4.3Het oordeel van de rechtbank
De verklaring van verdachte
[medeverdachte] [ [medeverdachte] , rechtbank] is mijn ex-vriend. Hij was altijd bezig met dealen. Ik heb hem geholpen. Ik was vaak bij hem. Ik ging in de buurt op de fiets naar klanten toe. Ik wist dat er drugs in de woning aanwezig waren. Dat waren de drugs die wij verkochten.
De doorzoeking van de woning aan de [adres] te [plaats]
Op 1 maart 2021 was ik, verbalisant, belast met de doorzoeking op de [adres] . Ik ben naar de eerste etage van de woning gelopen. Hier is de kamer van de verdachte [ [medeverdachte] ] gevestigd. Ik zag dat er veel doorzichtige plastic gripzakjes op de PlayStation lagen. Ik zag naast het beeldscherm een doorzichtig plastic zakje liggen. Ik zag dat er kleine envelopjes(ponypacks) in het plastic zakje zaten. Ik zag dat de envelopjes zwart met wit van kleur waren. Ik zag dat de tekst 'SCARFACE' op de ponypacks stond. Ik voelde dat ponypacks gevuld waren. Ik zag dat er naast het plastic tasje met ponypacks een wit klein weegschaaltje stond. Ik zag dat er op de weegschaal een klein crème kleurig schaaltje stond. Ik zag dat er in het schaaltje een witte korrelige substantie lag. Ik zag dat er een witte korrelige substantie op de weegschaal lag.Ik keek verder achter het beeldscherm en zag wederom een doorzichtig zakje met ponypacks liggen. Ik zag dat er in dit zakje dezelfde ponypacks zaten welke ik hierboven beschreven heb. Vervolgens zag ik tussen de voet van het beeldscherm een doorzichtig boterhamzakje liggen. Ik zag dat er een witte substantie in het boterham zakje zat. Ik heb dit zakje opgepakt en zag daaronder nog een boterhamzakje liggen met een witte substantie als inhoud. Ik zag dat er op verschillende plekken een losse ponypacks lagen. Verder zag ik in de kast een steak mes liggen. Ik zag dat er op de punt, aan de bovenzijde van het mes hele kleine witte korreltjes zaten. Ik zag dat er naast het mes ook erg kleine witte korreltjes lagen.
Goednummer PL0900-2021065158-2786125
SIN AAOI5183NL
Relatie met SIN AAOA1559NL
Omschrijving Plastic zakje met wit poeder en brokje
Gewicht netto: 24,04 gram
Goednummer PL0900-2021065158-2786133
SIN AAOI5184NL
Relatie met SIN AAOA1560NL
Omschrijving Plastic zakje met witte brokjes en poeder
Gewicht netto: 6,97 gram
Goednummer PL0900-2021065158-2786148
SIN AAOI5185NL
Relatie met SIN AAOA1561NL
Omschrijving 18 wikkels met wit poeder en brokjes
Gewicht netto: 3,21 gram
Goednummer PL0900-2021065158-2786147
SIN AAOI5186NL
Relatie met SIN AAOA1562NL
Omschrijving 22 wikkels met wit poeder en brokjes
Gewicht netto: 5,64 gram
Goednummer PL0900-2021065158-2786119
SIN AAOI5187NL
Relatie met SIN AAOA1563NL
Omschrijving 24 wikkels met wit poeder en brokjes
Gewicht netto: 7,23 gram
Goednummer PL0900-2021065158-2786113
SIN AAOI5188NL
Relatie met SIN AAOA1564NL
Omschrijving 20 wikkels met wit poeder en brokjes
Gewicht netto: 5,25 gram
Kenmerk
Omschrijving FO
Conclusie
AAOA1559NL
poeder en brokjes, wit, uit 24,04 gram;
aantal in onderzoek: een
bevat cocaïne
AAOA1560NL
poeder en brokjes, wit, uit 6,97 gram;
aantal in onderzoek: een
bevat cocaïne
AAOA1561NL
poeder en brokjes, wit, uit 3,21 gram;
aantal in onderzoek: drie
bevat cocaïne
AAOA1562NL
poeder en brokjes, wit, uit 5,64 gram;
aantal in onderzoek: drie
bevat cocaïne
AAOA1563NL
poeder en brokjes, wit, uit 7,23 gram;
aantal in onderzoek: drie
bevat cocaïne
AAOA1564NL
poeder, wit, uit 5,25 gram;
aantal in onderzoek: drie
bevat cocaïne
Het gesprek tussen verdachte en de wijkagent
Op 23 oktober 2020 heeft de wijkagent in [adres] een gesprek gevoerd met [verdachte] , haar ouders en broer. Haar stiefvader vertelde dat [verdachte] een boekje open wilde doen over het drugs dealen van [medeverdachte] . Ze had aan haar ouders verteld dat [medeverdachte] dealt en vaak een ander nummer gebruikt. Zij heeft voor hem in haar telefoon veel nummers van afnemers opgeslagen. Daar ging ze een lijst van maken en aan de wijkagent in [plaats] overhandigen.
Bewijsoverweging
Partiële vrijspraak van de periode voor 23 oktober 2020
Naar het oordeel van de rechtbank kan de begindatum van de pleegperiode op grond van het dossier worden gesteld op 23 oktober 2020. Het dossier biedt onvoldoende concrete aanknopingspunten dat ook al voor deze begindatum sprake was van (het medeplegen van) de handel in cocaïne door verdachte. De rechtbank zal verdachte daarom partieel vrijspreken van het dealen van cocaïne in de periode van 20 april 2019 tot 23 oktober 2020.
Bewezenverklaring
De rechtbank is op basis van bovenstaande bewijsmiddelen van oordeel dat verdachte zich bezig hield met het dealen van cocaïne vanaf 23 oktober 2020. Uit het dossier blijkt dat de stiefvader van verdachte op 23 oktober 2020 heeft verklaard dat verdachte toen al een boekje wilde opendoen over het dealen van drugs door de medeverdachte, dat zij nummers van afnemers in haar telefoon had opgeslagen en dat zij een lijst met deze nummers zou opmaken. De rechtbank stelt op basis hiervan vast dat verdachte op dat moment al een rol vervulde bij het dealen van drugs, namelijk het bijhouden van de afnemerslijst.
De rechtbank acht dan ook wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het ten laste gelegde feit, te weten het medeplegen van het aanwezig hebben van 52,34 gram cocaïne op 1 maart 2021 en het dealen hiervan in de periode van 23 oktober 2020 tot en met 1 maart 2021, heeft begaan.