In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 1 september 2021 uitspraak gedaan in een civiele procedure over oplichting bij de verkoop van een auto. De eiser, [eiser], had zijn Audi A4 Avant te koop aangeboden en verkocht deze aan de kopers, die zich als legitieme kopers voordeden. Echter, na de verkoop bleek dat de betaling niet was gedaan, en de auto werd snel op naam van een derde en vervolgens een vierde persoon overgeschreven. De eiser vorderde schadevergoeding van de gedaagde, [gedaagde], op basis van groepsaansprakelijkheid en het niet nakomen van de wegwijsplicht volgens artikel 3:87 BW. De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde onrechtmatig had gehandeld door deel uit te maken van een groepsverband dat betrokken was bij de oplichting. De rechter oordeelde dat de gedaagde aansprakelijk was voor de schade die de eiser had geleden, en veroordeelde haar tot betaling van de koopsom van € 16.500,- plus bijkomende kosten. Daarnaast werd de gedaagde verplicht om de persoonsgegevens van de koper te verstrekken, op straffe van een dwangsom. De kantonrechter wees ook de gevorderde wettelijke rente en proceskosten toe aan de eiser.