ECLI:NL:RBMNE:2021:4101

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
20 juli 2021
Publicatiedatum
25 augustus 2021
Zaaknummer
21/386
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht

In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, wordt het beroep van Larmag Real Estate 6 B.V. tegen de heffingsambtenaar van de gemeente Amersfoort behandeld. De rechtbank heeft op 20 juli 2021 geoordeeld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat eiseres het griffierecht van € 360,- niet op tijd heeft betaald. De rechtbank heeft geen zitting gehouden, omdat dit in deze zaak niet nodig was. Eiseres had eerder een beroep op betalingsonmacht gedaan, maar de rechtbank heeft dit verzoek afgewezen, omdat er onvoldoende onderbouwing was voor de financiële positie van eiseres.

De rechtbank heeft eiseres op 23 mei 2021 een aangetekende brief gestuurd waarin zij werd geïnformeerd dat het griffierecht binnen vier weken moest worden betaald. Deze brief is door of namens de gemachtigde van eiseres opgehaald, maar het volledige bedrag is niet binnen de gestelde termijn voldaan. De rechtbank heeft vastgesteld dat, volgens artikel 8:41 van de Algemene wet bestuursrecht, het niet tijdig betalen van het griffierecht leidt tot niet-ontvankelijkheid van het beroep. De rechtbank heeft geen proceskostenvergoeding toegewezen, omdat het beroep niet inhoudelijk is behandeld.

De uitspraak is gedaan door rechter R.C. Moed en griffier P.W. Hogenbirk, en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl. Eiseres heeft de mogelijkheid om binnen zes weken na verzending van de uitspraak een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens is met de beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 21/386, UTR 21/981 t/m UTR 21/984

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 20 juli 2021 in de zaak tussen

Larmag Real Estate 6 B.V., te Amsterdam , eiseres

(gemachtigde: mr. D.A.N. Bartels MRE),
en

de heffingsambtenaar van de gemeente Amersfoort, verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep van eiseres tegen de uitspraak op bezwaar van verweerder van 11 december 2020.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is. Eiseres heeft namelijk het griffierecht niet (op tijd) betaald, waardoor de rechtbank de zaak niet inhoudelijk kan behandelen. Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. Iemand die in beroep gaat moet griffierecht betalen. Dit staat in artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). In dit geval is het griffierecht € 360,-.
3. Als het griffierecht niet (op tijd) wordt betaald is de hoofdregel dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk mag behandelen. Soms is dat anders. Dan is er een geldige reden waarom het griffierecht niet door de rechtbank is ontvangen. Het gaat dan om omstandigheden waar eiseres niets aan kan doen.
4. Bij brief van 22 maart 2021 is door de gemachtigde een beroep op betalingsonmacht gedaan en verzocht om uitstel van het betalen van griffierecht. Ter onderbouwing hiervan heeft hij verschillende brieven van rechtbanken en een draagkrachtverklaring van zijn vennootschap [vennootschap] B.V. overlegd. Dit verzoek is naar het oordeel van de rechtbank terecht bij brief van 20 mei 2021 afgewezen. Aangezien gemachtigde namens eiseres beroep heeft ingesteld, is de financiële positie van eiseres van belang. Een onderbouwing daarvan is achterwege gebleven.
5. Eiseres heeft bij brief van 1 juni 2021 en 2 juni 2021 wederom een beroep op betalingsonmacht gedaan en verzocht om uitstel van het betalen van griffierecht. Deze brieven waren nagenoeg identiek aan de brief van 22 maart 2021, zodat de rechtbank kan volstaan met een verwijzing naar hetgeen hiervoor is overwogen.
6. Vervolgens heeft de rechtbank eiseres op 23 mei 2021 een aangetekende brief gestuurd, waarin staat dat eiseres het griffierecht van € 360,- binnen vier weken moet betalen aan de rechtbank. Verder is vermeld dat het beroep niet-ontvankelijk kan worden verklaard als het griffierecht niet op tijd wordt betaald. De rechtbank heeft via Track&trace van PostNL vastgesteld dat de brief van 23 mei 2021 door of namens gemachtigde van eiseres is opgehaald bij het PostNL-punt op 26 mei 2021.
7. Eiseres heeft dus niet het gehele verschuldigde bedrag van € 360,- binnen de termijn voldaan.
8. Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk (artikel 8:54 van de Awb). Het beroep zal daarom niet inhoudelijk worden behandeld.
9. Van een vergoeding van de proceskosten is geen sprake.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.C. Moed, rechter, in aanwezigheid van
P.W. Hogenbirk, griffier. De beslissing is uitgesproken op 20 juli 2021 en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.