In deze zaak heeft eiser beroep ingesteld tegen het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Blaricum, omdat verweerder niet tijdig heeft beslist op het bezwaar van eiser. De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder, na een eerdere uitspraak van 20 april 2021, niet binnen de gestelde termijn van zes weken een nieuw besluit heeft genomen. Eiser heeft verweerder op 7 juni 2021 in gebreke gesteld, maar er is sindsdien geen besluit genomen. De rechtbank heeft overwogen dat, volgens de Algemene wet bestuursrecht (Awb), als een bestuursorgaan niet tijdig beslist, het een dwangsom moet betalen. De rechtbank heeft de hoogte van de dwangsom vastgesteld op € 1.442,- en bepaald dat verweerder binnen twee weken na verzending van de uitspraak alsnog een besluit moet nemen. Daarnaast moet verweerder een dwangsom van € 100,- per dag betalen voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Het beroep is gegrond verklaard, en verweerder is veroordeeld tot betaling van € 374,- aan proceskosten aan eiser. De uitspraak is gedaan door mr. R.C. Stijnen en is openbaar gemaakt op 23 augustus 2021.