Afdeling familierecht
Locatie Utrecht
Zaaknummer: C/16/526355 / FV RK 21-1725
Externe referentie: [externe referentie]
Machtiging tot verlenen van verplichte zorg
Beschikking van 26 augustus 2021, naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging aansluitend op een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene]
geboren op [geboortedatum] 1950,
wonend in [woonplaats] ,
verblijvend bij [naam instelling] , locatie [naam locatie] in [plaatsnaam] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. V.C.Th. van ‘t Westende Meeder.

1.Procesverloop

1.1.
Bij verzoekschrift, ingekomen op de griffie op 17 augustus 2021, heeft de officier van justitie verzocht om een zorgmachtiging. Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift.
Bij het verzoekschrift zijn onder meer de volgende bijlagen gevoegd:
- de medische verklaring van 9 augustus 2021;
- de zorgkaart;
- het zorgplan;
- de bevindingen van de geneesheer-directeur.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 26 augustus 2021. Vanwege de Coronamaatregelen, heeft de mondelinge behandeling via Skype plaatsgevonden, conform de Algemene Regeling Zaaksbehandeling Rechtspraak.
Daarbij zijn gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door haar advocaat,
- mevrouw M. Ponfoort, tolk Frans (met tolkenpasnummer [.] ),
- mevrouw [A] , psychiater (hierna te noemen: de psychiater).
Betrokkene, de psychiater en de advocaat waren in dezelfde ruimte bij [naam instelling] . De tolk bevond zich in een afzonderlijke ruimte. De rechter en de griffier bevonden zich in het gerechtsgebouw van de rechtbank Midden-Nederland in Utrecht.
1.3.
De officier van justitie heeft van tevoren laten weten dat hij niet van plan is bij de
mondelinge behandeling te verschijnen.

