In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, wordt het beroep van Larmag Real Estate 6 B.V. tegen de heffingsambtenaar van de gemeente Amersfoort behandeld. De rechtbank heeft op 20 juli 2021 geoordeeld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat eiseres het griffierecht van € 360,- niet op tijd heeft betaald. De rechtbank heeft geen zitting gehouden, omdat dit in deze zaak niet nodig was. Eiseres had eerder een beroep op betalingsonmacht gedaan, maar de rechtbank heeft dit verzoek afgewezen, omdat er onvoldoende onderbouwing was voor de financiële positie van eiseres.
De rechtbank heeft eiseres op 23 mei 2021 een aangetekende brief gestuurd waarin zij werd geïnformeerd dat het griffierecht binnen vier weken moest worden betaald. Deze brief is door of namens de gemachtigde van eiseres opgehaald, maar het volledige bedrag is niet binnen de gestelde termijn voldaan. De rechtbank heeft vastgesteld dat, volgens artikel 8:41 van de Algemene wet bestuursrecht, het niet tijdig betalen van het griffierecht leidt tot niet-ontvankelijkheid van het beroep. De rechtbank heeft geen proceskostenvergoeding toegewezen, omdat het beroep niet inhoudelijk is behandeld.
De uitspraak is gedaan door rechter R.C. Moed en griffier P.W. Hogenbirk, en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl. Eiseres heeft de mogelijkheid om binnen zes weken na verzending van de uitspraak een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens is met de beslissing.