ECLI:NL:RBMNE:2021:4099

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
15 juli 2021
Publicatiedatum
25 augustus 2021
Zaaknummer
21/389
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet volledig betaald griffierecht

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 15 juli 2021 uitspraak gedaan in het beroep van The First National Investment Company B.V. tegen de heffingsambtenaar van de gemeente Amersfoort. Het beroep betreft de uitspraak op bezwaar van verweerder van 11 december 2020. De rechtbank heeft besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat eiseres het griffierecht niet volledig heeft betaald. Volgens artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is het griffierecht in deze zaak vastgesteld op € 360,-, maar eiseres heeft slechts € 36,- betaald. Hierdoor kan de rechtbank de zaak niet inhoudelijk behandelen.

De rechtbank heeft in haar overwegingen aangegeven dat als het griffierecht niet of deels wordt betaald, de hoofdregel is dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk mag behandelen, tenzij er geldige redenen zijn voor het niet ontvangen van het griffierecht. Eiseres heeft meerdere keren een beroep op betalingsonmacht gedaan en verzocht om uitstel van betaling, maar de rechtbank heeft deze verzoeken afgewezen. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres op 26 mei 2021 een aangetekende brief heeft ontvangen waarin zij werd geïnformeerd over de betalingsverplichting en de gevolgen van het niet tijdig betalen.

Uiteindelijk heeft de rechtbank geconcludeerd dat eiseres het volledige griffierecht niet binnen de gestelde termijn heeft voldaan, waardoor het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is verklaard. De rechtbank heeft geen proceskostenvergoeding toegewezen, maar heeft wel bepaald dat het gedeeltelijk betaalde griffierecht aan eiseres zal worden terugbetaald. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om in verzet te gaan tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 21/389

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 15 juli 2021 in de zaak tussen

The First National Investment Company B.V., te Amersfoort , eiseres

(gemachtigde: mr. D.A.N. Bartels MRE),
en

de heffingsambtenaar van de gemeente Amersfoort, verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep van eiseres tegen de uitspraak op bezwaar van verweerder van 11 december 2020.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is. Eiseres heeft namelijk het griffierecht niet volledig betaald, waardoor de rechtbank de zaak niet inhoudelijk kan behandelen. Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. Iemand die in beroep gaat moet griffierecht betalen. Dit staat in artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). In dit geval is het griffierecht € 360,-. Eiseres heeft slechts € 36,- betaald.
3. Als het griffierecht niet of deels wordt betaald is de hoofdregel dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk mag behandelen. Soms is dat anders. Dan is er een geldige reden waarom het griffierecht niet door de rechtbank is ontvangen. Het gaat dan om omstandigheden waar eiseres niets aan kan doen.
4. Bij brief van 22 maart 2021 is door de gemachtigde een beroep op betalingsonmacht gedaan en verzocht om uitstel van het betalen van griffierecht. Ter onderbouwing hiervan heeft hij verschillende brieven van rechtbanken en een draagkrachtverklaring van zijn vennootschap [vennootschap] B.V. overlegd. Dit verzoek is naar het oordeel van de rechtbank terecht bij brief van 20 mei 2021 afgewezen. Aangezien gemachtigde namens eiseres beroep heeft ingesteld, is de financiële positie van eiseres van belang. Een onderbouwing daarvan is achterwege gebleven.
5. Eiseres heeft bij brief van 1 juni 2021 en 2 juni 2021 wederom een beroep op betalingsonmacht gedaan en verzocht om uitstel van het betalen van griffierecht. Deze brieven waren nagenoeg identiek aan de brief van 22 maart 2021, zodat de rechtbank kan volstaan met een verwijzing naar hetgeen hiervoor is overwogen.
6. Vervolgens heeft de rechtbank eiseres op 23 mei 2021 een aangetekende brief gestuurd, waarin staat dat eiseres het griffierecht van € 360,- binnen vier weken moet betalen aan de rechtbank. Verder is vermeld dat het beroep niet-ontvankelijk kan worden verklaard als het griffierecht niet op tijd wordt betaald. De rechtbank heeft via Track&trace van PostNL vastgesteld dat de brief van 23 mei 2021 door of namens gemachtigde van eiseres is opgehaald bij het afhaalpunt van PostNL op 26 mei 2021.
7. Eiseres heeft dus niet het gehele verschuldigde bedrag van € 360,- binnen de termijn voldaan.
8. Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk (artikel 8:54 van de Awb). Het beroep zal daarom niet inhoudelijk worden behandeld.
9. Van een vergoeding van de proceskosten is geen sprake.
10. Omdat eiseres het griffierecht deels heeft betaald, zal dit aan haar worden terugbetaald.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.C. Moed, rechter, in aanwezigheid van
P.W. Hogenbirk, griffier. De beslissing is uitgesproken op 15 juli 2021 en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.