2.Beoordeling

2.1.
In het verzoekschrift is, op grond van het zorgplan en het advies van de geneesheer-directeur, verzocht aan betrokkene de volgende vormen van verplichte zorg als bedoeld in artikel 3:2 Wvggz te mogen verlenen. Het gaat om:
a. toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
b. beperken van de bewegingsvrijheid;
h. aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
j. opnemen in een accommodatie.
Bij de zorg onder a. is in het verzoekschrift onder andere opgenomen dat het van groot belang is dat betrokkene een staaroperatie ondergaat, al dan niet met drang / dwang om ernstige ongelukken door haar blindheid te voorkomen, zodat zij weer een zo zelfstandig mogelijk leven kan gaan leiden.
2.2.
De advocaat vraagt formeel om afwijzing van het verzoek. Betrokkene geeft namelijk aan naar huis toe te willen. Desalniettemin is de advocaat het eens met de psychiater. Betrokkene ziet er op dit moment beter en vrolijker uit dan in haar thuissituatie. De advocaat vindt dat met deze zorgmachtiging voorkomen kan worden dat betrokkene zichzelf in gevaar brengt. Zij heeft staar en zonder operatie kan deze aandoening bijvoorbeeld leiden tot valgevaar.
2.3.
De psychiater geeft aan dat de taalfunctie van betrokkene achteruitgaat. Dit kan komen door de schizofrenie. Daarnaast is zij te inconsistent in haar doen om te spreken van een vrijwillig verblijf. Op dit moment gaat het op de afdeling al een stuk beter met haar dan hoe het voor de opname ging. Zij heeft nu meer structuur en gebruikt geen alcohol. De stoornis schizofrenie blijft aanwezig en betrokkene is kwetsbaar. De kwetsbaarheid lijkt goed afgewend in deze setting en er is dan ook een vervolgsetting aangevraagd, in de vorm van beschermd wonen.
Naast een psychische stoornis heeft betrokkene last van staar. De psychiater geeft aan dat betrokkene bang is hiervoor geopereerd te worden. Deze angst komt voort uit haar psychotische belevingen. Zij is bang dat de chirurgen iets met haar hersenen gaan doen. Er is dus een link tussen psychische problemen en de behandeling van de staar. Door somatische hulp in de zorgmachtiging op te nemen, kan voorkomen worden dat er ernstig nadeel gaat ontstaan. De psychiater staat achter de verlenging van de zorgmachtiging.
2.4.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van schizofreniespectrum- en andere psychische stoornissen.
2.5.
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op ernstig lichamelijk letsel. Om het ernstig nadeel af te wenden heeft betrokkene zorg nodig.
2.6.
Ter toelichting op het voorgaande overweegt de rechtbank als volgt. Ter voorkoming van dreigende schade kan gedwongen lichamelijke interventie aan de orde zijn op grond van artikel 3:2 lid 2, onder a in samenhang met artikel 3:4, aanhef en onder e Wvggz. Herstel van de fysieke gezondheid mag alleen niet het hoofddoel zijn van een zorgmachtiging. De behandeling van een somatische aandoening is alleen mogelijk in samenhang met zorg en dwang die gericht is op het herstel van een psychische stoornis.
2.7.
In de parlementaire geschiedenis van de Wvggz wordt het voorbeeld gegeven van iemand die behandeling van zijn diabetes weigert, omdat hij in de waan verkeert dat de medicatie zal worden toegediend om hem te vergiftigen. In dergelijke gevallen waar een duidelijke relatie bestaat tussen psychische stoornis en ernstige fysieke gezondheidsrisico’s, is het niet wenselijk terug te moeten vallen op andere wettelijke kaders, in het bijzonder de Wet op de geneeskundige behandelovereenkomst (Wgbo), maar bestaat de mogelijkheid ook somatische zorg in de zorgmachtiging op te nemen.
2.8.
Hier is van een soortgelijk geval sprake. Betrokkene lijdt evident aan psychische stoornissen, namelijk schizofrenie met chronisch psychotische klachten, persoonlijkheidsproblematiek en een verstandelijke beperking. Naast deze stoornissen heeft zij ook last van staar. Zij wil vanwege haar psychotische klachten niet geopereerd worden voor haar aandoening. Deze klachten staan een redelijke waardering van haar eigen belang in de weg. Het gevolg hiervan is dat er mogelijk onnodige schade kan optreden. Dat gevaar bestaat niet alleen uit een verslechterende visus, maar ook uit een reëel valgevaar; zeker als betrokkene teveel alcohol zou gebruiken zoals zij in het verleden vaker heeft gedaan.
2.9.
De rechtbank vindt daarom dat behandeling van de staar deel uit moet maken van de zorgmachtiging. Zij heeft alleen geen inzicht in de vraag of een operatie de meest geëigende behandelmethode is. Het dossier biedt daarvoor geen aanknopingspunten. De verzochte vorm van verplichte somatische zorg als bedoeld in artikel 3:2 lid 2, onder
aWvggz zal daarom in die zin worden toegewezen dat betrokkene verplicht is zich onder behandeling te laten stellen van een door de zorgaanbieder aan te wijzen oogarts en dat zij diens adviezen moet opvolgen, ook als die inhouden dat zij een staaroperatie moet ondergaan.
2.10.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. De rechtbank verleent daarom een zorgmachtiging voor de verzochte vormen van verplichte zorg als bedoeld in het tweede lid van artikel 3:2 Wvggz, met uitzondering van het toedienen van vocht en voeding onder
a. Deze vorm van verplichte zorg zal de rechtbank afwijzen, omdat uit het verzoek niet blijkt dat deze vorm van zorg noodzakelijk is.
2.11.
De toegewezen vormen van verplichte zorg kunnen naar het oordeel van de rechtbank het ernstig nadeel voldoende wegnemen. Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
2.12.
De verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met haar veiligheid.
2.13.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van twaalf maanden, en geldt tot en met 26 augustus 2022.

3.Beslissing

De rechtbank:
- verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[betrokkene], geboren op [geboortedatum] 1950 in [geboorteplaats] , Madagaskar, voor de volgende vormen van verplichte zorg als bedoeld in artikel 3:2 lid 2 Wvggz:
a. toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
b. beperken van de bewegingsvrijheid;
h. aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
j. opnemen in een accommodatie.
- bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 26 augustus 2022;
- wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.E. Heinemann, rechter, en in het openbaar uitgesproken op 26 augustus 2021, bijgestaan door I. Stooker als griffier.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.