ECLI:NL:RBMNE:2021:4103

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
22 juli 2021
Publicatiedatum
25 augustus 2021
Zaaknummer
20/4114
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet volledig betaald griffierecht

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 22 juli 2021 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijk beroep van Vechtclub XL F1.19 tegen de heffingsambtenaar van de gemeente Amersfoort. Eiseres, vertegenwoordigd door mr. D.A.N. Bartels MRE, heeft beroep ingesteld tegen een uitspraak op bezwaar van verweerder van 29 oktober 2020. De rechtbank heeft echter vastgesteld dat eiseres het griffierecht van € 354,- niet volledig heeft betaald, aangezien slechts € 54,- is voldaan. Dit heeft geleid tot de beslissing om het beroep kennelijk niet-ontvankelijk te verklaren, conform artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

De rechtbank heeft in haar overwegingen aangegeven dat het niet betalen van het griffierecht een hoofdregel is die inhoudt dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk kan behandelen. Eiseres heeft meerdere verzoeken tot uitstel van betaling ingediend, maar de rechtbank heeft deze verzoeken afgewezen, omdat er onvoldoende onderbouwing was voor de financiële positie van eiseres. De rechtbank heeft ook vastgesteld dat eiseres op de hoogte was van de betalingsverplichting en dat zij de aangetekende brief met de betalingsinstructies heeft ontvangen.

Uiteindelijk heeft de rechtbank geconcludeerd dat het beroep niet-ontvankelijk is, omdat het griffierecht niet op tijd en niet volledig is betaald. De rechtbank heeft wel besloten dat het gedeeltelijk betaalde griffierecht aan eiseres zal worden terugbetaald. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om in verzet te gaan tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 20/4114

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 22 juli 2021 in de zaak tussen

Vechtclub XL F1.19, te Amersfoort , eiseres

(gemachtigde: mr. D.A.N. Bartels MRE),
en

de heffingsambtenaar van de gemeente Amersfoort, verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep van eiseres tegen de uitspraak op bezwaar van verweerder van 29 oktober 2020.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is. Eiseres heeft namelijk het griffierecht niet volledig betaald, waardoor de rechtbank de zaak niet inhoudelijk kan behandelen. Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. Iemand die in beroep gaat moet griffierecht betalen. Dit staat in artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). In dit geval is het griffierecht € 354,-. Eiseres heeft slechts € 54,- betaald.
3. Als het griffierecht niet of deels wordt betaald is de hoofdregel dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk mag behandelen. Soms is dat anders. Dan is er een geldige reden waarom het griffierecht niet door de rechtbank is ontvangen. Het gaat dan om omstandigheden waar eiseres niets aan kan doen.
4. Bij brief van 14 januari 2021 is door de gemachtigde een beroep op betalingsonmacht gedaan en verzocht om uitstel van het betalen van griffierecht. Ter onderbouwing hiervan heeft hij verschillende brieven van rechtbanken en een draagkrachtverklaring van zijn vennootschap [vennootschap] B.V. overlegd. Dit verzoek is naar het oordeel van de rechtbank terecht bij brief van 18 februari 2021 afgewezen. Aangezien gemachtigde namens eiseres beroep heeft ingesteld, is de financiële positie van eiseres van belang. Een onderbouwing daarvan is achterwege gebleven.
5. Eiseres heeft bij brief van 16 februari 2021 en 19 februari 2021 wederom een beroep op betalingsonmacht gedaan en verzocht om uitstel van het betalen van griffierecht. Deze brieven waren nagenoeg identiek aan de brief van 14 januari 2021, zodat de rechtbank kan volstaan met een verwijzing naar hetgeen hiervoor is overwogen.
6. Vervolgens heeft de rechtbank eiseres op 13 februari 2021 een aangetekende brief gestuurd, waarin staat dat eiseres het griffierecht van € 354,- binnen vier weken moet betalen aan de rechtbank. Verder is vermeld dat het beroep niet-ontvankelijk kan worden verklaard als het griffierecht niet op tijd wordt betaald. De rechtbank heeft via Track&trace van PostNL vastgesteld dat de brief van 13 februari 2021 door of namens gemachtigde van eiseres is opgehaald bij het afhaalpunt van PostNL op 17 februari 2021.
7. Eiseres heeft dus niet het gehele verschuldigde bedrag van € 354,- binnen de termijn voldaan.
8. Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk (artikel 8:54 van de Awb). Het beroep zal daarom niet inhoudelijk worden behandeld.
9. Van een vergoeding van de proceskosten is geen sprake.
10. Omdat eiseres het griffierecht deels heeft betaald, zal dit aan haar worden terugbetaald.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.C. Moed, rechter, in aanwezigheid van
P.W. Hogenbirk, griffier. De beslissing is uitgesproken op 22 juli 2021 en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.