In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 15 juli 2021 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen Larmag Real Estate 6 B.V. als eiseres en de heffingsambtenaar van de gemeente Amersfoort als verweerder. De zaak betreft het beroep van eiseres tegen de uitspraak op bezwaar van verweerder van 14 december 2020. De rechtbank heeft besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat eiseres het griffierecht niet op tijd heeft betaald. Dit griffierecht bedraagt € 360,- en is verplicht volgens artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De rechtbank heeft overwogen dat als het griffierecht niet tijdig wordt betaald, de hoofdregel is dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk kan behandelen. Eiseres heeft meerdere keren een beroep op betalingsonmacht gedaan en verzocht om uitstel van betaling, maar deze verzoeken zijn afgewezen. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres het griffierecht niet volledig binnen de gestelde termijn heeft voldaan, ondanks dat zij op 22 mei 2021 een aangetekende brief heeft ontvangen waarin zij werd geïnformeerd over de betalingsverplichting.
Uiteindelijk heeft de rechtbank geconcludeerd dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, zoals bepaald in artikel 8:54 van de Awb. De rechtbank heeft geen proceskostenvergoeding toegekend en heeft de beslissing openbaar gemaakt. De uitspraak is gedaan door rechter R.C. Moed, in aanwezigheid van griffier P.W. Hogenbirk, en is op 15 juli 2021 uitgesproken.